Tour-column #9 - Roglic en de X-factor
- Nieuws
- Tour-column #9 - Roglic en de X-factor
Het zou een helse etappe worden naar Tignes, zoveel werd mij wel duidelijk toen ik in de ochtenduren over het parcours reed. De lucht kleurde asgrauw, de Alpen-toppen die de renners moesten bedwingen kon ik nauwelijks onderscheiden, zozeer waren ze gehuld in het dek van laaghangende bewolking. En het regende aan een stuk door.
foto: Edwin Cornelissen
De omstandigheden waren weliswaar niet vergelijkbaar met de modderstromen en aardverschuivingen die dit gebied in 2019 teisterden en de rit een voortijdig einde bezorgden. Maar het was dusdanig nat dat zelfs deze verslaggever zich een bolletjes-poncho liet aanmeten, om maar even aan te geven hoe erg het was.
Terwijl ik richting Tignes reed, dacht ik aan Primoz Roglic, die enkele uren daarvoor bekend had gemaakt dat hij de Tour verliet. De verwondingen die hij eerder had opgelopen bij een valpartij maakten verder rijden onmogelijk. Deze rit vol ontberingen bleef de gekwetste Sloveen in ieder geval bespaard.
Het viel mij op hoeveel Sloveense vlaggen ik aantrof bij de campers langs het parcours. En hoeveel spandoeken aan het adres van Primoz Roglic daarbij hingen. Oké, de 4G wil het in de Franse bergen nog wel eens laten afweten. Maar het leek mij toch onwaarschijnlijk dat het grote nieuws deze aanhangers niet bereikt had. En toch stonden ze daar, met hun saluut aan Roglic. De naam van de nieuwe ster, Tadej Pogacar, was veel minder prominent aanwezig langs de wegen van de Tour.
foto: Edwin Cornelissen
De afgelopen week sprak ik meerdere Sloveense fans en journalisten. En steeds kreeg ik de indruk: er is echt veel bewondering voor de ontketende Pogacar, maar de gunfactor ligt bij Roglic. Een Sloveense vrouw omschreef het als de ‘X-factor’. Het is onderhand obligaat om Roglic’ verleden als schansspringer te noemen, maar dat verleden speelt zeker een rol. Roglic’ carrière laat zich lezen als een sprookje, een jongensboek. Daar waar Pogacar voorbestemd was om wielerprof te worden. Als piepjonge Tadej zat hij al op de fiets. Bovendien: Roglic was de eerste die successen boekte. Hij zette Slovenië op de wielerkaart. Je zou hem een wegberijder kunnen noemen, letterlijk en figuurlijk.
Dus leden de Slovenen mee met Primoz, toen hij gehavend uit de valpartij kwam. Zij kennen hem als een vechter, een man die opgeven niet in zijn vocabulaire heeft staan. Zoals zijn vrouw ergens liet optekenen: Primoz zegt nooit dat hij pijn heeft. Nu wel. Dus reken maar dat hij echt pijn heeft.
Zaterdag, na de lijdensweg waarin Roglic zich noodgedwongen moest laten afzakken naar de bus van renners voor wie een bergrit een kwestie van overleven is, sprak een Sloveense fan de hoop uit dat zijn held snel de handdoek zou werpen. Er viel niets meer te winnen, deze Tour. Hij kon zich beter richten op herstel en nieuwe wedstrijden. En Tadej Pogacar houdt de Sloveense eer meer dan hoog.
Toen Primoz Roglic zaterdag moe gestreden en gepijnigd de streep passeerde, drukte hij zijn bidon in de handen van een klein jongetje. Een waar kampioen herken je juist in slechte tijden. Het kan toch niet anders dan dat het jochie dacht: zoals Primoz Roglic, zo wil ik later ook zijn. Kijk, en dát is nou de X-factor.
foto: Edwin Cornelissen