Tour-column #7: Cowboys met camera's
- Nieuws
- Tour-column #7: Cowboys met camera's
Alweer 21 jaar geleden won Léon van Bon een etappe met aankomst in Tours, toevallig de startplaats van de 6de etappe van de huidige Tour. In de schaduw van een boom in het Village Départ halen we herinneringen op aan die gloriedag. Van Bon kan zich nog helder voor de geest halen hoe hij juichend over de streep kwam. Een blijvende herinnering aan een vorig leven.
De dag van een wielerfotograaf
Want in 2012 beëindigde Léon van Bon zijn wielerloopbaan om zich op een nieuwe passie te storten. Een passie, die hem tóch weer naar het circus van de Tour de France leidt. Van Bon is actief als wielerfotograaf. In zijn auto schaduwt hij het peloton, dat hij probeert vast te leggen op de gevoelige plaat. Of liever gezegd: op de SD-kaart.
Ik stel Van Bon voor dat ik hem volg als hij op pad gaat. Zo kan ik schetsen hoe de dag van de wielerfotograaf eruit ziet. “Hoe stel jij je dat voor, volgen?”, vraagt hij. Eehm, nou vrij simpel, lijkt mij. Hij stapt in zijn auto, ik in de mijne en dan rijd ik achter hem aan. “Je mag het proberen, maar ik denk niet dat het handig is”, antwoordt Van Bon.
We besluiten het anders aan te pakken: ik rijd alvast naar het plaatsje Amboise. Van Bon heeft vernomen dat daar een kasteeltje ligt. Mooi voor de foto, dus dat wordt de eerste stop. Zelf komt hij dan later die kant op, zodat hij bij de start nog wat beelden kan schieten.
De beste plek om renners voor de lens te krijgen
Amboise is inderdaad een pittoresk stadje. Als een fotograaf-in-opleiding probeer ik in te schatten waar Léon straks het beste renners plus kasteel voor zijn lens kan krijgen.
Ik loop over de kade langs de Loire. Het kasteel ligt vanaf hier vrij hoog. En het wordt wat gecamoufleerd door huizen. Niet ideaal, lijkt mij. Misschien oogt het mooier vanaf de brug over de rivier. Ik wil de brug oplopen, maar wordt direct tegengehouden door een gendarme. De brug is ‘fermée’. Er mag geen volk overheen. Ook geen journalistenvolk.
Inmiddels zie ik over het parcours een Nederlandse auto aan komen rijden. Achter het stuur ontwaar ik Léon van Bon. Zijn eerste zorg: het parcours verlaten. Maar hoe doe je dat als de weg links en rechts is afgezet en er overal publiek staat? Léon opent zijn raam en weet een agent zo ver te krijgen dat hij de wegafzettingen verplaatst. Snel parkeert hij zijn auto en komt richting brug lopen, de camera om de schouder.
foto: Foto: Edwin Cornelissen
Het afsteken in een vak apart
Het afsteken - van plaats naar plaats rijden langs het parcours om het peloton op zoveel mogelijk plekken te zien - is een vak apart, legt Van Bon uit. Je rijdt door smalle straatjes, soms half over de stoep, moet afzettingen omzeilen, gewaagde manoeuvres uithalen én goed weten waar je parkeert. Zo kun je snel weer door, want een Tour-fotograaf heeft altijd haast als het koers is.
Samen met wat andere fotografen inspecteert Van Bon het uitzicht op het kasteel. Inderdaad, ook hij wil het liefst de brug op. Maar de gendarme is nog altijd onverbiddelijk. Een van de fotografen belt het hoofd van de gendarme om toch permissie te krijgen. De tijd verstrijkt en de renners zullen over 10 minuten langskomen.
Van Bon wordt wat onrustig. “Nu moet ik gokken”, schetst hij zijn dilemma. Ofwel hij gaat op zoek naar een ander plekje, ofwel hij hoopt op een goede afloop van het politie-overleg met het risico dat hij een allesbehalve perfect plaatje schiet.
Het wordt het laatste scenario, want het peloton rijdt al over de brug en komt dan door de bocht. Van Bon houdt de camera stevig tegen het hoofd gedrukt, draait mee met de renners terwijl het toestel onophoudelijk klikt. De coureurs zijn nét voorbij als Léon gehaast om zich heen kijkt of de bezemwagen al is langs geweest. Zodra dat het geval is trekt hij een sprint naar de overkant, zoekt hij snel zijn auto op, maant de agent om de afzetting weer even opzij te schuiven. En dan spoedt hij zich naar de volgende locatie.
Wielerfotografen, het zijn de cowboys van de Tour.