Tourcolumn: De Franse hunkering naar geel in Parijs
- Nieuws
- Tourcolumn: De Franse hunkering naar geel in Parijs
Frans chauvinisme is nooit ver weg in de Tour. Bij ieder klimmetje kom je ze tegen: les spectateurs met hun vlaggen, hun kartonnen borden met aanmoedigingen erop, hun megafoons en hun wegdecoraties. Opvallend vaak zijn de jubelteksten en juichkreten gericht aan Thibaut Pinot. Zijn grote belofte heeft hij mede door blessureleed de laatste jaren nauwelijks kunnen inlossen, zijn twijfels waren des te groter. En toch lijkt het grote publiek Pinot in het hart te hebben gesloten.
Misschien heeft het te maken met het etiket dat Pinot als veelbelovend en jong coureur ooit kreeg opgeplakt. Frankrijk zag in hem de gele hoop. En dat wil nogal wat zeggen in een land dat hunkert naar een Tour-winnaar. In Nederland weten we wat het is, het lange wachten op een opvolger van Joop. We mochten erover mijmeren na de podiumplaatsen van Tom Dumoulin (2de in 2018) en Steven Kruijswijk (3de in 2019). Maar meer dan dat werd het niet.
Frankrijk zit in een vergelijkbaar historisch pakket. Wij hadden Joop, zij hadden Bernard Hinault. De man van 5 Tour-zeges. Zijn laatste pakte hij in 1985. Saillant detail: hij loste toen zijn landgenoot Laurent Fignon af. Het waren de tijden van pure Franse wielerluxe. Maar ook voor de Fransen begon daarna de grote droogte. Natuurlijk, er waren successen. Podiumplaatsen voor bijvoorbeeld Virenque. Etappes met Voeckler in het geel. Ritzeges voor Jalabert. Maar uiteindelijk gaat het ook de Fransen maar om één ding: het geel in Parijs. Het geel dat al 37 jaar op zich laat wachten.
En toen was er, 10 jaar geleden, Thibaut Pinot die een daverende entree maakte in de Tour. De klimmer uit Mélisay won meteen een rit en eindigde als 10 de in het algemeen klassement. Twee jaar later stond hij in Parijs op het podium. Derde werd hij achter Nibali en zijn landgenoot Jean-Christophe Peraud. Er leek iets te gloren aan de Franse horizon.
Maar het inlossen van de belofte bleek een lastig verhaal. Fysieke problemen speelden hem meer dan eens parten. Zo zag Pinot een podiumplaats in de Giro van 2018 twee dagen voor het eind in rook opgaan toen hij uitdrogingsverschijnselen vertoonde en een inzinking kreeg. In de Tour van 2019 had hij een aardige 5de plaats voor het oprapen, totdat hij zich twee dagen vóór Parijs met een dijbeenblessure moest afmelden. Kapot was hij ervan. Weer een jaar later kreeg Pinot te kampen met een hardnekkige rugblessure, die het klimmen voor hem tot een hel maakte.
Noodgedwongen moest Thibaut Pinot pas op de plaats maken. Zijn lichaam rust geven. En daarmee ook zijn geest, die moest leren omgaan met de fysieke beperkingen enerzijds en de druk van de natie anderzijds. Want natuurlijk viel ook die last Pinot zwaar.
Nu, in 2022, is Thibaut Pinot terug. Hij is niet de oude. Integendeel, Pinot heeft een transformatie ondergaan. Hij heeft, met goedkeuring van zijn ploeg, afstand gedaan van zijn rol als klassementsrenner. Pinot mikt voortaan op de dagsuccessen.
De Fransen zien een Pinot die gelukkiger oogt op de fiets, relaxter. Nee, hij zal er niet mee in de voetsporen treden van Bernard Hinault. Maar na alle problemen is hij een blij coureur in het Tour-peloton. Het doet de Franse fans deugd. Voor ‘les spectateurs’ is het meer dan genoeg reden om zijn naam op het wegdek te kalken.
Radio Tour de France (NOS)
Radio Tour de France (NOS) hoor je vanaf 1 juli tot en met 24 juli op NPO Radio 1.