De transformatie van Desi Bouterse: van ster van de basketbalclub naar tiran en moordenaar
- Nieuws
- De transformatie van Desi Bouterse: van ster van de basketbalclub naar tiran en moordenaar
In zijn column voor OVT vertelt John Jansen van Galen hoe Desi Bouterse transformeerde van held naar tiran en moordenaar. Hij vraagt zich af, wat is er met die jongen gebeurd? Die jongen die lachend de camera inkijkt en toen nog bekend stond als de ster van de basketbalclub. Lees hier de column terug.
Kijk nou toch die foto! Zo jong, zo vrolijk, zo goedlachs. Desi Delano Bouterse, een halve eeuw geleden in Steenwijk. Ster van de basketbalclub, fameus danser, keukenprins van de pindasoep Hardloper die met een estafetteloop van 440 kilometer 8000 gulden inzamelt voor kankerbestrijding, Geven voor Leven, en als bijverdienste in Duitsland colporteert met encyclopedieën en schuine blaadjes. Wat is er met die jongen gebeurd?
Toen hij tien jaar later met zijn kornuiten de macht greep, wandelde ik op Martinique. De eindredacteur van de Haagse Post belde: 'Staatsgreep in Suriname! Subiet daarheen!' Eilandhoppend door de Caraibische Zee bereikte ik Frans Guyana en met busjes en een pontveer Paramaribo waar ik diezelfde middag door militairen werd uitgenodigd om een afstraffing bij te wonen van zogenaamde ‘profiteurs’. Ze lagen in hun onderbroek op een gazon en werden afgeranseld. Daar begon de verwording.
Maar vergis u niet: Nederland was blij met Bouterse, al wil niemand dat nu meer horen. Onze voormalige kolonie was 5 jaar eerder halsoverkop onafhankelijk geworden en het was er een zooitje, in het beeld dat door ons journalisten geschapen was. Het Surinaamse parlement stond bekend als Circus Stupido en er werd op grote schaal bauxiet geëxploreerd dat over een peperduur spoor van niks naar nergens vervoerd zou worden en waarvoor geen afzetmarkt was.
We waren ongeduldig, koloniaal ongeduldig. Toen kwam Bouterse. Nieuwe bezems vegen schoon, dat zag ik al in die kazerne. Voor wie links was kwam daar de romantiek van zelfbenoemde revolutionairen in battle dress bij. In de PvdA wilden alleen Den Uyl en Pronk, verknocht aan het democratische Suriname, de staatsgreep veroordelen, maar hun partijgenoten en de meeste Nederlanders gunden Bouterse het voordeel van de twijfel. Het kabinet Van Agt schonk zijn regime 500 miljoen.
Trouwens, Nederland had via zijn militaire missie een handje geholpen bij die staatsgreep maar dat zou later pas aan het licht komen en de ware toedracht daarvan staat in stukken die nog zestig jaar achter slot en grendel blijven. Bouterse zou immers schoon schip maken in de Surinaamse Augiasstal.
In de nacht van 8 op 9 december 1982 liet hij vijftien tegenstanders uit de weg ruimen. Ik kende vier van hen: Jozef Slagveer, Cyrill Daal, Kenneth Gonsalves en Frank Wijngaarde. Die moordpartij werd het morele ijkpunt van zijn regime waarvoor hij nu eindelijk definitief veroordeeld is, maar vervolgens maakte hij van het land bovendien een narcostaat waar de hele bevolking pinaarde, pardon: armoe leed, en in leven gehouden moest worden met voedselpakketten van hun naar Nederland gevluchte verwanten.
Na die jaren ontmoette ik hem eens in zijn partijcentrum zoals elke partij in Suriname er een heeft: een open terrein dat ze ‘erf’ noemen, met een bar. Na een reeks saaie sprekers kwam hij. Hij spiedde rond of er bakra’s, witten, onder zijn gehoor waren, dan kon hij ons in het Nederlands het kolonialisme voor de voeten werpen. En mijns ondanks bewonderde ik toen zijn weergaloze retoriek. Nederlanders vroegen vaak hoe Surinamers hem in vredesnaam tweemaal tot president konden kiezen. Misschien dat we na onze recente verkiezingsuitslag minder hoog van de toren blazen?
Maar die foto krijg ik niet meer uit mijn hoofd. Wat is er met die montere zwarte jongen gebeurd? Ze zeggen dat macht corrumpeert en dat is een waarheid als een koe, maar het verklaart niets. Hoe zou hij naar die foto kijken? Kijkt hij ernaar? Wat denkt hij dan? Denkt hij iets? Is twintig jaar gevangenisstraf toereikend voor zelfinzicht?