Mart op maandag: Brilliant, Bold en Class
- Nieuws
- Mart op maandag: Brilliant, Bold en Class
Vrij toevallig kreeg ik op zondag Troy Douglas, de voormalige atleet, aan de telefoon. We spraken over de WK in London en hoe hij (de sprinter van weleer, nu 54 jaar jong en looptrainer bij voetbalclub Ajax) naar de WK keek. Hij zei: ''Zoals eigenlijk altijd als het atletiek betreft, via de BBC.''
De gedecideerde manier waarop hij de zin uitsprak bracht ons naar een mooi gesprek over het geven van televisiecommentaar, de inzet van analisten bij sportontmoetingen en de totale presentatie van grote sportkampioenschappen.
Nou dien ik in alle eerlijkheid te zeggen dat ik ook al jaren naar de BBC kijk en luister als het atletiek (en tennis, rugby en vaak voetbal) aangaat. Waarom? Omdat zij beter zijn?
Dat is natuurlijk moeilijk te meten, maar ik denk ook niet dat je in die termen moet denken: het gaat niet om goed of slecht. Het gaat over het gevoel dat in een uitzending wordt gelegd dat door BBC-mensen zeer acceptabel en heel vaak heel prettig tot in de huiskamer gebracht wordt.
Bij het tennis is dat de stijve bovenlip en de gortdroge humor van Sue Barker en de hondsbrutale snieren van John McEnroe, bij het voetbal de waarlijk feestelijke woordenstroom van Gary Lineker en bij de atletieksport zet de BBC vaak een heel peloton van wel gebekte toppers van weleer in die er een echt feest van maken om naar te kijken en luisteren.
Dus nogmaals, als zij 'beter' genoemd worden dan Noorse, Amerikaanse, Spaanse, Nederlandse of Portugese mensen die de microfoon mogen beroeren dan is dat een kwestie van keuze en dus van smaak.
Ik wil en durf te stellen dat de totaaluitzending van de Britten rijker en vaak grappiger is dan die van anderen, waarbij mijn referentiekader klein is: Duitsland, België, Frankrijk en ons eigen land.
De Britten investeren bijna onmogelijk veel geld en mensen voor hun topevenementen. De WK van afgelopen week was er weer zo eentje, het kon bijna niet op.
Waar zie je, op elkaar opvolgende avonden mensen in beeld zitten en praten van het slag Jonathan Edwards, Steve Cram, Denise Lewis, Paula Radcliffe, Colin Jackson, Brendan Foster (in zijn laatste toernooi, hij zwaait na 37 jaar af bij de BBC), Jessica Ennis-Hill, de Amerikaanse gast Michael Johnson en was daar ook nog niet even de geestige Daley Thompson?
Wat een line-up en dat alles keurig bijeen gehouden door de prachtige, Brits koele Gaby Logan, was het atletiektoernooi bij de BBC een waar genoegen te volgen, daarin had Troy Douglas dus heel erg gelijk. Desavoueer ik hiermee anderen en wellicht ook de collega’s van de NOS.
In het geheel niet; ik constateer alleen dat de stal van de Britten groot was, de afwisseling in studiogasten vooral, het verschil in karakters dus ook en daar lag vooral de kracht van de BBC. Voor vele onderdelen had men verschillende kenners.
Om terug te komen op de NOS-uitzendingen… Dione de Graaf en analist Gregory Sedoc maakten er met zijn tweetjes zeer, zeer goede uitzendingen van.
Ik durf zonder meer te stellen dat Sedoc al een paar jaar bewijst dat sportwedstrijden op televisie analyseren hem zeer goed ligt; hij zou moeiteloos in de lange rij van BBC-vedetten kunnen zitten en dan zou hij daar waarschijnlijk de beste van allen zijn. Naar de NOS kijken werd mede door het leuke samenspel van De Graaf en Sedoc een fijne avondpassering, zonder meer.
Waarom dan de BBC zo’n veer in de billen gestopt?
Omdat het totaalproduct van de Britten anders, evenwichtiger en rustiger was dan elders en dus ook dan bij de NOS. Dat kan ook bijna niet anders, want in Hilversum moesten ze het met zijn tweetjes in een studio ver-van-de-baan doen en in London stond een heel leger klaar en hadden de Britten ook veel meer beeld en personeel tot beschikking.
Plus natuurlijk het feit dat er meer specialisten in de BBC studio zaten. Sedoc in Hilversum moest bij sommige competities gewoon verklaren dat hij weinig van die tak van de atletiek afwist en die eerlijkheid was groot, maar in London zat er dan wel steeds iemand die het wel wist.
Een kwestie dus van meer mogelijkheden, een vollere ruif, veel meer geld en dus een oneigenlijke vergelijking.
De NOS werkte prima met een soms zeer goede Jeroen Stekelenburg (die het ook wel eens moeilijk had bij zwaar teleurgestelde sporters tegenover hem) in London, maar tegen de overmacht van de BBC was niet op te knokken. Als dat al moest.
Kijk, atletiek en de BBC zijn al heel veel langer met elkaar getrouwd dan dat zulks met atletiek en de NOS het geval is. De Britten hebben al decennia lang totaalprogramma’s gemaakt en excelleren daarin, vaak gedragen door de voortreffelijke studiogasten, waar dus zelfs een Amerikaan (Johnson) voor ingehuurd is.
Laten we blij zijn dat de NOS het derde net in ons land een week lang veel kijkers gaf: deze topsport verdient het zo ruim aangepakt te worden, het is en blijft de moeder aller sporten en voor zo’n moeder moet je tijd en geduld en geld en mankracht inzetten.
De BBC maakte totaaltelevisie, een vak dat zij al langere tijd uitoefenen en waar ze verrekte goed in zijn. Laten we hopen dat ze niet lucht krijgen van het feit dat er in Nederland een ex-hordeloper/analist zit die hun grote, beroemde groep aanzienlijk sterker zou maken.
Ik ben benieuwd of Colin Jackson, de beroemde Britse hordeloper dan nog de analist numero uno voor zijn specialiteit zou zijn.
Ik denk het niet.
Zouden vele voetbalanalisten in onze televisie-industrie alsjeblieft eens een uurtje naar de manier van werken en praten van Sedoc willen kijken en luisteren. Om over de kalme manier van presentatie, kleding en mimiek nog maar te zwijgen.
Het lijkt me zeer leerzaam.