De Genocide Kwestie
- Nieuws
- De Genocide Kwestie
Turkije is kwaad en Nederland maakt zich druk om een genocide van lang geleden en ver weg. Maar waarom eigenlijk, vraagt politiek redacteur David van der Wilde zich af.
Je kon er gif op innemen. Natuurlijk zou Turkije woest zijn op de Tweede Kamer. Deze donderdag besloot het parlement de Armeense genocide officieel te erkennen. Vlak voor het Krokusreces werd nog snel een stevig statement gemaakt. Eén die een open zenuw in Turkije raakt. En inderdaad, dat geeft gedonder.
Ankara reageert diezelfde avond al geïrriteerd. Inmiddels is zelfs de plaatsvervangend ambassadeur op het matje geroepen. Turkse media trekken fel van leer. Vijf Nederlandse Parlementariërs met een Turkse achtergrond worden landverraders genoemd, terwijl hun collega Tunahan Kuzu (DENK) nog wat extra olie op het vuur gooit. Hij wil dat kandidaat-raadsleden met een Turkse achtergrond naar hun standpunt wordt gevraagd.
De Armeense RPF-erfenis
Eerlijk gezegd komt het wat vreemd op mij over, deze discussie. Waarom is die genocide van honderd jaar terug en drieduizend kilometer hier vandaan juist nu zo’n heikel punt in de Nederlandse politiek? Helaas zijn er genocides te over in de wereldgeschiedenis. En nee, die worden echt niet allemaal erkend. Je zou haast denken dat er een duistere politieke agenda meespeelt. Wordt hier expres op Turkse tenen gestaan? Nee. De hele kwestie is een RPF-erfenis.
Al in de jaren negentig wordt de Armeense kwestie op de Kameragenda gezet. Leen van Dijken van de kleine christelijke RPF-fractie wil dan erkenning van de Turkse genocide op Armeniërs. Later fuseert zijn partij met de GPV in de ChristenUnie. Daar nemen achtereenvolgens Andre Rouvoet en Joël Voordewind het stokje van hem over. Onophoudelijk maken zij zich hard voor wat op het eerste gezicht een exotische kwestie lijkt, maar bij nadere inspectie een volkomen logisch ChristenUnie standpunt is.
De RPF, en later de ChristenUnie, maken zich altijd hard tegen christenvervolging. Waar ook ter wereld. De genocide op de Armeniërs is daar een tragisch voorbeeld van. De twee miljoen Armeniërs in het Ottomaanse rijk waren apostolische, protestantse of katholieke christenen, ze werden bijna compleet van de Turkse bodem gevaagd. Tel daar nog eens bij dat er naar schatting 18.000 Armeniërs in Nederland wonen. Een groep die zich - gezien haar geloof - bij de ChristenUnie thuis zou moeten voelen en erkenning wil van dit historisch leed. Natuurlijk wordt daar dan voor gestreden.
Bloedbroeders
Turkije zit helemaal niet op dit soort erkenning te wachten. In de documentaire serie Bloedbroeders laten journalisten Sinan Can en Ara Halici prachtig zien hoe gevoelig dit onderwerp ligt. Iets anders dan woede mag je dan ook niet verwachten uit Turkse hoek. Geheel volgens het script dat iedereen had kunnen bedenken worden de diplomatieke spanningen uitgespeeld.
Het enige wat bij mij nog vragen oproept is dat artikel in Sabah. Waar vijf Kamerleden met Turkse roots verraders van Turkije worden genoemd. Kamervoorzitter Khadija Arib nam zaterdag in Nieuwsuur als een leeuwenmoeder onze parlementariërs in bescherming. Geheel terecht stelt ze dat bedreiging of aanzetten tot bedreiging onacceptabel is. Al zit daar ook een gevaarlijke kant aan.
Natuurlijk kan een politicus een mening hebben over artikelen, berichtgeving en nieuws. Al hoop ik in dit geval dat het daarbij blijft. Als Nederlandse politici zich intensiever met de Turkse berichtgeving gaan bemoeien komen we in een schimmig schemergebied terecht. Sowieso gaan zij niet over media en zeker niet over de buitenlandse pers. Helemaal in dit geval lijken Kamervragen, of het eisen van excuses, olie op een diplomatiek vuur dat geen extra brandstof nodig heeft.
David van der Wilde is politiek redacteur voor De Nieuws BV