Mart op maandag: Max in beeld
- Nieuws
- Mart op maandag: Max in beeld
[AVROTROS] Het was een veelbesproken week voor Max Verstappen en het eindigde met een soort jubelkreet op de publieke zender: op vrijdag mocht Jeroen Pauw zich opstellen tegenover de winnaar van de Grote Prijs van Spanje. Je kunt de namen ook omdraaien, maar dan doe je de waarheid geweld aan, denk ik.
Na gekissebis, na het heen en weer sturen van lichte en ook zure verwijten en welles-nietes zaken of autosport nou wel of niet bij “de publieken” thuishoort, werd de studio-interview-vorm gevonden voor de Wiedergutmachung. Tenminste zo leek het.
Ik ben ervaringsdeskundige. Door de jaren heen heb ik sportmensen die iets moois hadden gedaan tegenover me gehad. Voor een gesprekje of een interviewtje of hoe je het noemen wilt.
Zulke affaires leverden steevast problemen op: de schaatsers van de generatie Hilbert van der Duim hielden ostentatief hun mutsen op in stomend hete studio’s en maakten ruzie bij het verzoek het Unox-wolletje te verwijderen.
Wielrenners werd verzocht a.u.b. het met reclameteksten bedekte petje af te doen en de dreiging van het niet uitzenden volgde als de renner toch het textieletje op de kop hield. En altijd moest je weer vragen trainingsjacks, polo’s en T-shirts alsjeblieft, alsjeblieft uit te doen.
Dat was in het Nederland van regels en richtlijnen, opgesteld door betweters, puriteinen, regelmakers en koninklijk verzegeld tot een Elfstedentocht in de jaren tachtig toen W.A. van Buuren de opening in de gewraakte denkrichting vond door in duidelijk zichtbare kleding van Marlboro en Playboy in beeld te gaan rijden.
Ik weet nog dat er sportmensen waren die dubbele lagen kleding aantrokken en anderen die de mutsen zo dicht over de ogen trokken dat ze bijna niets meer konden zien. De strijd was lachwekkend. Van beide kanten wel te verstaan.
De regels van Til Gardeniers (de minister die haar handtekening onder de papieren had gezet) waren wurgend beperkend, nogal dom en zeldzaam ouderwets en niet aangepast aan internationale (ongeschreven) regels of het gevoel daaromtrent. De boetes die soms volgden waren flink en zorgden voor oorlog.
Studio-interviews waren en bleven ondingen, waarbij sporters de rand van het betamelijke opzochten en televisiemakers moesten schipperen met altijd de dreiging van die hoge boete van “het commissariaat” als een honkbalknuppel achter de deur.
Ik weet het, want ik moest er decennialang mee werken. Reclame was en bleef vies en verboden, hoewel de schroefjes heel langzaam los gedraaid werden.
En daar komt ineens een stralende Jeroen Pauw; de winst is voor hem, zo zie je meteen, hij gaat scoren met Neerlands wonder op wielen en dat wonder verschijnt in een studio-setting als een door de firma Red Bull neergezette kerstboom op Times Square.
Welke mens draagt een baseball-cap in een tamelijk warme studio?
Dat was en is nog altijd de initiële vraag bij het aanzien van een dergelijk “televisieshot”.
Maar behalve de pet was er nog een soort jack, ook dicht getimmerd met commerciële namen, maar alles mocht op deze vrijdagavond.
In dit geval werd me veel duidelijk: de totale knieval was een feit. Veertig jaar moreel geploeter ging in de versnipperaar. Fucking johei, joho.
De publieke omroep, geklopt door Ziggo op de zondag van de race, komt in de late rebound met deze oplossing: we zien voor een uurtje maar even alles door de vingers. Dat moeten die muggenzifters van “het commissariaat” dus ook maar begrijpen. Of ze van tevoren ingeseind waren?
Ja toch, neem ik maar aan.
Daar waar in het verleden vele topsporters gevraagd werd andere zaken aan te trekken, alsjeblieft geen muts of pet op te zetten, daar waar anderen de reclamevrije kleding van cameramensen of redactieleden moesten lenen en aantrekken, daar waar het debielenshot van een pet-op-het-hoofd-in-de-studio honderd procent no-no was, werden alle regels in enen overboord gemieterd. Max was immers heilig, en heiligen praat je naar de mond.
En dus glorieerde Pauw (die meldde ook een rijbewijs te hebben) in een opmerkelijk leuk gesprek waarbij de antwoorden van de zeer verstandige Verstappen meer houtsneden dan de tamelijke lekenvragen van Pauw (zonder pet overigens).
Een dag later reed Steven Kruijswijk een fabelachtig mooie etappe in de Giro d’Italia, een dag later gevolgd door een puike tijdrit. Er schoof een duivelse gedachte bij me binnen: stel Kruiswijk blijft overeind en haalt Turijn in het roze.
Stel dat “we” dan ook zo opgewonden gaan doen over een Nederlandse sportman die iets “buitengewoons” heeft gedaan (hetgeen ik direct her- en erken), stel dat ook voor die Nederlander een fraai roze studiogesprek wordt georganiseerd omdat nog nooit een Nederlander de Giro wist te winnen en we verrekte blij met deze renner moeten zijn….
Voelt U de volgende vraag al komen?
Juist: mag die Kruijswijk dan ook als een opgetuigde Lotto-Jumbo-salesman in de studio tegenover wie dan ook gaan zitten? Met pet, trainingsjack, handschoentjes (tegen de kou) en alles aan dat hij draagt in de uitoefening van zijn vak?
Of was deze Pauw-voorstelling er eentje van “Max is er en we leggen deze jonge man helemaal niets in de weg, noch zijn management, noch zijn sponsor, noch zijn familie, zijn hele racestal, noch mannetje Ecclestone of wie dan ook?
Ik hoorde ook al een collega roepen: “Welk bedrag is daarvoor neergelegd?”
Ik riposteerde:” Van welke kant bedoel je?”
Hij schoot in de lach:” Inderdaad, ik denk waarschijnlijk in de verkeerde richting!”
Ach…het zal.
Vallen we in 2016 nog over een jonge sporter die, omdat de wetten van de commercie nu eenmaal eisen dat je tegenwoordig een pet op hebt, ook als je binnen zit?
Ooit leerde ik dat alleen de hele grote sporters tegen al die door opgewonden marketingmensen bedachte foefjes en zieligheden optreden door “normaal” te doen en in kleding te zitten die ze zelf kozen, waar niets op te lezen viel dat op reclame leek en dat dus moeiteloos langs “het commissariaat” wist te komen.
Ik herinner me Ireen Wüst en Sven Kramer als opmerkelijke voorgangers in die sekte…Keurige, bijna serene, non-commerciële kleding; een hemel van verluchting voor velen.
Het is dus wachten op de finish van de Giro en hopen dat Kruiswijk het inderdaad gaat redden. En dan, met kloppend hart, naar het grote studio-interview gaan kijken. Alleen daarom moet Kruijswijk (welk een rust gaat van hem uit) al deze Giro winnen.
Ik kan niet wachten…En waarover het in werkelijkheid gaat?
Niet om Red Bull of Lotto Jumbo, maar om de sporter zelf, de naakte sporter. Zijn of haar daden vormen de basis en later de woorden en het hoe en waarom.
Zo leerde ik dat ooit, maar ook ik weet dat niet alleen de tijden veranderen, maar ook mensen, wetten, regels en gevoelens. Zelfs de vraag “hoe hoort het eigenlijk?” is aan revisie toe, naar het schijnt.