Arend Jan Boekestijn: Het gaat niet om soevereiniteit maar om invloed
- Nieuws
- Arend Jan Boekestijn: Het gaat niet om soevereiniteit maar om invloed
[EO] Maandag maakte het programma EenVandaag de resultaten van een nexit-enquete wereldkundig. Maar liefst 46 procent van de ondervraagden bleek een Nederlandse uitreding uit de EU te steunen. Dat percentage is hoger dan in de meeste andere EU lidstaten.
Wat de argumenten zijn waarom mensen een nexit steunen werd in dat EenVandaag onderzoek niet uitgewerkt maar ik vermoed dat de wens om nationale soevereiniteit te behouden of te herwinnen hier een grote rol speelt. Wat is er nu mooier dan dat de burgers van een nationale staat zelf hun toekomst kunnen bepalen en niet worden gehinderd door internationale afspraken en regels?
Ik vrees dat dit soevereiniteits-fetisjisme gebaseerd is op een denkfout. Mensen denken dat alleen een soeverein land zijn eigen toekomst kan bepalen en zich in de vaart der volkeren omhoog kan stuwen. Het probleem is echter dat ook een soeverein land afhankelijk is van het gedrag van andere staten. Het meest extreme voorbeeld is natuurlijk mei 1940 toen de Duitsers ons land binnenvielen. Ons land was soeverein en neutraal maar dat weerhield Hitler er niet van om binnen te vallen.
Eenzelfde mechanisme doet zich voor bij Europese samenwerking. Ons land was voor WO II volledig soeverein want er bestond geen Atlantische noch Europese samenwerking maar wij hadden wel last van het gedrag van andere staten. Tijdens de grote economische crisis besloten steeds meer landen om de waarde van hun munt te devalueren waardoor Nederland dat lang vasthield aan de Gouden Standaard steeds meer moeite had om te exporteren. Onze monetaire soevereiniteit leverde ons dus niets op. Het zou verstandiger zijn geweest als Europese staten in het interbellum met elkaar hadden afgesproken om niet elkaar te bestoken met competitieve devaluaties waardoor iedereen op den duur welvaart verloor.
Het gaat dus niet zozeer om soevereiniteit maar om de mogelijkheid om via internationale afspraken invloed te krijgen op het handelspolitieke gedrag van de staten met wie men het meeste handel drijft. Het aardige van de Europese samenwerking is nu dat het ons land deze mogelijkheid biedt. Vroeger klaagde Nederlandse ondernemers steen en been dat zij hun producten niet op bijvoorbeeld de Belgische of de Franse markt konden afzetten omdat de regeringen aldaar regeltjes en foefjes bedachten om hun eigen ondernemers te beschermen.
Door de Europese samenwerking kan dat niet meer. Ondernemers weten aan welke standaard hun producten moeten voldoen om ze te kunnen verkopen aan een half miljard burgers die leven in een gemeenschappelijke markt. Mocht er toch obstructie plaatsvinden dan kunnen ondernemers naar de rechter stappen om verhaal te halen. Het is een systeem dat duizend keer beter is dan dat van het interbellum waarin iedereen soeverein was maar niemand greep had op het gedrag van de andere staten. Het is dus beter om internationale afspraken te maken die weliswaar de soevereiniteit een beetje beperken maar die de invloed, en daar gaat het om, vergroot.
Nu zult u misschien denken, dit verhaal is allemaal te technisch en die Boekestijn is vast een EU juichaapje die weer zijn stokpaardjes berijdt. Dat mag u van mij allemaal denken maar ik geef u nog een gedachte in overweging. Nederland is een klein land met een open economie dat een flink deel van zijn bnp over de grenzen verdient. Wij zijn ook nog een dure verzorgingsstaat die alleen in stand kan worden gehouden als de private sector bereid en in staat is om belasting te betalen. Die private sector verdient een flink deel van zijn winst in het buitenland. Als de export om wat voor reden dan ook instort hebben wij in Nederland met zijn allen een groot probleem.
Welbeschouwd hangt de aard van onze staat, namelijk die van een verzorgingsstaat, mede af van de mogelijkheid van ondernemers om hun producten ook aan het buitenland te verkopen. Het is juist hier waar de Europese samenwerking zijn grootste successen heeft behaald omdat het een forum en regels biedt waarin handelspolitieke geschillen konden worden beslecht.
Iedereen die dus nationale soevereiniteit verabsoluteert draait Europese samenwerking de nek om en daarmee niet alleen onze export maar ook onze banen en de verzorgingsstaat. Ik denk dat niemand dit een goed idee zou moeten vinden.
Er is veel mis met de Europese Unie. Het is een schande dat de lidstaten niet bereid waren een serieuze gemeenschappelijke grensbewaking te financieren toen de Schengen binnengrenzen werden opgeheven. Het is ook treurig dat de eurozone zo onbezonnen is uitgebreid waardoor wij nu van crisis naar crisis gaan. Met de gemeenschappelijke markt is echter niets mis. Het is het fundament van onze welvaart en iedereen die daar afscheid wil nemen zou zich moeten verdiepen in de boulevard of broken national dreams van het interbellum. Het gaat niet om soevereiniteit maar om invloed. De EU biedt ons een forum om invloed uit te oefenen op het gedrag van andere landen.
De Britten zullen straks, als zij tot brexit zouden besluiten, nog hun haren uit het hoofd trekken. Zij hebben buiten de EU geen enkele invloed meer op de regels terwijl zij om toegang te hebben tot onze markten wel zich aan die regels moeten houden. Het is voor de Britten te hopen dat het Remain kamp wint.