'Voor iedere gedragsvorm die afwijkt van de norm is wel een naam'
- Nieuws
- 'Voor iedere gedragsvorm die afwijkt van de norm is wel een naam'
[BNNVARA] Ik heb natuurlijk makkelijk praten. Mijn kinderen waren nooit van die drukke stuiterballen. Mijn kinderen kregen nooit een rugzakje. Vaak genoeg is me gevraagd: heb jij VIER kinderen? Mijn god, hoe hou je het vol. En als ik dan die niet-luisterende rondsjezende brandweersirenes van diegene zag, dacht ik ook vaak: ja, als ik vier van zulke had gekregen was ik na één wel opgehouden. Dus ja, ik heb makkelijk praten, met kinderen die wél luisteren, die - bijna allemaal - naar wens presteren op school.
Ik zal de laatste zijn om te beweren dat bepaalde kinderen niet een klein probleempje hebben. Zo was er in de klas van een van mijn zoons een jongetje die de neiging had stoelen op hoofden van klasgenoten stuk te willen slaan. Hij werd al gauw omgedoopt tot Erik hetekop vanwege zijn doodenge driftbuien waar iedereen voor wegvluchtte. Er was een ander ventje dat zo druk was dat de hele klas aandrong op het innemen van zijn pilletje. Iedereen wist dat hij ADHD had en er werd door mijn zoon dan ook vaak lacherig over verteld. Ik zat ooit met het joch aan de ontbijttafel bij het schoolkamp. Dan had hij zijn pilletje gehad, maar vloog de hagelslag me om de oren en hij praatte nog steeds zo snel dat ik na vijf minuten al horendol van hem werd.
Toch kan ik mij niet aan de indruk onttrekken dat er ook genoeg kinderen zijn die labels krijgen opgeplakt omdat het de school, de ouders of het kind zelf goed uitkomt. Voor iedere gedragsvorm die afwijkt van de norm is wel een naam. De gretigheid waarmee docenten kinderen willen testen op het een of ander heeft me altijd verbaasd. Leer gewoon omgaan met ander gedrag. Maar nee, op de PABO denken ze kennelijk dat kinderen allemaal hetzelfde zijn.
Er zijn deskundigen die beweren dat er over-gediagnosticeerd wordt. Dat er geen probleemkinderen zijn, maar een probleemopvoeding. Dat gewoon druk jongensgedrag wordt afgekeurd in deze zoals ze dan zeggen: feminiene maatschappij. Dat een beetje een beweeglijk joch al een wiebel kussen krijgt, zodat hij maar stil blijft zitten in de klas.
Het is natuurlijk ook wel lekker dat een kind wat niet kan rekenen tegenwoordig ‘dyscalculie’ heeft, een kind wat slecht leest zonder problemen ‘dyslectisch’ wordt genoemd, dat een kind wat anderszins niet helemaal naar wens is het label PDD/NOS krijgt. NOS staat voor Not Otherwise Specified, of beter: we weten het ook niet. Maar dan hebben we er in ieder geval een naampje voor. Dat ontslaat de ouders van alle blaam.
En daar zit hem wel het probleem. We leven in een wereld waarin jongens zogenaamd weer jongens moeten zijn, vieze broeken moeten krijgen en fikkies moeten stoken, maar als ze al te veel jongen zijn, dan pompen we er maar wat pillen in. Het enige juiste kind is het rustige kind. Wilde kinderen, daar worden de ouders op aangekeken. Afwijkende kinderen, daar hebben de ouders een steekje laten vallen.
Als we nou eens allemaal wat minder veroordelen wat ouders doen, hoe kinderen zich gedragen. Als docenten en ouders nou eens gaan inzien dat kinderen kinderen zijn, in alle soorten, maten en kleuren. Dat niet overal een pil in hoeft. Dat we niet iedereen die anders is hoeven op te bergen in een nuthouse. En alsjeblieft, ouders, ga een beetje meer opvoeden. Een beetje meer regels. Een beetje meer strengheid. Daar worden ze alvast een stuk rustiger van.