Waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit zijn vervolgd
- Nieuws
- Waarom Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië nooit zijn vervolgd
Dat de Nederlandse Staat het gewelddadige optreden tijdens de politionele acties in Nederlands-Indië bagatelliseerde, is inmiddels bekend. Maar nu blijkt dat opeenvolgende premiers actief het vervolgen van Nederlandse militairen voorkwamen. “Niet in de eerste plaats vanwege lijfsbehoud”, zegt auteur Maurice Swirc.
Video niet beschikbaar
Zijn boek De Indische doofpot verschijnt vandaag. Swirc vertelt bij Spraakmakers dat de misdaden in voormalig Nederlands-Indië geregeld 'excessen' zijn genoemd. “Maar het waren geen uitzonderingen. Het kwam op grote schaal en structureel voor”, legt hij uit.
Verjaringswet
Swirc ontdekte ook dat er tot aan het hoogste politieke niveau is meegewerkt aan een doofpot. In de verjaringswet, waarin staat dat oorlogsmisdaden nooit verjaren en dus altijd vervolgd kunnen worden, is een uitzondering gemaakt voor één periode, vertelt hij. “De periode van de dekolonisatie-oorlog en voor Nederlandse daders.”
Het is volgens hem op een "stiekeme manier" gebeurd. Nederlands-Indië werd niet expliciet benoemd in de wet, “maar ik heb notities gevonden die dit zeggen”.
Lijfsbehoud
De redenen laten zich raden. “Er waren veel belangen. Maatschappijbreed waren er zo veel mensen bij betrokken. Zo’n 2000 soldaten en hun familie. Maar ook voormalig premier Willem Drees zelf. Die had de opdracht te geven tot de politionele acties. Als er een rechtszaak zou komen, dan kwam hij zelf in beeld. En dat wist hij.”
Er zijn gedurende de tijd explosieve onderzoeksrapporten verschenen waarin de misdaden stonden. Als voorbeeld noemt Swirc het rapport uit 1954 van Van Rij en Stam. “Daarin staat duidelijk beschreven dat er sprake was van oorlogsmisdaden.” Bij het wegstoppen waren grote namen uit de Nederlandse geschiedenis betrokken. “Drees en zijn kabinet hebben erover vergaderd en besloten: hier komen we nooit meer op terug.”
Koningshuis
Het zegt veel over de tijdsgeest, meent Swirc. Net als de transcriptie die hij vond, van een gesprek tussen koningin Wilhelmina en president Roosevelt van de Verenigde Staten. Hij vraagt haar: moet Indonesië niet onafhankelijk worden? Over het gebied rond Java antwoordt ze ‘ja’, maar over Nieuw-Guinea zegt ze: “Nee, dat kan niet onafhankelijk worden. Daar wonen de achterlijkste mensen, wiens schedels het minst ontwikkeld zijn.”
“Ik wist niet wat ik las!” meent Swirc. “Dat zijn uitspraken van de Koningin over haar eigen onderdanen, over zee.” Het schokkende vindt hij dat eerdere onderzoekers dit document ook hebben gezien, maar die hebben het eufemistisch weergegeven. “Dat er op het allerhoogste niveau op deze manier gesproken werd.”
“Je moet het zien in het tijdsgeest”, vult hij aan. “Het helpt begrijpen wat er in die tijd is gebeurd.” Maar, benadrukt Swirc: “De misdaden van toen, waren in strijd met de wetten van toen.”
Een grootschalig onderzoek van onder meer het NIOD naar dit onderwerp wordt op 17 februari gepubliceerd.
Maurice Swirc over Nederlandse oorlogsmisdaden in Indonesië
Mis niets met de nieuwsbrief van Spraakmakers
Spraakmakers maken we mét jou als luisteraar. En om jou zoveel mogelijk bij ons programma te betrekken, versturen we een dagelijkse nieuwsbrief. Hierin vind je de stelling van de dag, de onderwerpen in de uitzending en een interessant artikel dat zeker het lezen waard is. Zo kun je gemakkelijk meepraten en mis je nooit meer iets!