De Olympische sport verbroedert? Dat is niet vanzelfsprekend
- Nieuws
- De Olympische sport verbroedert? Dat is niet vanzelfsprekend
'De vrolijke Spelen' zouden het worden: de Olympische Zomerspelen in 1972 in München. Het veranderde echter in een bloedbad door de gijzeling van de Israëlische delegatie. 50 jaar later schrijft Rolf Bos er het boek Een Duitse Zomer over. In OVT vertelt hij over de rol van de politiek in dit drama, en hoe het Olympische devies ‘sport verbroedert’ niet zo vanzelfsprekend is als het vaak lijkt.
Video niet beschikbaar
De 'vrolijke Spelen'
Het moest zo’n mooi en onbezonnen evenement worden: de Olympische Spelen van 1972 in München. De ‘vrolijke Spelen’ werden ze vooraf nog genoemd; dé kans voor West-Duitsland om het juk van de Spelen uit 1936, georganiseerd onder het bewind van Adolf Hitler in Berlijn, van zich af te schudden. Een nieuw en vrij Duitsland kon aan de wereld getoond worden. Het eindigde echter in een bloedbad. Elf Israëlische atleten en een Duitse politieman kwamen om tijdens een gijzeling door een Palestijnse terreurbeweging.
München moest het anti-Berlijn worden
Volgens Rolf Bos, schrijver van het pas verschenen boek Een Duitse Zomer, was het gebrek aan beveiliging onder andere te wijten aan de manier waarop West-Duitsland zichzelf aan de rest van de wereld wilde presenteren: “Er moesten geen militairen in het straatbeeld zijn, geen laarzen, geen wapens. Iedereen moest overal toegang tot hebben.” Een naïeve gedachte, noemt Bos het nog, aangezien er ook een rapport klaarlag dat waarschuwde voor potentiele aanslagen uit Noord-Ierse, Baskische en Palestijnse hoek. Het rapport werd door hogerhand echter ver weggestopt. Militair vertoon op de straten was pertinent uit den boze: “München moest het anti-Berlijn worden.”
The games must go on
Atleet Jos Hermens was er 50 jaar geleden zelf bij in München. Hij herinnert zich nog goed hoe, na het bloedbad, de top van de Spelen al na enkele rustdag besloot de Spelen door te laten gaat. “The games must go on,” hoorde Hermens met ongemak verkondigd worden tijdens de rouwdienst in het Olympisch stadion. “Ik vond het misselijkmakend. Alles leek erop dat de Spelen te belangrijk waren om niet door te laten gaan.” Hermens was uiteindelijk slechts een van de weinige sporters die het besluit nam om direct naar huis te gaan: “Ik heb altijd gezegd. Als je op een verjaardag bent, en er worden mensen vermoord, dan ga je ook niet door met de verjaardag.”
Gastlanden gaan tijdens de organisatie van de Spelen vaak tot het uiterste om hun eigen imago op te krikken. Soms tot op het propagandistische aan af. Zo was het in 1936 in Berlijn, en in 1972 in München. “Sinds de introductie van de eerste moderne Olympische Spelen in 1896 is sport en politiek altijd met elkaar verweven. Dat is eigenlijk nooit anders geweest,” observeert Bos.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Ook vandaag de dag zorgt dat gegeven voor veel wrevel. Want moeten wij bijvoorbeeld een land als China, dat op het punt staat de Winterspelen te organiseren en tegelijkertijd onder vuur ligt wegens mensenrechtenschendingen in Xinjiang, wel een dergelijk podium bieden? De meningen blijven erover verdeeld. ‘Sport verbroedert,’ luidt het devies van de Olympische Spelen, maar daar valt dus heel wat op af te dingen.