Nabestaande onderzoekt bedrijf Joodse overgrootvader: 'Hij is eruit gejaagd'
- Nieuws
- Nabestaande onderzoekt bedrijf Joodse overgrootvader: 'Hij is eruit gejaagd'
In de podcast Verdwenen Winkels gaat podcastmaker Rose Heijnen op zoek naar informatie over de vergane winkelketen van haar Joodse overgrootvader, Jacob Menko, die in de Tweede Wereldoorlog zijn bedrijf verloor en werd vermoord. Ze stuit op een geschiedenis van angst en leed, maar ook op een geschiedenis van onrecht. Niet alleen door de Duitsers, maar ook door de Nederlanders.
Rose vertelt over haar zoektocht in De Nacht van EO, samen met haar oma Emmy en haar moeder Jolande. De drie vrouwen wisten jarenlang bijna niets van hun voorouders in de oorlog - zélfs de 85-jarige Emmy niet. Zij werd als jongste telg van de familie geforceerd om in haar eentje te vluchten toen de oorlog begon: "Mijn tante bracht mij naar een onderduikadres. Ik voelde me verraden, ik heb vreselijk gehuild."
Rose Heijnen over podcast 'Verdwenen Winkels'
Emmys familie werd niet veel later opgepakt door de Duitsers en vermoord in concentratiekamp Sobibór. Ze wist van niets. "Ik kwam er pas achter toen ik in de zesde klas zat en een documentaire zag over de bevrijding van Bergen-Belsen. Toen was ik al twaalf. Toén pas besefte ik wat er met mijn familie gebeurd was", vertelt ze.
'Alles werd weggedrukt'
Na de oorlog kwam Emmy als weeskind bij haar tante terecht. Ze begroeven het verleden. "Alles werd weggedrukt. Mijn tante was zo getraumatiseerd, ze sprak nergens over. En ik vroeg niets". Zo raakte de geschiedenis van de familie en van haar vaders bedrijf geheel in vergetelheid. "Ik heb eigenlijk nooit meer over mijn familie gesproken tot ik, nou, 51 was", geeft Emmy toe.
Nu, twee generaties later, neemt Rose het initiatief om de geschiedenis van haar overgrootvaders bedrijf weer op te graven. Dat haar oma dat al die jaren niet heeft gedaan, begrijpt ze goed: "Dat bedrijf… Er was geen ruimte voor. Het was – en is –ondergeschikt aan het feit dat de familie vermoord is."
Weggejaagd
Rose kwam er met behulp van archiefstukken achter dat haar overgrootvader vijf volkswarenhuizen in Oost-Nederland heeft opgericht, met de naam Epa. "Een soort Hema", vertelt ze. Tijdens de oorlog wordt hij zijn eigen bedrijf uitgejaagd: "Er kwam een maatregel in 1941. Joodse bedrijven moesten worden ‘geariseerd’. Ze werden gedwongen verkocht, of de joden moesten ontslag nemen."
Rose’s overgrootvader werd uit zijn functie gezet, en een niet-Joodse boekhouder van het bedrijf werd door de nazi’s aangesteld als nieuwe directeur.
Naoorlogs onrecht
Na de oorlog zag deze directeur geen heil meer in de Epa. "Hij ging de winkels verkopen, in naam van een Duitse roofinstantie. Die roofinstantie heeft waarschijnlijk de opbrengst gekregen van de verkoop", vertelt Rose. "Het is opgekocht door een Nederlands bedrijf. Ze konden het waarschijnlijk goedkoop kopen op dat moment, in 1944."
Alle Joden die aandelen hadden in het bedrijf waren vermoord. Omdat zij geen stem meer hadden, kregen de nabestaanden niets. "Eigenlijk kun je zeggen dat die verkoop niet plaats had mogen vinden… Maar na de oorlog oordeelde de overheid toch dat het goed was, die verkoop", zegt Rose. "Nederlandse bedrijven hebben daarvan geprofiteerd. Na de oorlog werd er weinig rekening gehouden met Joodse erfgenamen. In dit geval zeker niet."
In haar podcast komt Rose erachter dat het bedrijf dat Epa heeft opgekocht nog steeds bestaat - sterker nog, het bedrijf runt vandaag de dag een grote winkelketen. In de laatste aflevering van de podcast, die maandag uitkomt, zoekt Rose contact met de eigenaars.
De podcast Verdwenen winkels is gemaakt voor NPO Luister en is ook daar te beluisteren. Daarnaast is het te beluisteren op alle streamingdiensten.