Hoe de Egyptenaren ooit begonnen met staken
- Nieuws
- Hoe de Egyptenaren ooit begonnen met staken
'Wij hebben honger', scandeerden de werklieden die de graven voor farao's aanlegden. Ze wilden betaald krijgen maar Ramses III hield zijn poot stijf. Staken leek nog de enige optie, dus zo geschiedde. Maar, hoe werkte zo'n staking in de 12e eeuw voor Christus? Dat vertelt journalist en egyptoloog Saskia Bosch in J.G.L.W.
De allereerste staking ooit
Video niet beschikbaar
Werklieden in de 12e eeuw voor Christus hadden niet veel te klagen. Een werkweek duurde tien dagen, waarvan acht dagen werd gewerkt en twee dagen overbleven voor de nodige rust. Bovendien waren de secundaire arbeidsvoorwaarden ook niet verkeerd: voor rouwen en trouwen kreeg men vrij en als er een baby werd geboren was er tijd voor een dag verlof. 'Het Zweden van de oudheid', zou je kunnen zeggen.
Het neusje van de zalm
Destijds werd men uitbetaald in natura, geld zoals wij het nu kennen bestond nog niet. Zo kregen ze graan om brood te bakken en bier te brouwen en af en toe konden ze ook naar huis met groenten, zout en anders voedzaams. Bovendien hadden ze slaven die voor hen water naar het dorp brachten.
De werklieden waren belangrijk, vertelt Saskia Bosch. "Ze waren het neusje van de zalm." Het belang van hun werk was bijna niet te overschatten, "want het graf was voor de eeuwigheid dus niets was daar te goed voor", vertelt Bosch. "Het moest er leuk uitzien en de tekst moest goed zijn, er mochten geen fouten in staan. Het waren natuurlijk hele grote graven vaak, dus dit waren top ambachtslieden."
Petjes, fluitjes en spandoeken
Maar, om en nabij het jaar 1158 voor Christus was de maat vol voor de steenhouwers, timmerlieden, schilders en schrijvers in Egypte. Ze waren een goed leventje gewend maar daar kwam een einde aan toen zij niet werden uitbetaald.
Petjes, fluitjes en spandoeken kwamen er niet aan te pas in een staking in de 12e eeuw voor Christus. "Er was nog geen vakbond die leuke sjaaltjes kwam uitdelen", zegt Bosch. "De werklieden hadden al diverse keren geklaagd bij verschillende hogere bazen, maar dat zette geen zoden aan de dijk. Op een gegeven moment waren ze toen zo kwaad en hadden ze zo'n honger dat ze bij een nabij gelegen tempel een sit-in organiseerden. Ze riepen heel hard 'wij hebben honger'."
Dat dit bestempeld wordt als de eerste staking ooit, komt omdat dit de eerste staking is die in papieren is teruggevonden. Bosch: "Blijkbaar vonden de Egyptenaren het ook wel bijzonder dat dit was gebeurd en hebben ze de moeite genomen om een verslag waarin beschreven hoe het allemaal in zijn werk ging, is vastgelegd."
Er was nog geen vakbond die leuke sjaaltjes kwam uitdelen
Ramses III, de laatste grote farao
Ramses III was ten tijde van de staking farao. Hij wordt wel beschouwd als de laatste grote farao. Tijdens zijn regeringsperiode was Egypte in verval, dus er kwam waarschijnlijk minder belasting binnen. Bovendien werd het land aangevallen dus moest Ramses III een leger op de been brengen, wat veel geld kostte. Bosch: "En dan hoef je maar één of twee misoogsten te hebben en dan heb je een probleem." Want ja, het uitbetalen van de belangrijke werklieden lukte dus niet.
Als farao deed Ramses III het verder wel oké, zegt Bosch. Hij heeft de buitenlandse volkeren verslagen, veel nieuwe gebouwen gebouwd maar kwam wel op een nare manier aan zijn einde. Bosch: "We vermoeden momenteel dat hij om het leven is gebracht door een samenzwering door zijn eigen harem, toch een populariteitsprobleem."
Staken is beter dan klagen
En dan nog de belangrijke vraag: werkte de staking, kregen de werklieden toch nog waarop hoopten? Bosch: "Ze kregen uitbetaald, maar niet zoveel als ze hadden moeten krijgen. Daarna zijn er nog meer stakingen geweest want het bleef een structureel probleem. Daarnaast bleek staken beter te werken dan klagen bij je baas." Sneller een sit-in en minder klagen bij je baas, is dus het devies van de oude Egyptenaren.
Jaren die ook Geen Lieverdjes Waren - JGLW
We zijn ongeveer halverwege 2020 en we kunnen nu eigenlijk al wel zeggen: dit jaar gaat de geschiedenisboekjes in als een venijnig jaar. Ieder jaar heeft natuurlijk z'n schaduwzijde, in JGLW bespreken Wouter Bouwman en Roelof de Vries de rafelrandjes van een jaar dat achter ons ligt.