'De overheid moet schimmeloverlast serieus aanpakken'
- Nieuws
- 'De overheid moet schimmeloverlast serieus aanpakken'
Ondanks dat we de afgelopen decennia in betere, veiligere en warmere huizen zijn gaan wonen, heeft Nederland desondanks nog steeds te maken met hardnekkige schimmeloverlast, met alle gevolgen van dien. In zijn column voor OVT, spreekt Abdelkader Benali zijn verbazing uit over de onwil van overheid en woningcoöperaties om het probleem serieus te nemen.
Video niet beschikbaar
Een arbeiderswoning in Rotterdam
De acute woonnood die op dit moment door door Nederland raast brengt herinneringen op aan onze eerste woning, in Rotterdam waar ik me in 1979 samen met zijn moeder en zus bij onze vader voegde. Een arbeiderswoning van nog geen vijftig vierkante meter die we met onze vieren moesten delen.
Het was de tijd dat alle mannen zware shag rookten en alle vrouwen Belinda’s; geluk was toen nog heel gewoon maar je hield er wel een zware rochelhoest aan over. De woning was, achteraf beschouwd, een krot.
Wie slecht woont, slecht leeft.
Het dubbel glas was toen nog niet uitgevonden. We keken door enkel glas naar buiten en de wereld blies keihard terug. De tocht om en rond het raam zorgde voor een continue druppelneus, achter de zware gordijnen, als je die kon betalen, begon Siberië.
Maar het enkel glas had in de winter wel een verrassing voor ons in petto: begon het te vriezen dan zetten zich op de vuile ramen de meest prachtige waterkristallen af die transformeerden in ijsbloemen, en onze huiskamer veranderde in een tuin waar de stiefmoeder van Sneeuwwitje zich thuis zou voelen. Aan het sprookje hing wel een luchtje.
Een hardnekkig schimmelprobleem
Het tapijt dat in de huiskamer lag stonk naar zweetvoeten, van de vorige bewoner.
Onder het tapijt, tussen de spleten van de planken, krioelde het van de zilvervisjes. Ratten kropen langs de schutting, meeuwen doken op rotte vis, katten scheten de tuin onder, en wat was het moeilijk om op het aanrecht het verschil tussen hagelslag en muizenkorrels te zien. We hoefden niet naar de natuur op bezoek, de natuur kwam wel bij ons op bezoek. En die natuur manifesteerde zich in een hardnekkig schimmelprobleem.
Op een dag meende ik het behang te zien bewegen, met het topje van mijn duim en wijsvinger tilde ik het op, om daar een groen uitgeslagen entiteit aan te treffen. De schimmel. Het benam ons de adem, letterlijk. En we besloten daarom te verhuizen.
Schokkende cijfers
Deze herinneringen verdienen nadere wetenschappelijke bestudering. De enorme kwaliteitsverbetering die de afgelopen veertig jaar is gerealiseerd, is niet minder dan een revolutie voor de huisvesting van de gewone man en vrouw. We wonen beter, veiliger en warmer.
Maar wat schetste mijn verbazing toen ik las dat heel veel huizen te kampen hebben met hardnekkige schimmel, nog steeds. De cijfers zijn schokkend. 40 procent van alle huurwoningen gebouwd voor 1960 heeft last van dit probleem. Maar ook veel naoorlogse woningen ontsnappen niet aan de malaise. Bijna een kwart van alle woningen in Amsterdam heeft last van vocht en schimmel. Bij sociale woningen gaat het om een op drie. Op landelijk niveau gaat om een op de vijf woningen met schimmel.
Een dure grap
De oorzaak is achterstallig onderhoud en de onwil van overheid en woningcoöperaties om het probleem serieus te nemen. Want het is een serieus gezondheidsprobleem. Het ophopend vocht achter het behang of op de gevels zorgt voor een onaangename uitslag met ademhalingsproblemen, astmatische klachten en heeft slaapgebrek tot gevolg. Wie slecht woont, slecht leeft.
Wat het probleem nog nijpender maakt is dat het bestrijden van de schimmel een hele dure grap is geworden. Bij goede ventilatie hoort ook een goed verwarmd huis, maar wie met de explosief gestegen energieprijzen de thermostaat hoger zet, is astronomische bedragen kwijt. En zo dringen de gevolgen van wereldpolitiek door tot diep in ons huishouden, tot achter het behang, tot in onze longblaasjes. Het hele zaakje ruikt muf.
Gerelateerde podcast
OVT