Terug naar Auschwitz: 'Ik heb geluk gehad dat ik nog leef, het was een loterij'
- Nieuws
- Terug naar Auschwitz: 'Ik heb geluk gehad dat ik nog leef, het was een loterij'
De wereld kijkt vandaag naar Auschwitz. Het is 75 jaar geleden dat het concentratie- en vernietigingskamp van de nazi's werd bevrijd door het Russische leger. Meer dan een miljoen mensen, vooral Joden, vonden daar tussen 1940 en 1945 de dood. Een klein deel van de gevangenen overleefde deze hel op aarde. Dickie Groenteman (96) is een van hen; hij is erbij als vandaag wordt stilgestaan bij de bevrijding van het vernietigingskamp.
David 'Dickie' Groenteman wordt in 1923 geboren in een welgestelde Joodse familie uit Amsterdam. Hij laat een familiefoto zien van de trouwdag van zijn geliefde zus Betty. "Daar was na de oorlog niemand meer van over", zegt hij over zijn naasten.
Dickie Groenteman (96) overleefde Auschwitz
Betty en haar echtgenoot zijn in 1942 direct na aankomst vergast in vernietigingskamp Sobibor. In datzelfde jaar wordt Groenteman gearresteerd en ter dood veroordeeld voor verzetsactiviteiten. Hij wordt niet geëxecuteerd, maar als gevangene op transport gezet. Eerst naar werkkamp Groß-Rosen, dan door naar Auschwitz.
Het eerste contact dat hij daar heeft is met een Nederlandse medegevangene, die een "klein, beschaafd nummer" - zoals hij het zelf noemt - op zijn onderarm tatoeëert.
Groenteman is fit en sterk, dus in staat om onder erbarmelijke omstandigheden zwaar fysiek werk te verrichten om te overleven. "In de ochtend werden we opgeladen, het kamp uit. We moesten de rottigste klusjes doen. Zoals aardappelen uit de trein laden en naar de keuken brengen, twaalf uur per dag. Die dingen zijn zo zwaar, en ze stonden met de zweep achter je. Ik was 18 en getraind. Ik kon het nog een beetje uithouden."
'Als je je verzette, hing je ernaast'
Maar veel medegevangenen kunnen het werk niet aan. Ze sterven of doen een wanhopige ontsnappingspoging. Het is Groenteman die de volgende ochtend hun lijken uit het prikkeldraad moet halen en begraven. "Het is onvoorstelbaar, maar je doet het of je gaat dood. Je hebt geen keus. Ik heb mensen moeten ophangen voor die moffen. Als je je verzette, hing je ernaast."
De oorlog overleeft hij met de hulp van Ko Winterman, die hem in Auschwitz onder zijn hoede neemt. Dankzij hem komt Groenteman in een werkkamp voor geschoolde arbeiders terecht, waar de omstandigheden iets beter zijn. In 1945 wordt Groenteman uit concentratiekamp Mauthausen in Oostenrijk bevrijd.
Groenteman is fit en sterk, dus in staat om onder erbarmelijke omstandigheden zwaar fysiek werk te verrichten om te overleven. "In de ochtend werden we opgeladen, het kamp uit. We moesten de rottigste klusjes doen. Zoals aardappelen uit de trein laden en naar de keuken brengen, twaalf uur per dag. Die dingen zijn zo zwaar, en ze stonden met de zweep achter je. Ik was 18 en getraind. Ik kon het nog een beetje uithouden."
Op NPO Radio 1 is er een extra uitzending rond de herdenking van de bevrijding van Auschwitz, van 15.00 tot 17.30 uur. Presentatie: Mark Visser en Dionne Stax.
Voor de oorlog leidt Groenteman een zorgeloze, gelukkige jeugd. "Het was een paradijs. Ik had voetbalschoenen, schaatsen en een tweedehands fiets. Meer had ik niet nodig", vertelt hij.
Maar de verschrikkingen van de oorlog maken hem tot een ander mens. "In de oorlog had ik maar één zorg: een aardappel en een stukje brood zien te vinden. Na de oorlog was een grote schok, ik was helemaal overstuur. Ik kwam terug in Amsterdam en toen stond ik daar. Kaal, zonder kleren, ik had niks."
Groenteman voor en na de oorlog
De eerste weken brengt hij door voor de radio, in de hoop te horen dat zijn naasten ergens waren gevonden. Maar niemand keert terug. Hij is de enige uit zijn buurt die er nog is. Zijn huis is bezet en zijn bezittingen weg.
De regering biedt geen hulp. "Ik ging naar de Centrale Dienst Huisvesting en daar zeiden ze: 'Er zijn nog 22.000 wachtenden voor u. Dag meneer Groenteman'. Nou, bedankt." Hij besluit te emigreren, zo ver mogelijk weg van Duitsland. Het wordt Australië. Dat is nu al meer dan zeventig jaar zijn thuis.
'Happy lucky people'
Dertig jaar lang spreekt Groenteman niet over wat hij in de oorlog heeft meegemaakt. Zijn oudste zoon David hoort pas op zijn dertiende dat zijn vader in Auschwitz heeft gezeten. "Ik heb ongelooflijk veel pech gehad dat dit gebeurd is, maar daarna heb ik in mijn leven ook veel geluk gehad", zegt Groenteman nu. "Ik had de kracht om naar Australië te gaan. Ik kreeg allemaal nieuwe mensen om me heen, happy lucky people. Ik heb dag en nacht gewerkt. Want als je gaat zitten denken, dan word je er misselijk van."
Waarom hij nu wel zijn verhaal wil vertellen? "Ik hoop dat mensen er ooit toch iets van leren. Tot nu toe hebben we nog niets geleerd, de oorlogen gaan gewoon door." Mensen zijn onverschillig, vindt Groenteman. "Zoals een wijs man eens zei: For evil to happen, good people do nothing."