De geschiedenis kent genoeg sportboycots
- Nieuws
- De geschiedenis kent genoeg sportboycots
Het WK voetbal in Qatar is van start en meer dan ooit gaat het ook na het fluitsignaal over de mensenrechten in het gastland. De vraag of sport en politiek te scheiden zijn is een oude. Hoe is die discussie eerder gevoerd in de geschiedenis? En zal het actuele gesprek over Qatar iets opleveren voor de toekomst? Journalist en schrijver Arend Hulshof, die voor Trouw een acht-delige serie over sport en mensenrechten schreef, is te gast bij OVT.
#1234 - Discutabele sportevenementen - OVT Fragmenten podcast
Boycots
Al sinds de opkomst van mondiale sportevenementen is er sprake geweest van in opspraak geraakte sportevenementen en discutabele gastlanden. Zo werd in 1936 de Olympische Spelen in Nazi-Duitsland omringd door controverse, waarbij het IOC een toezegging wilde dat Joodse atleten alsnog welkom zouden zijn voor deelname. Maar niet iedereen was tevreden met die toezegging.
Hulshof: "Er waren enkele sporters die desondanks niet braaf meededen en de Spelen gingen boycotten. Je had de Joodse bokser Ben Bril, uit Amsterdam. Die was eerder in Duitsland geweest, had gezien hoe het land met de Joden omging en weigerde daarnaartoe te gaan. En je had bijvoorbeeld de socialistische hardloopster Tollien Schuurman die niet wilde gaan."
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Toenemende professionalisering
Dat juist de sporters in verzet komen tegen de organisatoren van sportevenementen is met de tijd wel veranderd. Daarbij speelt de professionalisering van de sport volgens Hulshof een grote rol. "Als je je hele leven lang dag in, dag uit traint voor zo’n toernooi, dan is het heel moeilijk om zomaar te zeggen dat je er niet heen gaat. In vroegere tijden deed je het als atleet erbij, dan is het misschien iets makkelijker."