Het Dudok Quartet Amsterdam speelt Brahms: 'Wat die muziek bereikt is magisch'

Een kwartet is als een huwelijk

Het Dudok Quartet Amsterdam bestaat uit eerste violiste Judith van Driel, tweede violiste Marleen Wester, op altviool Marie-Louise de Jong en op cello David Faber. De klassieke vergelijking van de verhoudingen binnen een kwartet is dat het een huwelijk is. "Ik snap die vergelijking wel", reageert David Faber. "Je moet heel hard werken. Je werkt met z’n vieren, zoals in een huwelijk met z’n tweeën, aan een groots project, waarbij je de hele tijd heel dicht in elkaars aura zit."

"Ik vergelijk het meer met een familie", zegt Marie-Louise de Jong. "Dat maakt het al iets minder alsof je helemaal verliefd op elkaar bent, want dat vind ik een beetje overdreven. Judith van Driel: "Ik denk dat het toch een beetje een gearrangeerd huwelijk is. We hebben elkaar uitgekozen omdat we samen muziek willen maken. Dat doel was er eerst."

'Je moet aan elkaar gewaagd zijn'

"Marleen, David en ik hebben elkaar ontmoet in het Ricciotti Ensemble", vervolgt Judith, "een straatsymfonieorkest, eigenlijk het leukste ensemble van Nederland dat speelt op plekken waar je normaal een orkest niet verwacht. En daar vonden we elkaar ook als het gaat om: waarom maak je eigenlijk muziek."

Marleen Wester: "We hebben elkaar ook wel heel erg gevonden in spelniveau: je moet aan elkaar gewaagd zijn. En ook wel in smaak en artistieke visie: no nonsens, spelen zonder je ego voorop te zetten, maar wel heel gepassioneerd spelen. We proberen samen tot de kern van de muziek te komen en die over te brengen.

Rol in het kwartet

De leden in een kwartet hebben ieder zo hun eigen rol. Judith: "Ik ben eigenlijk wel een geluksvogel, want als eerste violist mag je heel vaak ‘schijnen’. Het mooiste is als ik mijn fantasie de vrije loop kan laten en dat ik mij daarbij heel erg gesteund voel door de andere drie."

Tweede violist Marleen: "Als er dingen uitgeknobbeld moeten worden als we hedendaagse muziek spelen, vind ik dat wel leuk om te doen. En ik doe de financiën. Marie-Louise: "Ik denk dat je als altviolist, als middenstem, toch een beetje een soort vliegende keep bent. Soms heb je toch de melodie, soms moet je heel erg begeleiden, ondersteunen. Je gaat een beetje alle kanten uit.

David: "Ik rij! En verder, als cellist heb je altijd de minste noten, het aantal noten wordt naar beneden toe altijd minder en daardoor kan ik er het vaakst iets over zeggen. Omdat ik minder noten speel, krijg ik vaak de tijd om na te denken over hoe ik een muzikale wens zou kunnen formuleren. Maar een kwartet is iets heel democratisch dus ik heb een kwart stem. Maar er is één dictator: de intonatie, het moet wel goed klinken."

Ambachtslui

Judith: "Wij weten heel goed wat we doen! Het is een kwestie van heel veel repeteren, uitdenken, mogelijkheden verkennen en spelen. We proberen het spel te spelen van die muziek en wat je daar uiteindelijk mee bereikt, wat die muziek bereikt dát is magisch.

Natuurlijk zijn wij degenen die dat teweeg brengen, maar ik zou toch niet willen zeggen dat wij iets van tovenarij uitoefenen. Het is juist een kwestie van heel goed weten wat je doet. Wij zijn geen magiërs, wij zijn gewoon ambachtslui."