Gijs Scholten van Aschat: 'Dode kunst is makkelijk, want praat niet terug'
- Nieuws
- Gijs Scholten van Aschat: 'Dode kunst is makkelijk, want praat niet terug'
Musici, acteurs en dansers werken vaak voor een habbekrats of gratis. Belangenorganisatie Kunsten ’92 rekende uit dat de cultuursector 25 miljoen euro extra per jaar nodig heeft. Zo kunnen podia kunstenaars fatsoenlijk uitbetalen.
Video niet beschikbaar
Acteur Gijs Scholten van Aschat maakt zich al jaren hard voor eerlijke loon naar werk in de culturele sector. "In Den Haag heerst het idee dat het veiliger is om geld te stoppen in dode kunsten, dan in levende kunstenaars. In één week verzinnen we 80 miljoen euro voor twee Rembrandts, maar in drie jaar komt er nog geen 100 miljoen bij voor de kunsten", aldus Scholten van Aschat.
Dode kunst
Waarom het in Nederland zo werkt vraagt de acteur zichzelf ook af: "Dode kunst is makkelijk, want het praat niet terug. Is dat het?"
Scholten van Aschat wijst op het grote maatschappelijk belang van kunst voor Nederland. "Op 4 en 5 mei bijvoorbeeld speelt Theater na de Dam bijna voor niets," aldus Scholten van Aschat. "Dit gaat om cohesie, daarom doen we dat. Daar profiteert de samenleving van."
Kunstenaars doen ook veel voor 'de markt'
Laat de markt zijn werk doen, is een veelgehoorde zin van tegenstanders van subsidies voor kunst en cultuur. Scholten van Aschat: "Wij doen ook veel voor de markt. Als er een theatertje of bioscoop in een straat opent, gaan de prijzen van de huizen daaromheen omhoog. Het is een vliegwieleffect."
De overheid kan niet alleen de toplagen van cultuur subsidiëren, er moet ook geld naar de kleinere initiatieven vindt Scholten van Aschat. "Daar komt de latere top vandaan."
Acteurs
"Acteurs hebben het niet eens zo slecht", aldus Scholten van Aschat. Die groep wordt relatief het best betaald, binnen de kunsten. "Vergeleken met musici, want die hebben het veel zwaarder. Wij krijgen een cao-loon. Het probleem zit ‘m in de kleinere gezelschappen die veel ZZP'ers in dienst hebben."