Afstandsmoeder gaat in hoger beroep tegen de staat: 'We verdienen erkenning'
- Nieuws
- Afstandsmoeder gaat in hoger beroep tegen de staat: 'We verdienen erkenning'
Tussen de jaren '50 en '80 werden ruim 20.000 ongehuwde moeders in Nederland onder druk gezet om hun kind af te staan voor adoptie. De Raad voor de Kinderbescherming bood hen geen steun, maar werkte dit juist in de hand. Trudy Scheele-Gertsen, één van deze moeders, spande eerder een rechtszaak aan en gaat vrijdag in hoger beroep. Samen met jurist Linde Bryk van Bureau Clara Wichmann deelt ze haar verhaal in De Nieuws BV.
Video niet beschikbaar
Scheele-Gertsen was 21 jaar toen ze beviel van haar eerste zoon in 1974. Omdat ze ongetrouwd was, werd haar zwangerschap als een schande gezien door haar familie. Om dit te verbergen, regelden haar ouders een onderduikadres bij de nonnen van de Paula Stichting, een doorgangshuis voor ongehuwde zwangere vrouwen. Hoewel Scheele-Gertsen graag een leven met haar zoon wilde opbouwen, benadrukten de nonnen en maatschappelijk werksters dat dit onmogelijk was. Ondanks haar inspanningen moest ze haar kind uiteindelijk afstaan.
Dossiers
Na veel moeite kreeg Scheele-Gertsen in 2018 toegang tot haar dossier van de Paula Stichting, waaruit bleek dat de Raad van Kinderbescherming alles in werking zette om de kinderen bij de moeders weg te halen en te houden. Bryk legt uit: "Bij 15.000 tot 20.000 moeders zagen we structurele discriminatie en de Raad van de Kinderbescherming speelde een centrale rol in het dwingen tot afstand ter adoptie." De afstandsmoeders verbleven vaak in verschillende instellingen, zoals christelijke of particuliere tehuizen, maar uiteindelijk verliep elk adoptieproces via de Raad. Volgens Bryk verzuimde de Raad te handelen volgens de wet, die voorschreef dat moeder en kind bij elkaar moesten blijven. "Ze moesten de vrouwen inlichten, over hen waken en hun rechten waarborgen, alleen is dit niet gebeurd."
Rechtszaak tegen de staat
In 2019 spande Scheele-Gertsen een rechtszaak aan tegen de Staat, waarin ze deze aansprakelijk stelde voor het onrecht dat haar en vele andere moeders is aangedaan. De rechtbank Den Haag oordeelde op 26 januari 2022 echter dat de handelswijze van de Raad en de Staat niet juridisch verwijtbaar was. Het gedrag werd toegeschreven aan de tijdsgeest.
Toch geeft Scheele-Gertsen niet op. Aanstaande vrijdag dient ze het hoger beroep in haar zaak. "Als we niet zouden geloven in een wettelijke verplichting van de Staat, zouden we deze stap niet zetten. We willen erkenning dat er onrechtmatig is gehandeld, zodat moeders eindelijk de erkenning krijgen die ze verdienen," zegt Bryk. De Staat zet volgens Scheele-Gertsen de hakken in het zand: "Ze willen bewijzen dat niemand destijds kwaad heeft gedaan en het allemaal goede bedoelingen waren, maar onze kinderen en kleinkinderen denken hier in deze tijd anders over. Daar moeten ze ook rekening mee houden."
Brief
De zaak rond de afstandsmoeders krijgt inmiddels ook internationale aandacht. In september stuurden VN-rapporteurs een brief aan de Staat, waarin ze kritiek uitten op haar houding richting de afstandsmoeders. Ze dringen erop aan dat er een uitzondering gemaakt moet worden op de verjaringstermijn, een van de belangrijkste verweren van de Staat. Bryk: "Er is tevens een motie aangenomen door de Tweede Kamer die aangeeft dat er in dit soort zaken geen beroep mag worden gedaan op verjaring, maar dat doet de Staat toch."
De Staat reageerde door te benadrukken dat de gebeurtenissen in het verleden hebben plaatsgevonden, dat er een lopend onderzoek is en dat eventuele verdere stappen pas daarna kunnen worden genomen. Bryk noemt deze reactie teleurstellend, maar niet onverwacht: "Als je kijkt naar de afgelopen decennia zijn er verschillende onderzoeken en debacles geweest en verschillende vrouwen gehertraumatiseerd. Hier zijn ook onderzoeken naar gedaan, dus had de Staat hier al eerder verantwoordelijke stappen in kunnen zetten." Volgens Bryk bevestigd de VN-brief dat er mensenrechten zijn geschonden en benadrukt het dat de zaak internationaal wordt gevolgd. "Je hoopt dat de Staat hierdoor een andere houding aanneemt, maar dat is tot nu toe niet gebeurd."