Vincent van Gogh moet meer geprezen worden door natuurorganisaties

Van Gogh werd geboren op 30 maart 1853 in Zundert. Een gevarieerd gebied rijk aan vennen, heide, woeste grond, moerassen en akkers. Van Gogh maakte regelmatig lange wandelingen onder leiding van zijn ouders.

In het boek Herinneringen aan haar broeder (1923), beschrijft de zus van Vincent van Gogh, Elisabeth van Gogh hoe haar toen zeventienjarige broer op pad ging richting de beek. Hij verzamelde hier kleine waterdieren en nam deze mee naar huis. Volgens zijn zus was Vincent van Gogh een echt buitenmens: "Hij doolde liever rond, langs heg en steg, telkens nieuwe uitkijkjes ontdekkend en de dieren bespiedend in hun natuurleven." Oftewel, het zou goed kunnen dat zijn liefde voor natuur op jonge leeftijd in Zundert is begonnen.

Vogelnesten

In 1885 zette Van Gogh Vogelnesten op het doek. Met donkere olieverf zijn drie nesten geschilderd. Volgens historicus Thijs Caspers staat dit symbool voor de tijd waarin het schilderij gemaakt is. Het was namelijk een sombere periode in het leven van Vincent van Gogh. Hij was voor de zoveelste keer weggezet, had financiële problemen en woonde weer bij zijn ouders. Na de zoveelste afwijzing had hij zoiets van, 'kan ik met niemand een nestje bouwen?' Hij is toen misschien bewust nesten gaan schilderen." De vogelnestjes zijn waarschijnlijk van een winterkoninkje, wielewaal en de boekvink.

Natuurbeschermingsgedachte

Caspers legt uit dat Van Gogh behoorde tot de kunstenaars die aan de basis stonden van de natuurbeschermingsgedachte. "In die tijd is door kunstenaars de natuurbeschermingsgedachte omhoog geholpen", aldus Caspers. Van Gogh was dus een natuurliefhebber en liet dit zien in zijn werk. Hij maakte later in zijn leven ook regelmatig kleurrijke landschappen. Volgens Caspers mogen natuurorganisaties kunstenaars als Van Gogh, wat meer de hemel in prijzen. "Pas lang na zijn dood heeft hij de blikken van mensen over natuur veranderd."