Huismus is niet zomaar een vogel, maar een wereldreiziger met bijzondere geschiedenis

De huismus is lid van het geslacht Passer, een diverse groep van achtentwintig verschillende soorten. Ze zijn lang niet allemaal bruin, je hebt bijvoorbeeld ook de knalgele Arabische goudmus en de bruinruggoudmus. Europa kent vier verschillende soorten: de huismus, ringmus, Spaanse mus en de Italiaanse mus. De laatste is een hybride tussen de huismus en de Spaanse mus.

Aanpassen aan landbouw

De huismus kent een bijzondere geschiedenis. Hij stamt af van de Bactrianus mus, een steppevogel uit de omgeving van Kazachstan. Onderzoek van Mark Ravinet van de Universiteit van Oslo toont aan dat de huismus zich zo'n elfduizend jaar geleden afsplitste van z'n wilde voorouder. Hij past zich aan de opkomende landbouw aan door middel van genetische veranderingen die het mogelijk maakten zetmeel beter te verteren.

Vindingrijk

Ongeveer zesduizend jaar geleden groeide de populatie aanzienlijk samen met de verspreiding van landbouw in Europa. Later bereikte de huismus, geholpen door de mens, ook Zuid- en Noord-Amerika en Australië. "Eén van de factoren die het succes van de huismus verklaard is z'n vindingrijkheid", vertelt Reinartz. "Zo zijn er recent huismussen gezien die broeden in holen in hooibalen, terwijl ze normaal gesproken vooral onder daken broeden."