Arts niet schuldig aan moord na omstreden levensbeëindiging
- Nieuws
- Arts niet schuldig aan moord na omstreden levensbeëindiging
Een verpleeghuisarts is vrijgesproken van moord op een patiënt. Volgens de rechtbank in Den Haag was de levensbeëindiging van een zwaar demente patiënt zorgvuldig genoeg uitgevoerd.
Tegen de arts was veroordeling wegens moord geëist zonder verdere straf. Het vonnis is uniek: nooit eerder sinds de invoering van de Wet toetsing levensbeëindiging op verzoek en hulp bij zelfdoding (2002) is een arts vervolgd die meent euthanasie te hebben gepleegd.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Euthanasieverklaring
De 74-jarige patiënt had een euthanasieverklaring ondertekend, maar gaf later wisselende signalen over haar doodswens. De arts besloot in overleg met de familie om toch over te gaan tot levensbeëindiging, zonder dat de 74-jarige vrouw erover werd ingelicht. Twee onafhankelijke artsen hadden geoordeeld dat de patiënt ondragelijk leed.
Het Openbaar Ministerie vond dat er sprake was van moord, omdat de arts over de levensbeëindiging in gesprek had moeten gaan met de patiënt. Daardoor zou niet zijn voldaan aan de zorgvuldigheidseisen in de wet. Maar een verdere straf was niet nodig volgens het OM. De rechtbank is het daar niet mee eens.
"De norm die ze geschonden heeft, was onduidelijk en de arts kan maar een beperkt verwijt worden gemaakt", zei de officier van justitie twee weken geleden.