'Nederlanders begroeten vreemden niet'
- Nieuws
- 'Nederlanders begroeten vreemden niet'
"Ons favoriete zelfbeeld is tolerant, maar in het buitenland worden we anders gezien." Dat zegt Herman Pleij die vanavond een theatercollege geeft over de Nederlandse identiteit. "In het buitenland denken ze bij een Nederlands nummerbord: inhalig en gierig. Daar vinden ze het heel raar dat we vreemden niet begroeten."
Video niet beschikbaar
De tolerantie is volgens Pleij pragmatisch omdat ze is voortgekomen uit de handelsgeest van Nederland. De gierigheid zien wij meer als zuinigheid en dan is het een waarde. Volgens Pleij vinden ze het bijvoorbeeld in Frankrijk ordinair om reclame te maken voor lage prijzen. "Het is opvallend dat 'op de kleintjes letten' hier zo belangrijk is in reclames, terwijl er in het buitenland wordt geadverteerd met de kwaliteit en exclusiviteit van een product."
Zelf probeert Pleij in het buitenland te bewijzen dat hij niet voldoet aan het stereotype van de gierige, botte Hollander. "Ik bestel dan zo veel mogelijk eten de hele avond en geef een grote fooi om maar te laten zien dat ik niet zo ben." De emeritus hoogleraar historische Nederlandse letterkunde geeft toe dat ook hij dus niet om dat vooroordeel heen kan.
Songfestival
De reactie van Nederland op de overwinning van Duncan Laurence vindt Pleij typerend voor hoe wij met helden omgaan. "We stellen onmiddellijk vast dat het zo'n gewone jongen is in een eenvoudig spijkerpak en een oude piano onder zijn arm. Er komt zelfs een Ikea-lamp naar beneden tijdens zijn optreden." Niemand heeft het erover dat hij juist wél een bijzondere jongen is met een groot talent, zegt Pleij.
Als je trots integreert in de politiek, kunnen superioriteitsgevoelens zich ontwikkelen en krijg je uitsluiting.
Nederlanders kunnen volgens hem moeilijk euforisch praten over de prestaties van een ander. "Het hebben van verbeelding wordt ook als iets negatiefs gezien, je moet vooral niet het idee hebben dat je ergens goed in bent."
Trots
"De belangrijkste Europese waarde waar we trots op zouden moeten zijn, is ons gebrek aan absolutisme, dat we de bereidheid hebben met elkaar te praten." Toch denkt Pleij dat het gevaarlijk is om die trots te integreren in de politiek. "Dan ga je superioriteitsgevoelens ontwikkelen en krijg je uitsluiting."
Maar met rekenschap geven aan waar je vandaan komt is volgens hem niks mis. "De waarden waar we het over hebben, hebben een heel lange traditie." Pleij vindt het het Nederlandse 'polderen' ook iets om trots op te zijn. "De beste leider is een goede gespreksleider, iemand die iedereen aan het woord kan laten."