Moet de vrijheid van onderwijs op de schop?
- Nieuws
- Moet de vrijheid van onderwijs op de schop?
Moet artikel 23 op de schop? De grondwet regelt dat er in Nederland vrijheid van onderwijs geldt, maar door de uitlatingen van minister Arie Slob is de wet ter discussie komen te staan. Tegenstanders van de wet zien niets in de mogelijkheden die scholen nu hebben om leerlingen te weigeren, terwijl voorstanders menen dat religieuze opvattingen moeten worden beschermd.
Wat bleek is dat het volgens de wet mogelijk om een identiteitsverklaring te laten tekenen door de ouders van leerlingen, voordat hun kind op die school wordt toegelaten. Arie Slob verklaarde dat scholen aan de poort mogen selecteren, dat is volgens Slob niet in strijd met de wet. Dat zorgt ervoor dat scholen dus homoseksualiteit mogen afkeuren. De vraag is echter of wat Slob heeft verteld, ook daadwerkelijk strafbaar is.
"Slob zei eigenlijk niets geks of strafbaars. Wat hij deed was eigenlijk de stand van het recht weergeven. Die komt er op neer dat scholen in het bijzonder onderwijs, dan kijken we in dit geval naar reformatorische scholen, een praktijk volgen van selectie aan de poort op basis van geloof of overtuiging. Zij hebben daarbij de vrijheid om bepaalde opvattingen wat betreft hun geloof te hebben en uit te dragen", vertelt Paul Zoontjes, hoogleraar onderwijsrecht aan de universiteit Tilburg, in Met Het Oog op Morgen.
Video niet beschikbaar
Complexe wet is moeilijk aan te passen
De grondwet zelf is overigens ongelooflijk complex volgens Zoontjes. Volgens hem bestaan er namelijk veel misverstanden rond de wet, die er dus voor moet zorgen dat scholen in het bijzonder onderwijs kunnen selecteren aan de poort. De kern is volgens hem dat het bijzonder onderwijs de vrijheid van richting heeft. "Dat houdt in, de vrijheid om het geloof of de levensbeschouwing in het onderwijs tot uitdrukking te brengen. Dat is hier precies het punt waar het om gaat."
Er zijn overigens maar weinig scholen die zich zo'n strenge selectie aan de poort toe-eigenen. In Nederland hebben we zo'n zevenduizend middelbare scholen, waarvan er vijfduizend horen bij het bijzonder onderwijs. "Van die vijfduizend scholen selecteert slechts twee procent aan de poort. Dat zijn dan scholen die het zich bedrijfseconomisch ook kunnen permitteren. Er zijn dan dus voldoende leerlingen voor handen om zich bij die scholen aan te melden en de school dan ook gevuld te krijgen."
Ouders staan nu dichtbij de scholen
De vraag na deze week is echter of de wet die in de Nederlandse grondwet staat, niet al flink gedateerd is. De vraag is dan dus of we de wet niet moeten herschrijven, of überhaupt te schrappen. Volgens Zoontjes kan dat echter niet. "Dan moeten we namelijk het bijzonder opheffen. Daarmee zouden we een stuk wat onze nationale geschiedenis bepaalt, weggooien. We moeten ons realiseren dat er met het intreden van de wet een cultuur van scholen is ontstaan die dicht bij de ouders staat."
"Dat heeft zich uiteindelijk ook naar de openbare scholen vertaald, omdat die nu eenmaal in concurrentie staan met de bijzondere scholen. Dat is een uniek gegeven wat je niet zo makkelijk terug vindt in andere landen, die ouderbetrokkenheid. Over het algemeen ervaart men dat als positief, de school is daarmee van ons. Het ontmantelen van die wet zorgt voor meer staatsingreep en mogelijk ook dat ouders verder van de school komen te staan."
Vanuit de politiek draagvlak voor aanpassing van de wet
Vanuit de politiek is er in ieder geval wel draagvlak om die wet in ieder geval een klein beetje aan te passen. Zo werkt de PvdA samen met de VVD aan een wetsvoorstel om dit artikel aan te passen. Zo sprak PvdA-leider Lodewijk Asscher over een acceptatieplicht voor alle scholen en is er in de Tweede Kamer een wens om meer te doen aan democratische vorming. Zo zien zij graag extra lessen in burgerschap. Dat wetsvoorstel heeft volgens Zoontjes zelfs een grote kans van slagen.
"Het is aannemelijk dat die wet er doorheen komt. Dat betekent voor reformatorische scholen bijvoorbeeld dat zij in een mogelijk vak rond burgerschap ook aandacht moeten besteden aan andersdenkenden. Dat betekent dat zij hun eigen opvattingen in perspectief moeten plaatsen, met betrekking tot het geheel van de samenleving. Dat is misschien ook zeer wenselijk."
Lessen in burgerschap zijn noodzakelijk
Zoontjes ziet het zelfs als een ontwikkeling die zelfs noodzakelijk is. Hij ziet een versnippering in de samenleving, terwijl er van het onderwijs wordt verwacht om meer na te denken over de democratische rechtsstaat en daarin te leren leven. Dat is volgens Zoontjes een hele goede gedachte om in het onderwijs neer te zetten. Er ligt echter wel een gevaar op de loer, het kan namelijk zo zijn dat de staat teveel goed burgerschap inkadert. Er ontstaat dan een soort staatspedagogiek, ziet ook Zoontjes.
"De lijnen zijn wat dat betreft erg dun. Maar de insteek die nu gekozen wordt bestaat uit het idee dat er heel veel verschillende opvattingen kunnen bestaan over wat een goed burger is. Scholen moeten dat in principe zelf invullen. Waar de inspectie vervolgens op toe gaat zien, is of dat op adequate en consistente wijze gebeurt. De staat gaat niet voorschrijven wat voor type burger daar uit de school moet lopen."
Het biedt volgens Zoontjes zelfs voldoende ruimte voor scholen om een eigen draai aan te geven, hoewel de staat wel richting zal moeten geven. "Er zal meer sturing vanuit de staat moeten komen om dat onderwijs in burgerschap een bepaalde richting te geven. Maar niet zodanig dat eigen opvattingen daarmee volstrekt zinloos of overbodig worden. Maar de wet hoeft niet te worden aangepast. We gaan er nu vanuit dat we dat zonder wijziging moeten kunnen regelen."
Oog artikel 23
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.