Aboutaleb: Ik ben een salafist
- Nieuws
- Aboutaleb: Ik ben een salafist
Burgemeester Ahmed Aboutaleb maakt zich geen zorgen om het salafisme. Dat laat hij weten in een interview over persoonlijk geloof en de rol van religie in de samenleving in het programma Dit is de Dag op NPO Radio 1. "Elke moslim is een beetje salafist."
Aboutaleb: "Ik ben een salafist"
"Ik heb ook wel eens gezegd: ik ben een jihadist," vertelt Ahmed Aboutaleb. "Ik sta elke dag om 07:00 op om het goede te doen voor een stad in Nederland. Dat is de jihad in zijn puurste vorm." De gewapende strijd of gewapende 'jihad' is een van de uitingen het salafisme, een fundamentalistische stroming binnen de islam. De AIVD heeft de pogingen om het salafisme te verspreiden, bestempelt als 'onwenselijk' vanwege de 'onverdraagzame, isolationistische en antidemocratische boodschap'.
Video niet beschikbaar
"In de kern maak ik me om het salafisme geen zorgen," stelt Ahmed Aboutaleb echter. "Salafisten vind je ook onder christenen, als je het taalkundig benadert. ‘Salaf’ is voorganger, en een salafist is iemand die op zijn voorganger, Mohammed of Christus, wil lijken. In alle religies kom je dat tegen. Je beleid inrichten tegen salafisme, zou je beleid richten zijn tegen 1,7 miljard moslims in de wereld."
Het salafisme verbieden is wel geprobeerd in het vorige kabinet van de VVD en de PvdA. "Ik vond het dom om salafisme te verbieden," zegt Aboutaleb. "Ik ben daar geen voorstander van, dat weet Ahmed Marcouch - toenmalig PvdA Tweede Kamerlid - ook van mij. Als er in de kring van salafisten mensen zijn die de overtuiging hebben om geweld in te zetten tegen anderen, daar ligt de grens en dat is een overzichtelijke groep. Die moet je opsporen en isoleren."
Video niet beschikbaar
Moslim
Ahmed Aboutaleb is in zijn rol als burgervader van de stad Rotterdam terughoudend om over zijn geloof te praten. "Mijn geloof is heel belangrijk voor mij. Ik bid vijf keer per dag. Maar wat ik niet wil is dat mensen mij beoordelen op mijn geloof." Aboutaleb wil vooral een verbinder zijn.
Ondanks dat hij moslim is, heeft Aboutaleb wel degelijk iets met kerst. "Ik heb niets met kerstboom. Maar ik heb wel heel veel met de geboorte van Jezus Christus. De koran heeft ook twee hoofdstukken over de geboorte van Christus waar je 3,5 uur mee bezig kan zijn."
Video niet beschikbaar
Ongelijke strijd
Het maatschappelijk debat over de islam in Nederland is erg gespannen, stelt Aboutaleb. "Het is een ongelijke strijd voor moslims in Nederland. Als je kijkt naar hoe het islamdebat in Nederland wordt gevoerd zie je dat er stevige kritiek is op moslims zonder stevige tegenspraak."
Ook in zijn eigen stad Rotterdam ziet Aboutaleb een ‘ongelijke strijd’ tussen moslims en niet moslims. "Als je kijkt wie dat debat voeren... Meneer Nourdin El Ouali van de door de islam geinspireerde partij Nida, heeft wel enig weerwoord. En daarna is er niet zoveel meer. Ik stel vast dat er onvoldoende weerwoord wordt geboden. Dat komt omdat een islamitische elite ontbreekt in Nederland. Ik ben wel jaloers op de VS waar ze een andere migratiegeschiedenis hebben. Daar zijn ook veel hoogopgeleide moslims."
Video niet beschikbaar
Hoofddoek bij de politie
Aboutaleb heeft wel begrip voor de kritiek op zijn religie. "Ik verwijt niemand dat islam een thema is met ongelooflijk veel kritiek. Ik snap veel ook wel. Maar wat ik graag zou willen is dat je het debat over ingewikkelde vraagstukken voert op het moment dat het ook kan. Alles is nu zo gespannen."
De hoofddoek bij de politie, de mogelijkheid voor een oproep tot gebed, een islamitische vrije dag… Aboutaleb vindt het allemaal heel begrijpelijke wensen. "Ik zou niet zeggen dat ik niet sta voor die wensen, maar proberen die nu te beslechten heeft geen zin. Het maatschappelijk klimaat is buitengewoon negatief. Je brengt geen verandering."
Volgens Aboutaleb moeten voorstanders van zaken als de hoofddoek bij de politie eerst draagvlak creëren. Maar, zo wil hij wel benadrukken: "Dat ontlast meerderheden mijns inziens er niet van om minderheden ook iets te willen gunnen. Het is geen plicht, maar een eer. Het moet een eer zijn, en ik herhaal dit, het moet een eer zijn voor meerderheden om minderheden iets te gunnen. Zonder dat er voor gevochten moet worden."