Sinan Çankaya: 'Mens zijn is niet niets'
- Nieuws
- Sinan Çankaya: 'Mens zijn is niet niets'
In zijn boek Mijn ontelbare identiteiten vertelt cultureel antropoloog en universitair docent Sinan Çankaya over zijn worsteling met het opgroeien in Nederland als kind van Turkse arbeidsmigranten. "Het gaat om etiketten die je worden opgeplakt", legt hij uit in Kunststof.
Video niet beschikbaar
Sinan beschrijft hoe moeilijk hij het vindt om een eigen verhaal te vertellen tegen de achtergrond van de debatten over integratie, cultuur en racisme. "Ik probeer een analyse te maken van racisme. Waarbij het startpunt is die raciale categorieën; wit, zwart, bruin. Die neem ik niet als reeds bestaande begrippen, maar ik kijk naar de moment waarop ze relevant worden."
"Ik ben antropoloog, ik probeer iets te zeggen in bredere zin over Nederland."
De inbreuk die racisme doet speelt in mijn verhaal een belangrijke rol
"Het gaat erom dat ik er niet aan ontkom mezelf te zien door de ogen van iemand anders. Soms als gevolg van een politiecontrole, maar ook een dichte deur van een discotheek en een vraag van een journalist over mijn objectiviteit. Het is symbolisch, maar ook letterlijk, een ingrijpen op iemands zelfbeeld."
Disciplinering
Disciplinering noemt Sinan het: over het steeds veranderen van identiteit afhankelijk van waar en met wie je je begeeft. "Het gaat om etiketten die je worden opgeplakt. In het schrijven heb ik willen duidelijk maken dat die disciplinering van alle kanten komt. Dat is de reden waarom ik in verschillende contexten, met verschillende mensen, steeds duidelijk maak hoe die ontmoetingen met anderen van invloed zijn geweest op hoe ik en vele andere met mij naar zichzelf gaan kijken."
"Het boek gaat over drie dingen: het probeert duidelijk te maken hoe identiteitsontwikkeling werkt en hoe ingewikkeld dat is. Het gaat over het invoelbaar maken van alledaags racisme. En ik probeer de veranderende politieke context in Nederland schetsen, namelijk de ruk naar rechts."
Klassenmigrant
Het geeft een bespiegeling op de veranderde omgang met de 'de Ander' in Nederland. Een verhaal over opgroeien in Nederland als kind van migranten. "Mijn opa is in de jaren zestig naar Nederland gekomen als gastarbeider. Mijn ouders zijn in de jaren zeventig overgekomen. Ik ben in Nijmegen geboren. Dus hoewel ik word geëtiketteerd als migrant; ik heb nooit gemigreerd."
"Ik ben wel een klassenmigrant, iemand die in een achterstandswijk in Nijmegen is opgegroeid en uiteindelijk is gaan klimmen op de sociale ladder en terecht komt op de universteit."
Het boek is een worsteling
Laveren tussen wortelen en willen vluchten, tussen 'wij' en 'zij', tussen straat en school, tussen erbij en er niet bij horen, tussen ongebreideld individualisme en een soms beklemmend collectivisme. "Het boek is een worsteling. Het is ook niet niets: mens zijn is niet niets. Het is nogal een moeilijke opdracht. Eigenlijk gaat het boek daarover."