Coronaberichtgeving: vier lessen voor de media

1. False balance

In artikelen of aan talkshowtafels is er vaak sprake van een false balance, zegt Wijndelts. Van dit fenomeen is sprake als er twee standpunten tegenover elkaar worden geplaatst, waarvan het ene op meer bewijs rust dan het andere.

In het geval van het Coronavirus is dat het geval wanneer je een viroloog aan tafel hebt die vertelt hoe het zit, en dat een andere tafelgast het daar oneens mee is. Wijndelts: "Als iemand het oneens is met een viroloog, dan is dát degene die onzin verkoopt. Laat dit standpunt dan gewoon weg."

2. Debunken

Er wordt veel onzin beweerd over het Coronavirus op sociale media. De reactie van de traditionele media is om dit meteen te debunken, of ontkrachten en weerleggen.

"De klassieke reactie van media is om meteen stukjes te gaan typen waarom iets onzin is." Het gevolg is volgens Wijndelts dat veel mensen leren wat onzin is, maar wat wél waar is weer vergeten. "Probeer pas te debunken als het onzin verhaal té groot wordt."

3. Adresseer de onrust

De afgelopen tijd zijn er veel virologen aan het woord die zeggen dat er geen sprake hoeft te zijn van paniek. "Je moet de onrust adresseren in plaats van het belachelijk maken." Er zijn op dit moment veel mensen met jonge kinderen in kinderdagverblijven die ongerust het RIVM of de GGD bellen. Dat begrijpen we."

Volgens Wijndelts is het belangrijk te benadrukken dat we er rekening mee moeten houden dat er ook mensen zijn die daadwerkelijk een slechte weerstand hebben en tot een risicogroep behoren. "Die moeten eerst geholpen worden."

4. Wees eerlijk over wat je niet weet

Wijndelts vindt het ook belangrijk dat media en virologen transparant zijn over zaken die nog niet bekend zijn. Hij had ook nog een compliment voor onze premier Rutte die gisteren zei dat in plaats van een schreeuw om overheidsingrijpen, we beter kunnen luisteren naar de mensen die er verstand van hebben. Als ingrijpen nodig blijkt, dán zijn we aan zet.