Het Haagse Taboe: de capaciteitsproblemen van de Kamer zijn 'een bloody shame'
- Nieuws
- Het Haagse Taboe: de capaciteitsproblemen van de Kamer zijn 'een bloody shame'
Kamerleden hebben het er liever niet over, maar dat betekent niet dat het probleem niet bestaat. Parlementariërs hebben te weinig medewerkers om hun werk goed te doen. Op basis van verschillende Haagse insiders en geanonimiseerde gesprekken met 49 Kamerleden geeft De Nieuws BV een bijzonder inkijkje op Het Binnenhof.
Tweede Kamer komt mensen tekort om werk goed te doen
"Een lijk in de kast," zegt SP-Kamerlid Peter Kwint. Het is 27 november 2017 en tien Kamerleden voelen de kersverse minister Slob aan de tand over zijn mediabegroting. Een paar weken eerder is bekend geworden dat de publieke omroep een tegenvaller van 60 miljoen te wachten staat. De Kamer is 'not amused'.
Kwint ruikt bloed. Hij heeft net een van de vele documenten opengeslagen die Kamerleden voor zo'n debat als huiswerk meekrijgen. Op de voorpagina van een van de rapporten leest hij een datum van weken terug. De tekorten hadden dus al veel langer bekend moeten zijn, "hoe kan het dat dit niet besproken is tijdens de coalitieonderhandelingen?" vraagt de SP-er.
Hoe kan het dat dit niet besproken is tijdens de coalitieonderhandelingen?
Toch is het niet het "lijk" waarom dit debat bijzonder is. Sterker nog, eigenlijk is dit een vergadering als zovelen op het Binnenhof. Gewoon een debat in de Groen van Prinstererzaal op de tweede verdieping van het gebouw, zonder al te veel aandacht. Een handjevol lobbyisten en journalisten bevolkt de tribune, maar wereldnieuws hoeven we die middag niet vanuit de Kamer te verwachten.
Stapels papier en een lege tribune
Dit is de dagelijkse praktijk voor verreweg de meeste Kamerleden: stapels papier, een vergadering met een volle agenda en een vrijwel lege tribune. De meeste van onze volksvertegenwoordigers werken buiten de spotlights. Zij maken lange dagen, en hebben weinig tijd. Zo goed en zo kwaad als het gaat controleren ze de regering.
Soms heb je daar een dosis geluk bij nodig, blijkt ook in dit debat. "Een toevalstreffer," noemt Kwint zijn vragen van toen. Eigenlijk was hij helemaal nog niet toegekomen aan het lezen van al het aangeleverde papierwerk. Pas tijdens de vergadering leest de SP-er dat gewraakte rapport voor het eerst.
Echte Haagse werkelijkheid
Net als de rest van het debat is ook dit de dagelijkse praktijk in de Kamer. Haast niemand leest álle stukken. Laat staan dat zelf uitgebreid onderzoek gedaan kan worden om goed beslagen bij de debatten te verschijnen. En initiatief nemen, zelf wetten schrijven, dat is al helemaal bijzonder.
Volksvertegenwoordigers komen tijd en handen tekort. Ze missen de menskracht om echt te kunnen controleren of zelf wetten te schrijven. "In feite kan het eigenlijk niet, maar toch lukt het aardig," vat een Kamerlid samen. Dat is het beeld dat blijft hangen na anderhalf jaar onderzoek door De Nieuws BV.
Toen ik hier binnenkwam toen schrok ik me kapot
"Toen ik hier binnenkwam toen schrok ik me kápot," herinnert een parlementariër zich. Het is geen gekke reactie als je ziet wat het Kamerwerk eigenlijk inhoudt en wat voor middelen je daartoe tot je beschikking hebt. Veel mensen hebben geen idee wat er op Het Binnenhof eigenlijk gebeurt, en hoe zwaar dat werk is, is de consensus. Mensen vragen Kamerleden wel eens wat ze voor baan hebben naast dit Haagse klusje...
Een monster dan privélevens opeet
Meer dan eens krijgen we de tip om stukgelopen relaties te turven tijdens dit onderzoek. Met werkweken van 70 à 80 uur per week is het Binnenhof een monster dat privélevens opeet. De dinsdag, woensdag en donderdag zijn zwarte gaten waarin Kamerleden verdwijnen. De andere dagen worden agenda's volgepland met werkbezoeken, partijbijeenkomsten, netwerk-events en voorbereiding.
Zo staat een Kamerlid altijd aan. "We studeren gewoon heel veel. Dag en nacht. Bij collega's zie je dat relaties onder grote druk staan. Papa of mama is altijd met z'n telefoon bezig." Dat moet ook wel, want in de loze minuten worden debatten voorbereid, wetteksten geschreven, media te woord gestaan en de honderden mails beantwoord. Toch klaagt niemand daarover.
We studeren gewoon heel veel. Dag en nacht. Bij collega's zie je dat relaties onder grote druk staan.
Een verrukkelijke hondenbaan
"Je moet krasvast, slagvast en vuurbestendig zijn. Het is een verrukkelijke hondenbaan," klinkt het blijmoedig. Of je hoort dat het werk "per definitie leuk" is, omdat het ambt "enorm eervol" is. Weliswaar zijn er klachten over matige luchtkwaliteit, ouderwetse ICT of zout eten, maar het merendeel van de parlementariërs is tevreden.
Van alle mensen die aan het onderzoek meewerkten pleitte slechts één voormalig Kamerlid - dus niet één van die 49 - voor een hogere schadeloossteling. De pijn zit ergens anders, bij de "karige ondersteuning," zoals een huidige parlementariër het noemt.
Iedere partij doet het anders
Volgens de huidige regels maakt ieder parlementslid aanspraak op 1,5 fte aan ondersteuning. Vaak gooit de hele fractie rechten bij elkaar in de grote pot en probeert daaruit een efficiënt team samen te stellen. Iedere partij doet dat anders. De VVD heeft bijvoorbeeld een persoonlijk medewerker voor ieder lid, terwijl D66 met een "dakpannen-model" werkt. Waarin verschillende Kamerleden meerdere medewerkers "delen".
Enkele Kamerleden willen er wel on the record over spreken. Toch kiest De Nieuws BV ervoor om gesprekken te anonimiseren. Zo is het niet nodig je stoerder voor te doen dan je bent en belangrijker, we krijgen een completer en eerlijker beeld van de praktijk. De kwantitatief magere ondersteuning is namelijk een Haags taboe.
De angst is voor zakkenvuller uitgemaakt te worden. Ik denk dat het een erfenis van de Fortuyn-revolutie is.
Eigenlijk al zo lang hij in Den Haag rondloopt hoort journalist Thijs Broer van Vrij Nederland de klachten. Zo'n dertien jaar is hij al op het Binnenhof te vinden: "De angst is voor zakkenvuller uitgemaakt te worden. Ik denk dat het een erfenis van de Fortuyn-revolutie is."
Torens
Wie begin jaren '80 over Den Haag uitkeek, zag de Ridderzaal als een van de belangrijke markeringspunten. Tegenwoordig ligt het Binnenhof in de schaduw van hoge torens, bevolkt door duizenden ambtenaren. Dat is hoe de verhoudingen tegenwoordig liggen.
Verschillende ambtenaren vertellen dit in hun dagelijkse werk te merken. "Ik krijg Kamervragen waardoor ik denk; heb je de wet wel gelezen? Of je ziet duidelijk dat Kamerleden de inhoud van een wet niet begrepen hebben," vertelt een van hen. Ook komt het vaker voor dat Kamerleden dezelfde vragen stellen. "Dan komen er vragen binnen die je al aan iemand van een andere fractie hebt beantwoord, blijkbaar wordt dat niet gelezen."
Dan komen er vragen binnen die je al aan iemand van een andere fractie hebt beantwoord, blijkbaar wordt dat niet gelezen.
Een ervaren parlementariër legt het verschil in menskracht uit aan de hand van een gemiddeld debat. Als hij naar de vergaderzaal loopt valt hem het verschil tussen hem en een bewindspersoon op. "Dan loop ik langs die kamer naast die ministerskamer. Daar zitten 7,8,9 of 10 jongens en meisjes met laptops alles te doen," vertelt hij.
Die ambtenaren zijn de extra handen die de minister alleen al voor een debat meeneemt. "Dan zit ik met mijn enkele medewerker. Zo onrechtvaardig eigenlijk."
Lobbyisten
Volgens hoogleraar Public Affairs Arco Timmermans is het verschil in bemensing zorgelijk. Hij vreest dat de Kamer zichzelf uitholt: "Je moet de capaciteit van het parlement om de agenda te kunnen behappen echt vergroten. Anders blijft het parlement te ver achter bij de ministeries. Als burger merk je dat er simpelweg minder aandacht en tijd is om wensen en initiatieven van burgers op de agenda te krijgen."
Kamerleden worden volgens Timmermans te afhankelijk van derden. "In een wereld waar er steeds meer belangenbehartigers komen, waarin burgers steeds meer verwachtingen hebben, waarbij enorme hoeveelheid kennis wordt geproduceerd, waar ministers enorme hoeveelheid afdelingen en filters hebben om dat allemaal te ordenen voor het naar de bewindspersoon toe gaat. Kamerleden hebben dat niet."
'Zo hol je de democratie langzaam uit'
Hij is niet de enige die de groeiende afhankelijkheid ziet. Ook Alexander Pechtold waarschuwde ervoor in zijn afscheidsinterview in Vrij Nederland. "De gemiddelde lobbyist die in de Kamer langskomt heeft tegenwoordig meer ondersteuning dan de Kamerleden zelf. Anderhalve medewerker heb je, en daar moet je het mee doen tegenover ministeries met duizenden ambtenaren. Zo hol je de democratie langzaam uit."
Verschillende Kamerleden delen die zorg. Een van hen zegt dat hij wel meer mensen kan regelen als het nodig is: "Maar dan zijn dat lobbyisten. Dus eigenlijk is wat ik nu heb te weinig." Anderen zeggen juist trots te zijn dat ze het gebrek aan medewerkers oplossen door veel met lobbyisten van verschillende partijen te spreken en daar vervolgens een afweging in te maken.
Lobbyland
Oliver van Loo, associate partner bij lobbykantoor IVCB verbaast zich daarover. Natuurlijk heeft hij veel kennis en kan vaak expertise leveren die de Kamer zelf niet heeft. Toch merkt hij dat soms veel aan hem wordt overgelaten "Als je Kamerleden vraagt een 'ronde tafel' te organiseren moet je zelf met een voorstel komen, de motie of zelfs de spreektekst schrijven."
Dat de ervaringen van Van Loo geen uitzondering zijn weten we uit het boek 'Lobbyland' van Volkskrant-journalist Ariejan Korteweg. Daarin wordt aangehaald hoe lobbyisten meeschrijven aan moties, spreekteksten en Kamervragen.
Ook Tom Kunzler, adjunct-directeur bij The Open State Foundation heeft meegemaakt dat Kamerleden hem vroegen om een motie voor hem op te tikken. Hij adviseert snel meer ondersteunend personeel aan te nemen.
Ik vind dat Kamerleden zich nu al te veel in de details storten en een soort ambtenaren worden
Extra ondersteuning
Of de Kamerleden dat advies ter harte nemen is de vraag. Hoewel ruim twee derde van de ondervraagde meer steun nodig vindt, is niet iedereen overtuigd. Zo zegt een van hen over extra medewerkers: "Dat lijkt een voordeel, maar iedereen probeert zo goed mogelijk zijn werk te doen. Dan krijg je nog meer Kamervragen en zo. Ik denk niet dat ministeries er heel blij van worden als wij nog meer gaan vragen en gaan onderzoeken."
Ondervraagden hebben nu al het gevoel dat de Kamer zichzelf "gek maakt." "Ik vind dat Kamerleden zich nu al te veel in de details storten en een soort ambtenaren worden," klinkt het. Ook de stortvloed aan spoeddebatten en stemmingen is een punt van ergernis. Het zou beter zijn als er meer op hoofdlijnen gecontroleerd zou worden, is de conclusie.
Dat klinkt alleen logischer dan het lijkt. Voormalig vice-voorzitter van de Raad van State Herman Tjeenk Willink plaatste in 2009 al kanttekeningen bij die zienswijze. In een gesprek met de commissie Parlementaire Zelfreflectie waarschuwde hij tegen het hoofdlijnenverhaal. Hoofdlijnendiscussies worden volgens hem al gauw wezenloze gedachtewisselingen waarmee de werkelijke politieke strijd wordt gemaskeerd.
Leren van andere landen
In het onlangs verschenen rapport 'Lage Drempels, Hoge Dijken' van de staatscommissie Remkes worden aanbevelingen gedaan om de ondersteuning uit te breiden. Remkes heeft het dan vooral over het ondersteunen van Kamercommissies, hij heeft het niet over fractie-ondersteuning.
Nederland zou wat hoogleraar Arco Timmermans betreft van andere landen moeten leren. Hij wil daar zelf onderzoek naar gaan doen. "Je moet kijken welke lessen je kan trekken uit buitenlandse voorbeelden. En dan niet alleen naar de begrotingen kijken, dat is te makkelijk gedacht. Maar naar hoe andere landen hun informatie georganiseerd hebben."
Want niet ieder land heeft dezelfde zuinigheid als het onze. In Denemarken is bijvoorbeeld ruim 24,6 miljoen beschikbaar voor ondersteuning. Daarnaast heeft het parlement een eigen wetenschappelijk geschoold onderzoeksinstituut tot zijn beschikking. België vergrootte in 2014 nog de ondersteuning van fracties en in Washington hebben leden van het Huis van Afgevaardigden zelfs een geheel eigen staf ter beschikking.
Verbeteringen
Inmiddels lijkt de Kamer ook zelf aan de bel te trekken. Niet alleen Pechtold noemde bij zijn vertrek het magere aantal medewerkers. GroenLinkser Zihni Özdil vroeg zich bij zijn afscheid af: "Hoe kun je het democratisch spel spelen wanneer je als Kamerlid tegen honderden ambtenaren van een minister moet opboksen, terwijl je, als je geluk hebt, slechts één beleidsmedewerker voor jezelf hebt?"
Tijdens de afgelopen ramingen, het debat over de begroting van de Tweede Kamer, stelde ook Joost Sneller (D66) de kwestie aan de orde. DENK-oprichter Selçuk Öztürk kreeg zelfs een motie aangenomen om een onderzoek te doen naar de huidige ondersteuning en of die niet moet worden uitgebreid.
Onderzoeken in de politiek zijn vaak de begraafplaats van goede ideeën.
"Onderzoeken in de politiek zijn vaak de begraafplaats van goede ideeën," zegt Kunzler cynisch. Hij is blij met het initiatief, maar vreest dat de Kamer niet door pakt. Daarom wil hij een petitie aanbieden die de Kamer oproept zichzelf meer middelen te geven. "Dertig maatschappelijke organisaties, lobbykantoren en bedrijven ondertekenden de oproep al."
Weerzin van het parlement
De sceptische houding van Kunzler is niet ten onrechte. Wat opvalt aan eerdere pogingen om de ondersteuning van Kamerleden te vergroten is de weerzin van het parlement zelf. Zo duurde het tot 1964 voordat iedere fractie überhaupt een typiste ter beschikking had. Pas tien jaar later werden de persoonlijk medewerkers ingevoerd.
De functie werd ingevoerd op aanbeveling van de Commissie Van Dis. Aanvankelijk werden die medewerkers "bikkers" genoemd, van Bewerktuiging Individuele Kamerleden. Toen duidelijk werd dat bikker in Rotterdams dialect pooier betekende is die titel snel veranderd.
De terughoudendheid van de Kamer is ook historicus Geerten Waling opgevallen. Hij zet het initiatief van Kunzler voort in een burgerversie op steundekamer.nl. De Elsevier-columnist hoopt de Kamer zo wat ruggesteun te geven. Hij ziet bijvoorbeeld dat kleinere fracties moeite hebben met de werkdruk en dat baart hem zorgen.
'De Kamer is net zo sterk als de zwakste schakel'
Waling: "De Kamer is net zo sterk als de zwakste schakel. Als er kleine fracties zijn die de dossiers niet onder de knie hebben en de grote wel, dan bepalen die laatste de lijnen. Dat is een aanslag op onze democratische volksvertegenwoordiging."
De vraag is of de Kamer het uiteindelijk aandurft om de eigen ondersteuning uit te breiden. In de geanonimiseerde gesprekken zijn de parlementariërs in ieder geval uitgesproken. "Het parlement doet aan zelfkastijding," vertelt een Kamerlid.
'Een bloody shame'
Een ander zegt: "De hoeveelheid ondersteuning vind ik eigenlijk gewoon een bloody shame. Dat vind ik echt." Tegelijkertijd geven ze grif toe dat angst voor de publieke opinie een grote rol speelt bij het uitblijven van maatregelen.
Arco Timmermans verbaast zich daarover. "De Tweede Kamer doet goed zijn best hoor. Het is makkelijk om te schieten op het parlement. Maar het gaat om betere vertegenwoordiging. Daar hoort een betere ondersteuning bij. De Tweede Kamer doet zichzelf tekort door zichzelf wijs te maken dat zo’n maatregel niet te verkopen is aan burgers. Dat is echt een kulargument."