Voor prehistorische schatten moet je in de Noordzee zijn

Het schedelfragment en het kunstobject – een versierd bizonbot – stammen allebei uit de laatste periode van de IJstijd. De objecten zijn meer dan 13.000 jaar oud en dat maakt deze vondsten uniek. Ter vergelijking: Trijntje, het meest volledig bewaarde skelet van Nederland, is 7.500 jaar oud.

Nieuws en Co bekeek de objecten en sprak met Luc Amkreutz, conservator van de prehistorische collectie van het Rijksmuseum van Oudheden.

De Noordzee is een van de belangrijkste prehistorische vindplaatsen ter wereld, vertelt conservator Luc Amkreutz. Het gebied is namelijk pas een paar duizend jaar geleden in een zee veranderd. Voor die tijd lag het grotendeels droog en leefden er mensen. Daardoor is er veel organisch materiaal, zoals botten en geweien, bewaard gebleven in de bodem.

Jagen op paarden en elanden

Voorlopig is er nog veel onduidelijk over de objecten. Van wie was het schedelfragment? En wat betekenen de inkervingen in het kunstobject? We weten het niet. Toch zijn er wel een paar dingen die we uit de objecten kunnen aflezen, vertelt Amkreutz. Aan de samenstelling van het stukje schedel kunnen archeologen bijvoorbeeld zien dat deze persoon vooral veel vlees at. En dat zegt dan weer iets over de manier waarop mensen in de IJstijd leefden: het moeten jagers zijn geweest, die bijvoorbeeld elanden, paarden en edelherten aten.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van NPO Focus.

NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap

Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co