Nieuwe DNA-technieken gebruikt in Nederland: meer informatie met minder DNA

“We hebben de laatste tijd geïnvesteerd om nog meer informatie te kunnen halen uit nog minder DNA”, vertelt DNA-deskundige Charissa van Kooten in het NOS Radio 1 Journaal. De nieuwe technieken die het instituut gebruikt, zorgen voor grote sprongen in onderzoeken.

Technieken

“Waar we eerst keken naar lengteverschillen van DNA tussen personen, kunnen we met de nieuwe technieken kijken naar de bouwstukjes.” Ze kunnen nu bijvoorbeeld heel precies kijken naar de verschillen in het DNA van familieleden. “Als iemand zegt: mijn broer heeft het gedaan. Dan kunnen we nu dat onderscheid makkelijker maken”, legt Van Kooten uit. Waar een aantal jaar geleden meer DNA nodig was, kan nu ook met een stuk minder informatie worden verhaald. “We kunnen het nu met een cel of zelfs een halve cel. Dat is zo miniem, dat kan je niet zien met het blote oog.”

Twee

Er zijn twee nieuwe manieren waarop het Nederlands Forensisch Instituut nu een DNA-onderzoek kan uitvoeren. Er wordt bij de eerste gebruikt gemaakt van RNA. Met dit onderzoek wordt gekeken wat voor cellen het DNA heeft. “Is dat bloed, sperma of vaginale cellen. Dat zijn de sporen waarnaar gezocht wordt en wat belangrijk is in forensische strafzaken.”

Met de tweede techniek, MPS, kan worden gekeken naar individuele bouwstukken van het DNA. Daarmee zouden ze nu verschillen kunnen onderzoeken van eeneiige tweelingen.

Oude zaken

Met het gebruik van de nieuwe technieken kan er nieuw leven geblazen worden in oude criminele zaken. “Waar voorheen te weinig DNA was om een profiel te kunnen maken, valt er nu wel iets van een profiel op te stellen. Het kan weer zorgen voor een overeenkomst met profielen in onze databanken”, vertelt Van Kooten. Als een profiel niet opstellen lukt, kunnen ze in ieder geval meer informatie geven. “Je kan dan vertellen hoe iemand eruit ziet. Heeft iemand blond haar of blauwe ogen? Dat kan onderzoek ook een nieuw impuls geven.”