Sporten in een bloedhete klimaatkamer voor Tokyo 2020

Met zo’n 33 graden een luchtvochtigheid van 65% voelt de klimaatkamer van de Vrije Universiteit behoorlijk tropisch aan. Misschien niet de ideale omstandigheden om intensief te sporten, maar zo is het volgend jaar op de Zomerspelen in Tokyo waarschijnlijk ook. "Dit worden de warmste Olympische Spelen aller tijden", vertelt onderzoeksleider Hein Daanen, "als we tenminste de normale temperatuurstatistieken mogen geloven."

En warmte kan de prestaties van sporters flink beïnvloeden. Als je gaat presteren in de hitte, probeert je lichaam de warmte zo goed mogelijk kwijt te raken. Daardoor raakt je huid extra doorbloed en krijgt het hart juist minder bloed, en dat zorgt voor lagere prestaties.

Het lichaam past zich aan

De klimaatkamer, waar elke dag intensief wordt gefietst, moet helpen sporters beter op de warmte voor te bereiden. "We stellen ze dag na dag bloot aan de hitte en het lichaam kan zich daar fantastisch in aanpassen", vertelt Daanen. "Je ziet bijvoorbeeld dat het bloedvolume toeneemt. Elke dag krijg je iets meer bloedvolume, zodat je ook makkelijker het bloed naar die huid kunt sturen en het hart uiteindelijk meer overhoudt."

Op dit moment onderzoekt het lab hoeveel tijd sporters nodig hebben om goed te acclimatiseren, en wanneer ze dat het beste kunnen doen. Met als uiteindelijk doel natuurlijk dat de Nederlandse atleten in Tokyo straks het allerbeste uit zichzelf kunnen halen, en al dat zweten niet voor niks is geweest.

Lab Leven

In de podcastserie Lab Leven, gemaakt door de Universiteit van Nederland en Focus, laten wetenschappers zien hoe het er écht aan toegaat in hun laboratorium. Je vindt de podcast op de site van de Universiteit van Nederland, in de podcast Focus Wetenschap en 's nachts op de radio in Focus.