Hoe je meer ziet dankzij je voorspellende brein

Je brein leert al vroeg om voorspellingen te maken. Zo leer je bijvoorbeeld in je kinderjaren dat geblaf bij een hond hoort. Als je nu op de fiets ziet en je hoort achter je geblaf, dan voorspellen je hersenen tijdens het omdraaien van je hoofd al dat je een hond gaat zien, en geen kat. Op het moment dat je die hond dan daadwerkelijk ziet, kunnen je hersenen die visuele informatie sneller verwerken.

Maar stel nu dat je die hond slechts heel kort te zien krijgt – zo kort dat je eigenlijk niet de tijd hebt om dat beeld tot je bewustzijn door te laten dringen. Is dan de kans groter dat je de hond ziet als je eerst het geblaf hebt gehoord? Precies dat heeft hersenonderzoeker Erik Meijs uitgezocht. Hij promoveert deze maand op zijn onderzoek.

Gissen naar de toekomst

En inderdaad: als je kunt voorspellen wat je te zien krijgt, is de kans groter dat je het bewust ziet. “Het idee is dat het brein de hele tijd probeert te voorspellen wat er in de toekomst gaat gebeuren. Daardoor kan je brein signalen die via je zintuigen binnenkomen, efficiënter verwerken.”

Dit is niet het type onderzoek dat meteen praktische toepassingen heeft. Maar, aldus Meijs, we weten eigenlijk nog maar heel weinig over het brein. Dit onderzoek is weer een klein puzzelstukje in het oplossen van het mysterie dat ons brein nog voor een flink deel is.

NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap

Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co
Iedere werkdag van 02.00 tot 04.00 uur in Focus
En wanneer je maar wilt in de podcast Focus Wetenschap