Wat vertelt de geschiedenis ons over pandemieën en woningprijzen?

Econoom en universitair docent aan de Erasmus Universiteit Matthijs Korevaar promoveerde aan de Maastricht Universiteit, waar hij sinds 2015 onderzoek deed naar de evolutie van de woningmarkt van de afgelopen eeuwen, om zo het heden te begrijpen. Zo onderzocht hij welk effect de pestpandemieën tussen de 16e eeuw en 1811 op de woningmarkt hadden en hoe de cholerapandemieën in Parijs tussen 1809 en 1943 de huur- en verkoopprijzen beïnvloedden.

Nauwelijks langetermijneffecten

Opmerkelijk genoeg lijken beide pandemieën nauwelijks of geen langetermijneffecten te hebben gehad op de woningprijzen. De prijzen lieten wel tijdelijk een (lichte) daling zien, maar dankzij de aanhoudende toestroom van immigranten konden de prijzen zich alweer snel herstellen.

Een pandemie kan wel veranderingen op de woningmarkt in gang zetten, benadrukt Korevaar. De cholerapandemie in Parijs droeg bijvoorbeeld bij aan de verbeteringen op het gebied van hygiëne en de aanleg van de bekende Haussman-boulevard.

Verdere afbouw hypotheekrenteaftrek

Ok, maar hoe lossen we de huidige krapte op de woningmarkt op? Bouwen is een belangrijk onderdeel, benadrukt Korevaar. Hoe langer de bouw stil ligt of achterblijft, hoe groter de krapte op de lange termijn zal worden. Maar de financiële factoren los je met extra woningen niet op.

Zo erkent inmiddels ook de overheid dat de fiscale behandeling van de eigen woning bijdraagt aan de hoge prijzen op de woningmarkt. De hypotheekrenteaftrek en de zogenoemde jubelton maken het erg aantrekkelijk om een eigen woning te bezitten. Door daar op in te grijpen, zou je kunnen bijdragen aan een afkoeling van de markt. Juist doordat de rente momenteel zo laag staat, zou je de aftrek ervan zonder al te veel kosten verder kunnen afbouwen, aldus Korevaar.