'Mensapen gaan het klimaatprobleem niet oplossen'
- Nieuws
- 'Mensapen gaan het klimaatprobleem niet oplossen'
In de zomer trekken we massaal naar buiten. We laten de hectiek van alledag voor wat het is en voelen ons even helemaal één met de natuur. Kan dat eigenlijk wel, één worden met de natuur? Milieuhistoricus Wybren Verstegen vindt van niet en waarschuwt voor de gevolgen van holistisch denken bij natuurbeschermers.
De film Into the wild vertelt het waargebeurde verhaal van de Amerikaan Chris McCandless die de wildernis in trekt en roept bij menigeen een romantisch verlangen op om de mensenwereld te laten voor wat het is en op te gaan in de natuur. "You’re just living man," verzucht Chris. Pas in het wild voelt hij dat hij leeft. In de mensenwereld dus niet.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Taal heeft de mens bevrijd
Het idee dat we onderdeel van de natuur zijn en er niet buitenstaan, is een gedachte die steeds populairder wordt. Onze menselijke eigenschappen blijken steeds minder uniek, zo laten wetenschappers zien. Bomen communiceren ook met elkaar, apen hebben moraal en allerlei dieren zijn zelfbewust. Nederigheid is geboden. En, zo denken sommige natuurbeschermers, als we onszelf als onderdeel van de natuur zien, dan zullen we net als de natuurvolkeren harmonieus omgaan met de natuur. En dat is nodig, zo vinden ze, om onze ecologische crisis op te lossen.
Milieuhistoricus Wybren Verstegen is hier mordicus tegen. Hij verwoordt zijn standpunt samen met filosoof Mariette Akkerman in een artikel op de website Tegengeluid. In de podcast van De Kennis van Nu licht Verstegen zijn stelling toe. 'We beschikken over menselijke taal. Taal heeft ons bevrijd. Door taal kunnen wij afstand nemen en nadenken over de natuur,’ zegt Verstegen. ‘En hebben we die afstand niet heel hard nodig? Hoe intelligent ze ook zijn, de mensapen gaan het klimaatprobleem niet oplossen en die gaan ook de safariparken niet beheren. Dat moeten wij doen. Vanaf een afstand. Daar heb je heel veel wetenschap voor nodig.’
Verstegen noemt de mensen die zich in de natuur plaatsen dromers en mensen die afstand nemen doeners. Als we de mens in de natuur plaatsen, dan is het gevaar groot dat we ons ook niet meer verantwoordelijk voelen voor het behoud van de natuur. De natuur zal het zelf wel beter weten. Maar we hebben juist onze menselijke eigenschappen nodig om de natuur te behouden en de problemen die we zelf hebben veroorzaakt op te lossen. ‘Doe me een lol en ga tuinieren,’ zegt Verstegen. ‘Als je de aalscholvers in de Oostvaardersplassen hun gang laat gaan, dan kakken ze alles kapot. Maar we kunnen ze niet aanklagen, want het zijn geen mensen. Dus je moet beheren.’
‘Als je één wordt met de natuur, dan ga je dood, binnen een week.’
Natuur is een chaos
De natuur is zelf ook niet zo harmonieus als het lijkt. ‘De natuur is een chaos van concurrerende soorten en van soorten die samenwerken,’ zegt Verstegen. ‘Stabiele ecosystemen bestaan eigenlijk niet.’ Ook het idee van volkeren die harmonieus met de natuur samenleven verwijst hij naar het rijk der fabelen. ‘Indianen in Noord-Amerika gingen op een heel ruwe manier met de natuur om. Met vuur jaagden ze bijvoorbeeld duizenden bizons ravijnen in om er een paar zelf te gebruiken. De rest lieten ze rotten.’
Opgaan in de natuur is bovendien geen pretje, vindt Verstegen. ‘Als je één wordt met de natuur, dan ga je dood, binnen een week,’ zegt hij. Juist in de natuur moet je je menselijke eigenschappen aanwenden om te overleven. Je moet de natuur goed kennen, hard nadenken. Het kleinste foutje kan het einde betekenen. Dat overkwam Chris McCandless, juist op het moment dat hij vrede had gesloten met de gedachte dat hij als mens in de mensenwereld thuishoort.