Onze verre voorouders konden beter rechtop lopen dan gedacht

De Belgische onderzoeker Peter Aerts, die bij het onderzoek betrokken was, vertelde erover bij Nieuws en Co.

Ergens in de evolutie zijn onze voorouders veranderd van boomklimmers in landdieren. Maar wanneer begonnen vroege mensachtigen echt goed op twee benen te lopen? Van twee vroege verwanten van de mens, de Australopithecus en Ardipithecus ramidus, wisten we al dat ze rechtop konden lopen. Maar tot nu toe was er nog weinig over hoe dat eruit moet hebben gezien.

Liepen ze echt met een rechte rug, zoals de mens? Of deden ze het op een veel minder elegante manier, zoals chimpansees en gorilla's? Die laatsten kunnen wel even rechtop lopen, maar op vier poten komen ze toch een stuk soepeler vooruit.

Heupgewricht is bepalend

Om meer over de tred van vroege mensachtigen te weten te komen, vergeleken onderzoekers de bewegingen en anatomie van mensen met die van verschillende primaten. Vooral het heupgewricht blijkt een belangrijke rol te spelen in hoe we lopen. Hoe minder dat gewricht van nature in het lichaam doorgebogen is, hoe beter je er rechtop mee kunt lopen – en hoe minder goed je in bomen kunt klimmen.

Met die kennis analyseerden de onderzoekers de anatomie van de uitgestorven mensachtigen. Ondanks hun lange vingers en tenen lijkt het erop dat onze verre voorouders al heel efficiënt op twee benen konden lopen, concluderen de onderzoekers. Volgens Aerts liepen de vroege mensachtigen waarschijnlijk al veel beter rechtop dan de huidige bonobo’s, gorilla’s en chimpansees.

Dit artikel is verzorgd door de wetenschapsredactie van NPO Focus.

NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap

Maandag t/m vrijdag rond 16.20 uur in Nieuws en Co
Iedere dinsdag- op woensdagnacht van 02.00 tot 06.00 uur in Focus