Wat nachtvlinderseks ons leert over de evolutie
- Nieuws
- Wat nachtvlinderseks ons leert over de evolutie
Er zijn bizar veel soorten nachtvlinders, meer dan alle soorten zoogdieren wereldwijd bij elkaar. Hoe ontstaan al die soorten? Welke rol speelt geur bij de voortplanting? Evolutiebioloog Astrid Groot geeft antwoord.
Video niet beschikbaar
Je staat er misschien niet altijd bij stil, maar eigenlijk is het best gek dat er zoveel variatie bestaat binnen soorten. Als alle mannetjes op hetzelfde soort vrouwtje vallen, waarom bestaan er dan niet alleen maar dat soort – aantrekkelijke – vrouwtjes? En als alle vrouwtjes een groot mannetje aantrekkelijker vinden, waarom zijn er dan nog kleine mannetjes?
Evolutiebioloog Astrid Groot probeert die vraag te beantwoorden door het seksleven van nachtvlinders te bestuderen. Ideale beestjes, want ze groeien snel op, leggen vele eitjes, paren elke nacht en kennen vanzelfsprekend variatie binnen hun soort.
Mannetjes lokken met feromonen
De vrouwtjesnachtvlinders produceren feromonen, een geurstof waardoor ze voor mannetjes aantrekkelijk worden om mee te paren. Althans: de meeste vrouwtjes. "In elke populatie zijn onaantrekkelijke vrouwtjes. Ze hebben niet de juiste combinatie van chemische stoffen in hun feromoon, daar komen mannetjes gewoon niet op af."
Die onaantrekkelijke vrouwtjes hebben echter een evolutionair voordeel: ze zijn beter bestand tegen bepaalde parasieten. En ze hebben ook een trucje om toch nageslacht te krijgen. "We weten dat als je een onaantrekkelijk vrouwtje naast een aantrekkelijk vrouwtje zet, dat ze af en toe toch wordt gepaard. Dus die mannetjes maken af en toe een foutje."
Een kleine greep uit de 130.000 nachtvlindersoorten. Foto: Rose Heijnen.
En zo kan het dus gebeuren dat verschillende eigenschappen in de soort blijven bestaan. Aantrekkelijke vrouwtjes omdat mannetjes daar dol op zijn, en minder aantrekkelijke vrouwtjes omdat die beter tegen parasieten kunnen.
Over het ontstaan van soorten
Daarmee is dus duidelijk hoe er variatie in een soort kan blijven bestaan, maar voor Astrid Groot begint het nu pas echt interessant te worden. Want haar eigenlijke vraag is: hoe kunnen soorten ontstaan?
Stel nu dat een populatie van nachtvlinders uiteen valt in verschillende groepen. Die groepen krijgen te maken met verschillende zogenoemde selectiemechanismen. "Bijvoorbeeld verschillende predatoren, vogels die de motten opeten, die een bepaalde gebieden wel of niet voorkomen. Daardoor kun je variatie krijgen tussen die verschillende populaties, die ook genetisch wordt."
Met andere woorden: in de ene groep planten andere individuen zich met succes voort dan in de andere groep. "Als ze dan weer een keer bij elkaar komen, kan het zijn dat ze niet meer met elkaar kunnen paren. Dat is het begin van soortvorming."
Evolutie voorspellen
Dat soort processen begrijpen biologen al een tijdje, maar de vraag blijft waar die variatie precies vandaan komt. "Is dat door mutaties, komt het door wat ze eten, of door factoren die we nog niet kennen? En waar hangt de respons van de mannetjes vanaf?"
Als je dat allemaal echt goed zou begrijpen, zou je evolutie misschien zelfs kunnen voorspellen, denkt Groot. Maar dat zal nog wel even duren: "Dat kunnen we nu nog lang niet, want we begrijpen er nog heel weinig van."
Liever luisteren?
Evolutiebioloog Astrid Groot
NPO Radio 1 houdt je dagelijks op de hoogte over de laatste ontwikkelingen in de wetenschap
Dagelijks tussen 17.00 en 18.30 uur in Nieuws en Co
Iedere werkdag van 02.00 tot 04.00 uur in Focus
En wanneer je maar wil in podcast Focus Wetenschap