Kamerleden spraken één op de twintig keer ook voor andere partijen

Met maar liefst 20 fracties of 'groepen' is de Tweede Kamer verdeelder dan ooit. Veel partijen moeten het daardoor doen met minder zetels en dat maakt het lastig om bij alle debatten aanwezig te zijn en mee te praten. "Ik zie dat kleine fracties meer met elkaar samenwerken", vertelde Kamervoorzitter Vera Bergkamp al eind 2021 aan De Nieuws BV.

Nu blijkt dat die samenwerking tijdens Rutte IV ook vaak de vorm aannam van gezamenlijke woordvoering. Bij de 627 commissiedebatten – de vergaderingen buiten de plenaire zaal – spraken parlementariërs één op de twintig keer ook namens een andere partij. De PvdA en GroenLinks deden dat het vaakst.

Meest voorkomende partijcombinaties bij gezamenlijke woordvoering

Ook BBB en Ja21 voerden meermaals het woord namens elkaar. Vooral met de Ja21-Kamerleden Eppink en Pouw-Verweij, die later ook zijn overgestapt naar de BBB. "Op een gegeven moment zit je in hetzelfde vaarwater en ben je het over allerlei dingen met elkaar eens waardoor een symbiose gaat ontstaan", zegt Eppink daar nu over.

Partijen die het vaakst het woord voerden voor andere partijen

Naast Groenlinks en PvdA werkten ook SGP, BBB en Ja21 opvallend vaak met elkaar samen. "Ik denk dat we dit veel meer gaan zien", zegt CDA-Kamerlid Derk Boswijk. Al vindt hij het ook een 'noodgreep'. "Ik denk dat het voor het debat niet altijd goed is dat andere partijen namens jou het woord gaan voeren, omdat juist de details waar het over gaat verloren gaan." Kamerlid Tom van der Lee Groenlinks/PvdA is voor het 'bundelen van de krachten', "tegelijkertijd moet je ook oppassen dat het onderscheid verdwijnt tussen partijen."

Alle resultaten van het onderzoek zijn hieronder terug te vinden.