Topsporters mogen niet veel bijverdienen, directeur NOC*NSF wil nieuwe regeling

Topsporters kunnen een soort uitkering krijgen, een stipendium. Het bedrag dat ze ontvangen is gebaseerd op het minimumloon, afhankelijk van leeftijd ligt dat bedrag tussen de 1800 en 2900 euro per maand. Verdienen topsporters te veel geld met andere werkzaamheden, zoals sponsordeals, dan moeten ze hun inkomen terugstorten. Het gaat niet om inkomsten van incidentele aard, bijvoorbeeld het prijzengeld van de Spelen, maar pas als ze structureel andere inkomsten hebben, dan valt het onder bijverdienen.

Topsport als beroep

"Wij zien topsport als een echt beroep en daar hoort inkomen bij", zegt Cats. De uitkering is ooit begonnen als een soort WW-regeling. Deze voorziening wordt gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn & Sport en uitgevoerd door het Fonds voor de Topsporter. "Maar eigenlijk wordt ondernemerschap en presteren afgestraft, niet beloond" vindt de directeur van het NOC*NSF.

De bijverdiengrens moet van tafel volgens het NOC*NSF, want "als je als uitoefening van je beroep extra verdient, dan heb je daar recht op."

Pensioen

Een tweede knelpunt bij de huidige regeling is dat er bij de uitkering van het inkomen dat de sporters nu krijgen geen pensioen wordt opgebouwd. André Cats vindt dat de pensioenregeling ook aan revisie toe is, maar dat is nog niet zo makkelijk: "We zijn nu bezig met een toekomstbestendige inkomensregeling in te stellen voor de topsporters, als we daar ook nog een pensioenregeling aanhangen, dan krijgt dat ook een prijskaartje." En over die prijs gaat het NOC*NSF met staatsecretaris Karremans in gesprek.