De Pioniers: Mieke Havik, de eerste vrouw in het geel
- Nieuws
- De Pioniers: Mieke Havik, de eerste vrouw in het geel
Welke wielrenners zetten de wielersport op de kaart in hun thuisland? In De Pioniers vertellen verslaggevers Edwin Cornelissen, Steven Dalebout, Eline de Zeeuw en Jan-Kees van der Kun het verhaal van deze soms vergeten wielericonen. Over hun grootste triomfen, bewogen carrières en de schaduwzijden van vroeg succes. Vandaag: Mieke Havik, de eerste vrouw in het geel.
Het is de zomer van 1968, op de fiets wordt gevochten om iedere seconde. Iedere dag weer. Niet op een parcours in Frankrijk, maar door de straten van Volendam. Daar spelen broer en zus Mieke en Frank Havik de Tour de France na. De meeslepende ontknoping van de jongste editie, om precies te zijn. Mieke en Frank dromen van de Tour de France.
"Op mijn gewone fiets ging ik met mijn broertje naar school", vertelde Mieke daar later tijdens een interview over. "En dan droom je van de Tour de France." Probleem: de Tour was destijds nog uitsluitend bedoeld voor mannen. "Voor mijn broer had die droom werkelijkheid kunnen worden, maar voor vrouwen?" De toen 11-jarige Mieke dacht dat er in de sport geen toekomst was voor vrouwen zoals zij.
Toch wilde ze koste wat kost wielrenner worden, bezorgde opmerkingen van haar familie ten spijt. Was het risico op nare valpartijen en littekens dat wel waard? Havik was helder: ze vond van wel. En dus nam ze een bijbaantje in een restaurant. Met het geld zou ze haar eerste racefiets en –licentie kopen.
Zomer van 1984
We spoelen vooruit naar 1984, naar de zomer van de eerste Tour de France féminin. Maar het was ook het jaar van de eerste wegwedstrijd voor vrouwen op de Olympische Spelen, die dat jaar worden gehouden in Los Angeles.
Een unieke kans voor Havik. Zeker gezien haar eigen, gestage ontwikkeling als coureur. Maar ze haalt de olympische selectie niet. Ter compensatie mocht ze naar de Tour. Een droom die uitkwam: haar teleurstelling maakte plaats voor euforie. Dat haar deelname bij wijze van spreken als goedmaker gold, was bijzaak. "Wat je dan overkomt, dat droom je altijd."
Een droom die bovendien alleen maar mooier zou worden: Havik sprintte in de openingsetappe naar Saint-Denis naar de etappezege. Daar was dan de gele trui, voor het eerst omgedaan bij een vrouwelijke wielrenster.
Over het omdoen van de trui gesproken: dat-ie door iemand anders werd omgedaan, realiseerde Havik zich even niet tijdens de ceremonie. "Ik zag die trui komen en ik dacht ‘O god, dat pas nooit’. Ik deed onmiddellijk mijn originele truitje uit", verklaarde ze. "Daarna zag ik pas dat je de trui gewoon aangetrokken krijgt." Onervaren of niet, de gele trui was van haar.
Voorvechter van het vrouwenwielrennen
Havik ontwikkelde zich tot voorvechter van het vrouwenwielrennen. Ze uitte regelmatig kritiek op de organisatie. Over het prijzengeld, om maar wat te noemen. "Wij hebben helemaal niks te verdelen. Wat wij te verdelen hebben is een hesje, meer niet", vertelde Havik. "Een etappezege levert duizend frank op. Dat komt neer op ongeveer 300 gulden. Nou, je bent met je zevenen – ga maar rekenen. Dat is niks."
Al tijdens haar eerste deelname in 1984 merkte Havik dat het vrouwenwielrennen niet serieus werd genomen. Ook niet door de mannelijke collega's. Ze zag dat vooral als aanmoediging om de vrouwelijke tak naar een nog hoger niveau te tillen. "Het is belangrijk om niet te veel stil te staan bij alle kritiek. Want dan kom je niet vooruit."