Ministerraad is akkoord met drie asielwetten

De drie wetsvoorstellen zijn in lijn met het strengere asielbeleid dat het kabinet Schoof wil voeren. De eerste wet regelt dat een verblijfstatus nooit meer permanent is. De permanente verblijfsvergunningen worden hiermee afgeschaft en asielvergunningen zijn nog maar drie jaar in plaats van vijf jaar geldig. Ook wordt de mogelijkheid om familieleden te laten overkomen ingeperkt. Schoof benadrukt in de persconferentie na de ministerraad vooral de tijdelijke aard van de vluchtelingenhulp: "De kern is, dat de situatie van beveiliging altijd iets tijdelijks zal zijn en dus geven we ook een tijdelijke vergunning. Je geeft de bescherming voor de periode dat de vluchteling dat nodig heeft."

Druk

Het tweede wetsvoorstel wil een tweestatusstelsel hanteren. Hiermee wordt onderscheid gemaakt tussen mensen die vluchten. De eerste status is voor mensen die vluchten omdat ze persoonlijk gevaar lopen en de andere status is voor mensen die vluchten voor een tijdelijke oorzaak. Een tijdelijke oorzaak is bijvoorbeeld een oorlog of natuurgeweld. Politiek verslaggever Ewoud Kieviet: "Voor die tweede groep gaan er minder rechten gelden. Zoals bijvoorbeeld geen gezinshereniging, omdat ze verwachten dat deze mensen op een gegeven moment kunnen terugkeren." Het laatste wetsvoorstel maakt het strafbaar als mensen niet meewerken aan hun terugkeer naar het land van herkomst. De Raad van State en de Raad voor de rechtspraak hebben al eerder hun kritiek geuit op deze voorstellen. Zij denken dat de wetten zullen zorgen voor meer werk voor instanties zoals het IND. Kieviet: "Die vergunningen worden dus korter en daardoor moeten ze vaker bekeken worden, dat betekent extra werkdruk en daar zijn nu al wachtlijsten. Tegelijk wil minister Faber ook op deze instanties bezuinigen, dat levert een hele grote druk op." Faber heeft deze kritiek niet meegenomen in haar voorstel.

Advies

Rond half februari wordt het advies van de Raad van State verwacht en dan wordt helder of minister Faber alsnog haar voorstellen moet aanpassen. Als er een negatief advies volgt, dan kan het ingewikkeld worden, denkt politiek verslaggever Ewoud Kieviet. "Dit is nog maar het begin, het gaat nu eerst naar de Raad van State, dan weer terug in het kabinet, dan moeten zij er weer over uitkomen en vervolgens gaan beide kamers erover in conclaaf." Dat kan extra vragenrondes opleveren, waardoor het nog een tijd duurt voordat de wetsvoorstellen in werking gaan. Minister Faber heeft vertrouwen in de wetten: "In het begin zal het iets meer rechtszaken geven, maar op langere termijn zal het juist afnemen omdat er minder mensen het land inkomen.