De Onbekende Kinderen: Jetje, de baby die de oorlog niet overleefde

Over de 51 kinderen gaat de podcast De Onbekende Kinderen van Kamp Westerbork. Rob Trip spreekt met enkelen van hen, inmiddels kwieke tachtigers.

Jetje Hamburger wordt geboren in 1943 in Eindhoven. Haar ouders zijn dan al niet meer samen. Haar vader zit in een kamp in Polen, haar moeder is ondergedoken. En tijdens die onderduik bevalt ze van Henriëtte Delia, roepnaam Jetje. Het meisje en haar oudere broertje Bert worden gescheiden van hun moeder en komen op een ander onderduikadres terecht. Hun moeder laat nog foto’s maken van haar kinderen. Ze wil ze naar hun vader sturen.

Verraad

De kinderen – baby Jet en haar 3-jarige broertje - worden verraden, opgepakt en naar Kamp Westerbork gestuurd. Daar komen ze terecht in de weeshuisbarak. Op 13 september 1944 moeten ze met de andere kinderen op transport. Het is het laatste transport dat uit Westerbork naar de concentratiekampen vertrekt.

Verzorgster Mary Adriaansz – een opgepakte joodse vrouw uit Rotterdam- bekommert zich om de kinderen. In de podcast De Onbekende Kinderen van Kamp Westerbork vertelt zij hoe dat was. Waaraan Jetje is overleden weet Mary Adriaans niet. "Vermoedelijk aan uitdroging. Ik kon haar niets geven. De melk die we in Westerbork hadden meegekregen, was na een dag al zuur."

Bert– het broertje van Jet- overleeft de oorlog wel. Hij is vijf jaar als hij vanuit Theresienstadt terugkeert naar Nederland. Bert wordt herenigd met zijn ouders. Aan de journalist Daphne Meijer vertelde hij meer dan twintig jaar geleden hierover. "Ik heb mijn ouders verteld dat de baby dood was. Das Baby ist gestorben, schijn ik gezegd te hebben."

Bert herinnert zich niets van de dood van zijn kleine zusje en de treinreis. Hij was toen net vier jaar oud. Na de oorlog heeft hij Mary Adriaansz ontmoet en die heeft hem veel kunnen vertellen.