Wat is er zo super aan de Super Bowl?
- Nieuws
- Wat is er zo super aan de Super Bowl?
Morgen gaan meer dan 115 miljoen mensen in Amerika naar de televisie zitten kijken op één en dezelfde zender. Naar beelden van een sportwedstrijd die in Minneapolis gespeeld wordt en die wedstrijd heet officieel (en door de Amerikanen vooral met heel veel trots en eer uitgedragen): de Super Bowl. Dat betreft dus American Football, een bezigheid waar wij in Nederland, op een paar fanatiekelingen na die min of meer de regels kennen, onze neus voor ophalen.
Of dat terecht is of niet, laat ik in het midden. Ja, er zijn in het Nederlandse omroepbestel altijd wel wat mensen geweest die geprobeerd hebben American Football (en helemaal de Super Bowl) op onze agenda te krijgen. Jammer; nooit gelukt. 92,67 procent van ons volk weet dat deze sport in Noord-Amerika gespeeld wordt, maar heeft tevens geen idee van de spelregels en al het gedoe eromheen. Slechts een heel klein groepje fanatiekelingen (dat ook Amerikaanse kranten leest, naar de NBA en MLB kijkt en die via betaalkanalen al jaren football-fan is) is licht tot behoorlijk geïnteresseerd. Van hen haalt dan weer een heel klein percentage de laatste minuten van de wedstrijd, die in de vroege maandagmorgen eindigt met het uitreiken van de Vince Lombardi Trophy. Footballfans hier te lande zijn in ieder geval nachtbrakers.
'Naar schaatsen?'
In Amerika maakt de overkoepelende sportorganisatie, de National Football League, goede sier met het enorme aantal televisiekijkers; al dik twintig jaar meer dan 100 miljoen en ieder jaar stijgend, helemaal als er topploegen spelen (zoals dit jaar het geval is). Toen een Amerikaanse televisiebaas mij eens vol trots meldde dat meer dan 100 miljoen van al zijn landgenoten naar die ene wedstrijd keken, vroeg ik hem hoeveel procent van de bevolking dat was. Glimmend van trots zei hij: "Ruim meer dan een derde." Toen ik hem meldde dat naar de finish van de Elfstedentocht in ons land bijna 70 procent van onze bevolking keek, riep hij, compleet uit zijn schoenen geslagen: "Seventy per cent… to skating?!?" Zoals wij waarschijnlijk zullen zeggen: bijna 40 procent van dat grote land dat naar dat maffe football kijkt?
Toen ik diezelfde man vertelde dat ooit ruim 12 miljoen mensen in Nederland naar de finale van het WK voetbal in Zuid-Afrika keken, werd de Amerikaan stil. Driekwart van de bevolking: dat kon niet. In de pre-Trumptijd was hij er ook al van overtuigd dat alles groter en beter en meer was in the USA. Natuurlijk, deze sport die gespeeld wordt vanaf september tot morgenavond, is zo puur Amerikaans dat er alleen maar Amerikaanse superlatieven op losgelaten worden. Ook qua cijfers. Door zowel liefhebbers als tegenstanders, door fans en mensen die er hun schouders over ophalen. Super Bowl-uitzendingen verslaan altijd alle voorgaande in cijfers. Welke dan ook.
Bij ons in Nederland klitten de footballfans samen in een zaaltje waar men dan (schattig toch) Amerikaans bier drinkt, een shirt of een petje draagt van een der teams, waar hamburgers geserveerd worden en waar, diep in de tweede helft, een deel van de aanwezigen gapend het pandje al verlaten heeft. Slapen en straks toch weer op en werken.
Brabbel-Amerikaans-Nederlands
De Super Bowl en de Nederlandse televisie zijn in elk geval nooit goede vrienden geworden. Ja, ook ik heb het geprobeerd bij de NOS, vele jaren geleden; diverse malen zelfs. Met instructiefilmpjes, met hoogtepuntenfilmpjes, met blooperfilmpjes, met een heerlijk amateuristisch aangekleed 'American style' studiootje.. En: met sprekende analisten die een soort van aandoenlijk brabbel-Amerikaans-Nederlands spraken en zich uitten in termen die de Nederlandse sportvolger niet snapte: 'wide-receiver, touchdown, defensive back, third down and seventeen, placekicker, shot-gun, tight end...'
Morgenavond opent FOX Sport in Nederland zijn deuren voor die piepkleine groep footballfans die ons land rijk is. Vanaf half twaalf tot en met de prijsuitreiking, vroeg op maandagochtend kunt u meekijken. Overigens wordt de wedstrijd in Amerika door NBC uitgezonden. Heb de lef maar eens dat alles in Nederland uit te zitten: het duurt, inclusief het voorprogramma en de show in de rust zeker vier uur. En dan maandag weer lekker fris en fruitig opstaan. No way.
De Super Bowl-lunch
Kijkt in Amerika iedereen die wedstrijd uit? Een goede vraag, waarop ik het antwoord natuurlijk weet: neen. Ik maakte de Super Bowl in Amerika mee bij mensen die een zogenaamde Super Bowl-lunch aan vrienden en bekenden aanboden. Dat is heel normaal en gebeurt overal in het hele land. Je komt samen; kinderen mee, vrouw mee, eten, drinken, netwerken en kijken naar de wedstrijd. Maar vooral ook naar de altijd met stroperige bombarie omgeven 'halftime show' die tegenwoordig overigens een heel eigen publiek trekt. Mensen die niet naar het football kijken, maar wel graag naar Bruno Mars, Janet Jackson of Justin Timberlake.
Dat zijn party’s waar de gastmensen tientallen vrienden en vriendinnen voor uitnodigen, lieden die allen binnenkomen met iets 'footballerigs' aan het lijf en die een favoriet hebben: in het geval van morgen dus New England of Philadelphia. De Patriots of de Eagles.
Na de rust echter haken de meeste bezoekers van zo’n grote lunch af (of een diner bij een late middag of een vroege avondwedstrijd). De vrouwen vormen praat- en champagnegroepen, sommige mannen gaan zaken bespreken, een enkeling knapt tussendoor een uiltje, kinderen beginnen zich te vervelen en spelen op hun meegebrachte tablets en er blijven overal door het huis bakken vol eten over, die later in doggy-bags met vroege vertrekkers worden meegegeven: "Neen, graag, neem maar me, dan zijn wij er vanaf."
Ondanks deze opsomming van platgetreden paden binnen de sportcultuur, gevoed door lichte vooroordelen, raad ik u toch aan te proberen iets van deze, voor ons vreemde, sport en cultuur (het patriottistische Amerika komt hier op soms stuitende manier naar voren, tenminste dat vinden wij, gematigden), op te pikken. Neen, de sport 'an sich' zult u niet snel begrijpen. De spelregels zijn voor ons te onbekend en te moeilijk, maar het is gewoon leerzaam om een vreemd land en een vreemde cultuur via een unieke sportontmoeting te bekijken.
En please, erger je niet aan de vele, vele momenten van 'commercial breaks', want daar is alles op gegrondvest. Money. Geld. Zeven miljoen dollar voor dertig seconden reclame. Kassa. De Super Bowl is het krachtige voorbeeld van Trumps Amerika: van Amerikanen, voor Amerikanen. Geld, veel geld. Glitter, veel glitter en alles in de overtreffende trap. Stars and stripes. The home of the brave. America the beautiful. God bless America. Veel volkslied, veel vlag, veel saluut naar legermensen.
Groot, groter, grootst
Op deze zondag zijn er echter ook Amerikanen die naar de bios gaan. Mensen die een boek gaan lezen, een concert bezoeken, een flink potje gaan vrijen, ergens lekker gaan eten of zich wellicht afvragen waar die meer dan 120 miljoen football-lustige Amerikanen op dat moment mee bezig zijn.
Het antwoord op dat laatste? Die kijken in feite naar zichzelf, naar hun eigen leven in fel gesublimeerde vorm. Ze kijken naar groot, groter, grootst en naar geld, meer geld en bakken vol geld. Zij kijken naar een spelletje gespeeld door gehelmde, sterke mannen die brute kracht, slimheid en pure snelheid gebruiken. Ze kijken naar succes, roem en rijkdom ingepakt in fysiek geweld, souplesse en vaardigheid. Ze kijken naar the American Dream, naar 92 spelers (waar er steeds 11 van ieder team op het veld staan) die bezig zijn een sport te spelen die in de rest van de wereld tamelijk onbekend is gebleven. Ernaar kijken voor buitenstaanders betekent immers nog niet dat je de sport ook begrijpt.
En dat triggert mij ook. Waarom laat de rest van de wereld deze sport volgaarne aan de Amerikanen (en een klein beetje aan Canadezen) en haalt men er elders doodgemoedereerd de schouders over op? Waarom zijn basketbal, in mindere mate honkbal en in nog mindere mate ijshockey de Noord-Amerikaanse sporten die het in de rest van de wereld wel 'deden' en aansloegen en waarom American Football niet?
Vanwege dat ene woord dat voor 'football' komt? Is dat het?