Spelen in stilte
- Nieuws
- Spelen in stilte
Toen de Duitse Bundesliga zijn doorstart maakte, viel de prangende stilte vanaf de tribunes niet zo op. Handige geluidsmensen creëerden sfeer (dat geen sfeer was), maar vulden in ieder geval de leemte van het ontbreken van menselijke reacties vanaf de tribunes.
In de weinige momenten dat ik naar dat Fussbal keek, viel het ontbreken van atmosfeer in het stadion me eigenlijk niet zo op. Vanuit de voetbalwereld klonk wel iets aan zeurderig protest: het was zo saai zo. Ja, het Fussbal was en is altijd saai en die saaiheid werd nu onderstreept door het ontbreken van echte mensengeluiden vanaf de tribunes.
Geen spectaculaire geluidsgolven
Toen de NBA weer herbegon hadden de Amerikanen het niet gezocht in spectaculaire geluidsgolven uit het behang van de (kleine) speelzaal. Omdat het speelveld veel kleiner is dan een voetbalveld, omdat de sport sowieso dynamischer is en oogt en omdat er veel meer op scoren gerichte acties plaatsvinden bij het basketbal, viel het ontbreken van sfeer me redelijk mee. Het prettige was dat mopperende of trash-talkende spelers vrij makkelijk te verstaan waren. Het beeld bleef evenwel saai, met die aantekening dat men de twee kopse kanten van het speelveld donker gemaakt had; dat hielp.
De eerste NHL-wedstrijden die ik volgde brachten me bij ongeveer dezelfde conclusie; een speelveld waarop steeds actie te zien was en een sport die veel levendiger gespeeld werd dan voetbal; sneller, meer spektakel. De NHL had soms gekozen voor imitatie-toeschouwers in de tribunes, maar opvallend waren de open tribunes die aangekleed waren met gekleurde doeken. Soms zelfs grappig en een warm beeld creërend. Goed gedaan.
Door naar het honkbal. Jeetje, dat was me toch een saaiheid. Een toch al trage sport werd, zonder geluid van de fans, zonder geschreeuw: "Popcorn, popcorn here", zelfs bloedsaai omdat het tempo van de wedstrijd nu helemaal tra-haag werd. Vlak voordat ik met deze tekst begon keek ik nog naar Colorado en San Francisco: toegegeven, goed honkbal, goede pitchers, machtige homeruns, maar als een bal het stadion uitzeilde kon de plaatselijke geluidstechnicus slechts 'fake noise' toevoegen. En neen, dat was hét dus net niet. Wel moet ik stiekem toegeven dat ik de afgelopen week tamelijk veel honkbal heb gezien; het blijft, ondanks alle corona-beperkingen, toch de leukste sport om te volgen; de moeilijkste ook. Maar een hele wedstrijd van 2,5 uur uitzitten leverde toch wel krampbillen op.
Ceremonie na de wedstrijd: niemand luistert
Tennis begon ik vrij fanatiek te volgen vanaf Cincinnati (dat in New York gespeeld werd). In een woord: rampzalig. Zo direct over een der speelsters die ik om reden volgde, maar eerst de sfeer. Je speelt in een groot stadion, er volgen fraaie rally’s, denderende services, fraaie passeerballen en ballen achter de rug of door de benen heen, maar….het blijft doodstil vanaf de tribunes. Een paar coaches monkelen wat, knikken geruisloos, mogen niets zeggen en klappen heel soms heel even en heel voorzichtig and that’s it.
Ik zag onze landgenote Demi Schuurs met Kvêta Peschke het damesdubbelspel winnen. Met moeite, maar dat doet er niet toe: ze wonnen. Fox Sports zond ook de (let nu goed op) ceremonie na de wedstrijd uit. Ik leg uit: twee maal twee speelsters lopen naar voren en pakken bekers op. Ze tonen die bekers aan de ene cameraman en (misschien twee) fotografen die zijn blijven wachten op dit grootse moment en ze lachen een tikje gênant, maar toch ook blij in de camera. Stilte op de achtergrond. Dan volgen (let wel) de bedankjes van de speelsters.
Voor een compleet leeg stadion, met nog diezelfde coaches die lui onderuit gezakt vanaf de tribune toekijken. Met een sponsorvertegenwoordiger die half blij staat te zijn, met speelsters die de ballenjongens en ballenmeisjes bedanken, die roepen dat ze volgend jaar graag terugkomen, dat ze hun tegenstanders veel succes in de rest van het seizoen toewensen. Uitgeholde woorden eigenlijk. Lege tribunes…niemand luistert, het zijn platitudes en erger en de speelsters lachen en spelen dat ze blij zijn.
Het moest verboden worden, maar de hoofdsponsor wil toch ook zijn moment van zalige glorie meemaken. Zou zo’n man blij zijn als ze hem vertellen dat deze wedstrijd ook "in the Netherlands" op het scherm komt, inclusief de prijsuitreiking…Kom op zeg.
Tennis grootste verliezer in coronasporten
Nu even over die ene speelster die ik volgde. Serena Williams. De Amerikaanse, die ik hoog acht en bij een der belangrijkste sportmensen ter wereld reken, struikelde zich amechtig door het Cincinnati-toernooi heen. Ze had alle mazzel van de wereld dat 'onze' Arantxa Rus niet de kalmte en de durf had om Williams werkelijk alle hoeken van het veld te laten zien.
Als Rus ooit leuke naam had willen maken, was dit de kans geweest, maar ze verkrampte en gaf de totaal uit vorm zijnde Williams de kans op werkelijk het allerlaatste moment zich te herpakken. Jammer voor Rus; zulke kansen krijg je niet heel veel in je sportleven. Ze gaf de winst gewoon weg omdat ze schrok dat ze zich besefte (ineens, dat ook nog) dat ze van Serena Williams ging winnen.
De Amerikaanse bakte er ook in haar volgende wedstrijd helemaal niets van; speelde grimmig en slecht en werd door de Griekse Maria Sakkari van het veld gerold, zoals Rus dat een ronde eerder had moeten doen. Toen daarna de US Open begon en er met veel wapengekletter aangekondigd werd dat de vedette Williams op weg ging naar haar record qua gewonnen Grand Slams, struikelde ze weer bijna. Het was bijna zielig om te zien, maar een Godswonder hield haar tegenstander Kristie Ahn (USA) er vanaf niet meteen Williams af te drogen.
Williams oogde vermoeid en zwaar, ze reageerde traag en leefde bij de gratie van haar service (soms) en harde returns. Voor de rest sloeg ze ballen 5 meter uit, keek ze boos en was ze verward. In de volgende ronde had ze meer moeite de nummer 117 van de wereld te verslaan dan dat ze ooit had. Margarita Gasparyan maakte er een 6-4, 6-2 nederlaag van tegen een nog steeds niet goed spelende Williams. Williams beëindigde de strijd met een luide kreet: "Yessss!", die hol klonk in het lege stadion. Op weg naar de 24e titel dus, zoals de Amerikaanse pers ons constant voorhield de laatste weken. En ook die partijen vonden plaats voor die dood- en doodstille tribunes. Tennis, zo bleek, was de grootste verliezer in de coronasporten van dit moment.
De stilte sneed je als kijker de adem af, maar waarschijnlijk ook de betrokken speelsters en spelers. Tennis is een toeschouwerssport omdat die toekijkers reageren op wat er gebeurt: met applaus, met gejoel, met goed- of afkeuring, van mensen die dicht op het speelveld gepakt zitten. Mensen die snel en direct op iedere actie reageren. Die stiltes waren vreselijk. Tennis, ook zo’n sport die me mijn hele leven heeft geplezierd, werd een saaie boel, ondanks geweldige passeerballen, vlijmscherpe services en uitgekiende backhandslagen die in een koker van doodse stilte ontvangen werden, hetgeen later dan weer zijn neerslag op het spel van de sporters kreeg.
Dodelijke stiltes
Ik ben erg bang dat corona een nog grotere invloed zal hebben op de mondiale sport dan we voorzien hebben. Als we maar weer mochten spelen, dan zou het wel goed komen, dat was onze eerste en belangrijkste wens. Helaas is dat niet zo. De stiltes vanaf de tribunes zijn dodelijk, de voor de televisie ingemonteerde geluiden zijn te 'gemaakt' en lossen het probleem niet op. Topsport vraagt om geluid, om geschreeuw en applaus, op menselijke reacties, om warmte. Corona kills all that shit.
Wij, mensen die in 2020 leven, willen in een wereld leven waar we ons kunnen uiten, waar applaus bestaat, waar we mogen gillen en ons kunnen vermaken bij sportwedstrijden. De stilte-wedstrijden in vele sporten die ik de afgelopen weken bekeken hebben, grijpen me bij de keel.
Dan zijn die springende wielergekken op een berg in Frankrijk nog de redding voor hun wielersport. Ondanks het feit dat het daar ook een afgekalfde toestand is, valt het in Frankrijk wel mee. Mopperende journalisten die afstand moeten bewaren, moet je laten kletsen; kijk maar naar het publiek. Maling aan die meter afstand, maling aan een kapje, maling aan regels. Het zouden allen Nederlanders kunnen zijn.
Hoewel het alleen oplopen van een etappewinnaar op een podium die zelf zijn trui moet aantrekken, wel een heel naargeestige nabootsing is van het 'normale leven' van vroeger. Daar helpt geen Ferd Grapperhaus of Donald Trump aan en dat zijn toch lieden die ons de afgelopen weken verbazen en verbijsteren, terwijl we dat toch liever door topsporters zien gebeuren.
Download de NPO Radio 1-app
Met onze app mis je niks. Of het nou gaat om nieuws uit binnen- en buitenland, sport, tech of cultuur; met de NPO Radio 1-app ben je altijd op de hoogte. Download 'm hier voor iOS en hier voor Android.