'Ik zou het andere slachtoffers van seksueel misbruik niet aanraden om aangifte te doen'
- Nieuws
- 'Ik zou het andere slachtoffers van seksueel misbruik niet aanraden om aangifte te doen'
Volgende week behandelt de Eerste Kamer de Wet seksuele misdrijven. Als deze aangescherpte wet erdoor komt, kunnen slachtoffers in meer gevallen aangifte doen van seksueel overschrijdend gedrag dan nu. Dat betekent dat er naar verwachting meer aangiftes worden gedaan, maar kan de politie en het OM dat wel aan? En in wat voor ingewikkeld en langdurig proces stort je jezelf als je aangifte gaat doen? Dat zocht De Nieuws BV uit.
Video niet beschikbaar
Na de uitzending van BOOS over het grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland anderhalf jaar geleden, ontstond een maatschappelijke oproep om aangifte te doen als je zelf slachtoffer bent. "Iedereen die slachtoffer is geweest van seksuele intimidatie of geweld zou ik willen oproepen: doe aangifte", zei onze - nu demissionair - minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz in januari 2022.
Veel mensen gaven gehoor aan die oproep, dat is terug te zien in de cijfers. In 2020 werden er 2900 aangiftes en 12.000 meldingen gedaan, en in 2022 liep dat op naar 3400 aangiftes en 15.500 meldingen. Zo ook een bron (naam bekend bij redactie) die De Nieuws BV sprak. Zij deed, mede door de oproep van minister Yeşilgöz, anderhalf jaar geleden aangifte van verkrachting.
Het hele proces van onze bron, van aangifte tot eventuele veroordeling, loopt na anderhalf jaar nog steeds en is nog lang niet afgerond. Dit proces en de duur ervan valt haar erg zwaar: "Ik was erop voorbereid dat het proces lang kon duren door capaciteitsproblemen, maar het gebrek aan enig perspectief op vervolgstappen of updates is tergend", zegt ze.
Ze vervolgt: "De complete onzekerheid over een tijdspad maakt dat ik voor mijn gevoel constant kan worden overvallen door ontwikkelingen in de zaak. Dit zorgt voor veel onzekerheid en maakt het onmogelijk het proces, via welke route dan ook, voor mijzelf af te sluiten."
Aangifte lijkt nu logische stap na verkrachting
"Sinds ik bewust bezig ben met het aangifteproces valt het mij op dat verhalen over seksueel grensoverschrijdend gedrag nog vaak worden gebagatelliseerd met een 'als het echt zo zou zijn geweest, dan had deze persoon wel aangifte gedaan'", vertelt de bron. "Andersom kreeg ik soms (goedbedoelde) complimenten van vrienden en familie over het feit dat ik wél aangifte heb gedaan."
Ze heeft het idee dat het doen van aangifte in de publieke opinie vaak wordt gezien als een stap die je als slachtoffer van seksueel geweld logischerwijs zou moeten zetten. "Dit voelt, juist nu ik het strafrechtelijke proces deels heb doorlopen, wrang. Ik zou andere slachtoffers namelijk niet langer aanbevelen om dezelfde stap te nemen", zegt de bron.
Zij is niet de enige die worstelt met het proces van aangifte. De Nieuws BV zocht uit hoe zo'n proces loopt, en sprak, naast slachtoffers, ook professionals bij de politie, het OM, herstelbemiddelingsbureaus en zedenadvocaten.
Advocaat Anne Bleeker die zedenslachtoffers bijstaat, herkent deze verhalen: "De lange duur, dat is eenmaal echt een feit, daar gaan maanden of jaren overheen." Ze snapt dat de politie daar ook niet zomaar een oplossing voor heeft, maar toch wringt het. "Sommige slachtoffers zeggen dat dat hele proces na de aangifte bijna nog erger is. Je voelt je niet serieus genomen. Je hebt het idee dat je geen prioriteit bent. Wij noemen dat ook wel secundaire victimisatie, oftewel: je wordt voor de tweede keer slachtoffer, ditmaal van het proces."
Lastig bewijs te vinden
Hoe kijkt de politie hier zelf naar? "Als iemand aangifte doet, stellen we een onderzoek in", vertelt Lidewijde van Lier, zedenspecialist bij de politie. Zo'n onderzoek is bij een zedenzaak vaak erg ingewikkeld, zegt Van Lier. Dit komt doordat vaak alleen de dader en het slachtoffer bij het incident waren, en er dus geen getuigen zijn. "En dan zijn er ook niet altijd sporen. Soms zijn er wél sporen en kunnen we vaststellen dat er seksueel contact heeft plaatsgevonden, maar dat bewijst nog niet dat het onder dwang of zonder instemming van het slachtoffer is gebeurd", zegt de zedenspecialist van de politie.
Überhaupt bewijs vinden in een zedenzaak is al lastig, zegt een zedenrechercheur die graag anoniem wil blijven. "Het zijn vaak één op één verhalen en het vergaren van ondersteunend bewijs kost vaak veel meer tijd dan bij andere delicten. Daarom moeten we, naast digitale en/of DNA-sporen vaak afgaan op de verhoren van het slachtoffer en verdachte, en dat is niet zo zwart wit als een inbraak. Het gaat niet om geld of goederen, maar om mensen."
"De huidige bewijslast zorgt ervoor dat verkrachters bijna onmogelijk kunnen worden berecht", zegt het slachtoffer dat De Nieuws BV sprak en aangifte deed van verkrachting. "Mij werd verteld dat meldingen en aangiften van anderen tegen dezelfde dader, niet mogen worden meegenomen als aanvullend bewijs, omdat de ene zaak niets zou kunnen zeggen over de andere zaak. Het zou gezien kunnen worden als 'samenspannen' tegen de dader."
Ze had juist verwacht dat het zoeken van meer slachtoffers, haar zaak sterker zou maken. "Het werd mij hierdoor al snel duidelijk dat ik op een doodlopende weg was beland. Eén die ik uit principe wel wilde nemen, maar waarbij ik erop voorbereid moest zijn dat ik met lege handen kwam te staan."
Van Lier: "De realiteit is ook dat, ondanks het onderzoek, het niet altijd lukt om voldoende bewijs te vinden. En dan houdt het onderzoek op en moeten we iemand teleurstellen." Advocaat Bleeker weet niet of het probleem echt ligt in de complexiteit van het verzamelen van het bewijs. "Het probleem is denk ik meer dat er geen capaciteit is om onderzoek te doen en dat daardoor zaken blijven liggen."
Lagere pakkans door lang proces
Mede doordat er te weinig mensen bij de politie zijn om aan de zaken te werken, kan het soms lang duren voor een aangifte wordt opgepakt. Van Lier: "We moeten keuzes maken. Soms gaan andere onderzoeken voor als het sprake is van spoed, als er sporen veiliggesteld moeten worden of iemand nog in gevaar is. Dan moet een zaak soms blijven liggen tot die weer aan de beurt is."
En dat het lang blijft liggen, is problematisch volgens advocaat Anne Bleeker: "Hoe langer je wacht, hoe kleiner de kans is dat er bijvoorbeeld nog beelden te vinden zijn of telefoons uit te lezen zijn." Kortom: hoe langer het duurt voordat een zedenzaak wordt onderzocht, hoe kleiner de pakkans. "Ook is het een feit dat herinneringen in de loop van de tijd vervagen en beïnvloed raken. Getuigenverklaringen zijn na verloop van tijd minder betrouwbaar en dus minder geschikt voor bewijs", zegt Bleeker.
De politie heeft extra geld gekregen en extra mensen in opleiding, maar het personeelstekort blijft een probleem dat niet zomaar opgelost is. Waar nog wel wat winst te behalen valt, is door betere samenwerking volgens zedenexpert van de politie Lidewijde van Lier: "Wat wij het liefste zouden zien, is dat we met andere organisaties, zoals centrum seksueel geweld, slachtofferhulp Nederland en slachtofferadvocaten, samen kijken naar zo'n melding. Wat is hier aan de hand? Maar ook: wat is de vraag achter de vraag? Waar is iemand nou het beste bij geholpen?" Daarnaast is het van belang dat er ook aandacht is voor preventie en voorlichting, zegt Van Lier. "Niet alles is in het strafrecht op te lossen."
Ook roepen zowel het slachtoffer als advocaten op tot betere communicatie tijdens het proces, zodat het slachtoffer beter weet hoe het ervoor staat en wanneer bijvoorbeeld de vermeende dader wordt verhoord.
Oproep tot aangifte terecht?
Ondanks dat de politie begrijpt dat (demissionair) minister van Justitie en Veiligheid Dilan Yeşilgöz, een oproep deed tot het doen van aangifte, wringt het ergens ook door het grote personeelstekort. "Wij kijken er anders naar. Aangiftes doen is niet het doel op zich", zegt Van Lier. "Het is wel goed om je te melden bij de politie, trek aan de bel. Maar daarna kijken wij, met het slachtoffer, welke opties er zijn. Aangifte doen is daarin één van de mogelijkheden." Andere opties zijn bijvoorbeeld het doen van een melding, zodat het wel in het systeem van de politie komt, of kiezen voor herstelbemiddeling: gesprekken met de dader voeren.
Steeds meer mensen kiezen hiervoor, volgens Perspectief herstelbemiddeling. "In 2020 was 10% van alle aanvragen die we kregen zeden-gerelateerd. Nu is dat een derde." Niet iedereen wil dat de dader strafrechtelijk vervolgd wordt, vooral niet als de dader een collega of familielid is, en het slachtoffer de dader vaak tegenkom. Dan kan bemiddeling aantrekkelijker zijn dan zo'n strafrechtelijk proces van twee jaar.
Aanscherping wet seksuele misdrijven
Volgende week bespreekt de Eerste Kamer de aanscherping van de Wet seksuele misdrijven. Gaat die vernieuwde wet dan wel helpen? Ja en nee, zeggen Van Lier en Bleeker. "Het is goed dat de wet wordt aangescherpt. Het weerspiegelt hoe we als maatschappij naar seksueel geweld kijken", zegt Bleeker. "De aangescherpte wet is dan ook meer in lijn met de wetgeving in andere landen", aldus Van Lier.
Maar het probleem met het verzamelen van bewijs blijft. Van Lier: "Het wil niet zeggen dat we met de nieuwe wet meer mogelijkheden hebben om tot een vervolging te komen. Het blijft zo dat we genoeg bewijs moeten hebben, anders wordt iemand niet veroordeeld."
Kleine kans op veroordeling dader
De kans dat een slachtoffer van een zedenmisdrijf naar de politie stapt, en de dader daadwerkelijk voor de rechter komt, is niet groot. Eerst doet de politie onderzoek en kijkt of er genoeg bewijs is om de zaak door te sturen naar het Openbaar Ministerie (OM). Vervolgens maakt de officier van justitie opnieuw een schifting, en besluit de officier welke zaken voor de rechter komen.
In 2021 en 2022 kwamen jaarlijks gemiddeld ongeveer 640 aangiften van verkrachting binnen bij het OM. Van deze zaken wordt uiteindelijk na onderzoek circa 60 procent geseponeerd; het grootste deel daarvan (zo'n 90 procent) wegens onvoldoende bewijs. Ongeveer 40 procent van de zaken wordt voor de rechter gebracht.
Aangifte van verkrachting blijft een complexe procedure
Zomaar aangifte doen, is kortom niet zo makkelijk als het misschien lijkt en leidt zeker niet altijd tot een straf voor de dader. "De oproep tot aangifte zou eigenlijk alleen gedaan mogen worden als het systeem waar slachtoffers in terecht komen functioneert", zegt het slachtoffer dat aangifte deed van verkrachting. "Dit betekent niet dat alle aangiften moeten leiden tot een veroordeling. Maar wel dat er voldoende capaciteit is om zaken te behandelen, dat slachtoffers tijdig worden geïnformeerd over het verwachte tijdpad van hun zaak, dat er voldoende psychologische hulp is en dat slachtoffers van seksueel geweld, ook als ze besluiten geen aangifte te doen, maatschappelijke steun ontvangen."