Geschiedenis
NOS

Wie waren de Afrikaanse soldaten die voor het KNIL vochten?

foto: Indisch Monumentfoto: Indisch Monument
  1. Nieuwschevron right
  2. Wie waren de Afrikaanse soldaten die voor het KNIL vochten?

Deze maand openen twee tentoonstellingen (in Verzetsmuseum en in Nationaal Archief) waarin verteld wordt over de Afrikaanse soldaten die gedwongen in het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) meevochten. Tot nu toe was weinig bekend over deze Belanda Hitam - Zwarte Nederlanders, zoals ze werden genoemd. Twee nazaten van deze KNIL-soldaten, Joyce Cordus en Hank van Bosstraten, vertellen over de onthullende geschiedenis van hun voorouders in NOS Met het Oog op Morgen.

Video niet beschikbaar

Nederlandse namen

Joyce Corus kwam er eind jaren '80 achter dat haar voorouders uit Afrika afkomstig waren. "Mijn vader wist altijd al dat wij geen 'gewone indo's' waren. Maar wat we dan wel waren, wisten we niet. Toen vond mijn vader in de nalatenschap van een oom vier A4'tjes met daarin het hele verhaal, waaruit opeens duidelijk werd dat zij uit West-Afrika afkomstig waren."

Hank van Bosstraten, ook afkomstig van één van de Afrikaanse KNIL-militairen, vertelt over de achtergrond waartegen deze militairen naar de voormalig kolonie werden gehaald. "De Java-oorlog was in 1930 net afgelopen, maar het was nog steeds onrustig. Ze wilden dat niet met inlandse soldaten doen, want dat zou loyaliteitsproblemen opleveren. Dus toen dachten ze: we halen gewoon Afrikanen."

Hiervoor sluit de Nederlandse regering in 1837 een contract af met de koning van het rijk Ashanti, in het huidige Ghana. In ruil voor wapens zal de koning duizenden mannen leveren, allemaal gevangenen die in zijn land in slavernij leven. De Nederlandse regering koopt deze mannen vrij voordat ze naar Java gaan. Dat is geen liefdadigheid. De mannen moeten lang in dienst en moeten het geld waarmee hun vrijheid is gekocht, terugbetalen uit hun soldij.

'Identiteit afgepakt'

De KNIL-soldaten kregen ook Nederlandse namen, "Geen voornamen, alleen achternamen", vertelt Van Bosstraten.

Van Bosstraten werd benaderd voor de tentoonstelling in het Nationaal Archief, en kwam zo meer te weten over zijn familiegeschiedenis. Dat raakte hem, vertelt hij: "Het feit dat onze stamvader niet uit vrije wil is gegaan - heel erg eufemistisch gezegd - kwam wel binnen. Dat letterlijk je identiteit werd afgepakt, je een nieuwe naam werd gegeven, die je misschien niet eens kon uitspreken."

Dat er inmiddels meer aandacht voor deze groep soldaten is in deze tentoonstellingen, vindt Cordus goed: "Ik vind het zelf heel prettig dat het eindelijk eens echt bekend wordt. Er is al veel over geschreven, maar bij de Indische gemeenschap is het niet zo'n bekend verhaal."

De jongere generatie staat er wel heel erg open voor, merkt Van Bosstraten: "Mijn dochters vragen mij de oren van de kop. Zij hebben ook het idee dat het verhaal is nog niet geteld."

Abonneer je op onze wekelijkse nieuwsbrief!

Elke zaterdag het beste van NPO Radio 1 in jouw mailbox.

Meld je hier aan

Ster advertentie
Ster advertentie