Robs vader overleefde atoombom op Nagasaki en hij zoekt nu naar mede-nabestaanden

Robs vader Everhard was op 9 augustus 1945 in Nagasaki, op het moment dat een Amerikaanse bommenwerper atoombom Fat Man op de stad liet vallen. Tienduizenden mensen kwamen om en de bom richtte enorme schade aan, maar Everhard wist te overleven. Hoe kan dat? Zoon Rob begint bij het begin. Zijn vader was in de oorlog KNIL-militair in Indonesië en werd door de Japanners krijgsgevangene gemaakt. Zodoende werd hij naar het krijgsgevangenenkamp in Nagasaki gebracht en moest daar werken op een scheepswerf. "Dat waren erbarmelijke omstandigheden. Er was nauwelijks voedsel, ze werden geslagen als ze niet luisterden, ze hadden 's winters nauwelijks kleding en dus vreselijk kou", vertelt Rob.

Hel op aarde

Over de atoombom wilde zijn vader eigenlijk niet zoveel zeggen. Maar hoe ouder zoon Rob werd, hoe meer zijn vader erover begon te vertellen. Rob: "Mijn vaders geluk was dat hij samen met een aantal andere mensen een tunnel aan het graven was op die bewuste dag. Hij hoorde het vliegtuig overkomen en zag de atoombom aan drie parachutes naar beneden komen, gevolgd door een enorme lichtflits. Voor hij het wist, werd hij door de drukgolven de tunnel in gesmeten. Dat was zijn redding en die van de anderen die in de tunnel aan het werk waren." Zijn vader raakt door de klap buiten bewustzijn.

De bom heeft een verwoestend effect gehad op de stad. Als Everhart wakker wordt en bebloed de tunnel verlaat, ziet hij dat alles kapot is. "Zover hij kon kijken zag hij duizenden lijken. De hel op aarde, noemde hij het later", vertelt zoon Rob. Vader Everhart heeft zijn leven lang een trauma aan de atoombom, vertelt hij.

Hibakusha

Zoon Rob heeft zich drie jaar lang ingezet om zijn vader ook tot een slachtoffer van de atoombom te laten verklaren. "De Japanse hoge raad had gezegd dat niet-Japanse inwoners die ook de atoombom hadden meegemaakt zou worden erkend als hibakusha (erkend slachtoffer van de atoombom, red.). Een jaar voor zijn dood kreeg mijn vader die erkenning en dat heeft veel voor hem betekend". Zoon Rob heeft er ook voor gezorgd dat er in de Japanse stad nu een monument voor de krijgsgevangenen staat.

Zoektocht

Rob zoekt meer nabestaanden of familieleden van krijgsgevangenen die op 9 augustus 1945 in Nagasaki waren. Om de verhalen van die mensen te vertellen en ze een gezicht te geven. Nabestaanden of familieleden kunnen zich melden via een speciale website. Tot nu toe heeft hij 30 tot 35 mensen gevonden. Maar er moeten er meer zijn, denkt Schouten; "In het kamp hebben 548 krijgsgevangenen gezeten, waaronder Engelsen, Amerikanen en Australiërs. Maar het overgrote deel waren KNIL-militairen."