Hoe een kleine Chinese familietoko uitgroeide tot een heus imperium
- Nieuws
- Hoe een kleine Chinese familietoko uitgroeide tot een heus imperium
Het is de oudste toko van Amsterdam: Toko Dun Yong. De toko begon als kleine winkel, maar groeide uit tot een waar imperium: een groot Aziatisch warenhuis van vijf verdiepingen met een internationaal opererende groothandel. De toko kent een lange familiegeschiedenis die samenloopt met de geschiedenis van de Chinezen in Nederland.
Karina Meeuwse schreef erover in haar boek Lang Leven – Het familieverhaal achter een Chinese toko. Ze vertelde erover bij OVT.
De oudste toko van Amsterdam
Het begin: een familieverhaal
De geschiedenis van de toko begint in 1896, in een dorpje in Kanton. Daar wordt Dun Yong Sau, de oprichter van de toko, geboren. Er was veel armoede, want er was een gebrek aan werk en aan voedsel. Maar op het moment dat China zich na de opiumoorlogen openstelde en de Chinezen konden gaan reizen, vertrokken veel jonge mannen uit Kanton naar het Westen.
Eerste Chinezen in Nederland
De eerste Chinezen in Nederland waren vooral zeelieden. Tijdens de havenstaking van 1911 zaten de meeste Nederlandse zeelieden thuis. De rederijen gingen hier niet mee akkoord en wilden niet aan de eisen van de stakers voldoen. Het gebrek aan zeelieden losten ze op door mannen uit Engeland te halen: Chinezen.
Karina Meeuwse: "Dat was een hele nare introductie van de Chinezen in Nederland, zij kwamen die staking breken." Want de Chinezen deden het werk zo goed dat de rederijen ze niet terug wilden sturen. Dat was het begin van de Chinese gemeenschap in Amsterdam en Rotterdam.
Economische crisis jaren '30
In de jaren '30, tijdens de economische crisis, viel de zeevaart stil. Chinezen die net afgemonsterd waren kunnen ook niet meer weg. Er zijn dan veel te veel, Chinezen in Nederland, zonder inkomsten.
De oplossing? Ze starten met het maken van pindakoekjes van gesmolten suiker en pinda’s, die ze vervolgens verkopen op straat. "Een soort van daklozenkrant avant la lettre. Daar was het Nederlandse publiek heel gevoelig voor", zegt Meeuwse. Ook Don Yong Sau verdient een centje bij met pindakoekjes.
Pindakoekjes waren een soort daklozen krant avant la lettre
Eind jaren '30 verandert het beleid. De Nederlandse regering zegt dat de Chinezen een gevaar zijn voor de volksgezondheid en dus worden veel van hen teruggestuurd naar China. Zonder hun bezit.
Dun Yong Sau kon door zijn goede banden met de Chinese elite aan het werk als kok, en ontspringt zo de dans. Hij komt de Tweede Wereldoorlog door en ontmoet zijn vrouw: Stientje van Gaans.
Beginjaren van de toko
De toko van Dun Yong Sau werd in 1957 opgericht. In die begintijd werd de winkel vooral bezocht door Chinese klanten. Goederen werden meegenomen vanuit China meegenomen door Chinese zeelieden, want communistisch China zat in die tijd potdicht. Ze namen spullen mee door het in hun slaapplek op te slaan. Deze zeelieden brachten hun spullen naar de toko en daar werd het weer verkocht.
De grote omslag: Wai Ming
Maar de grote omslag kwam in 1972. Hengko, de zoon van Dun Yong Sau en Sien was naar Kanton gegaan om Kantonees te leren. Daar werd hij verliefd op zijn één jaar oudere lerares: Wai Ming. Ze trouwden en kwamen naar Nederland, namen de familie toko over in 1972.
Een geluk: "Want Wai Ming was een fantastische zakenvrouw", vertelt Meeuwse.
Maar ook voor Don Yong Sau persoonlijk was het een fantastisch moment. "Hij kon nauwelijks communiceren met zijn gezin, want hij sprak alleen een brabbeltaaltje, bijna geen Nederlands. En dan komt Hengko terug, spreekt hij Kantonees, en is hij samen met een vrouw uit China die de taal spreekt."
"Wai Ming voelde veel verwantschap met haar schoonvader", vertelt Meeuwse. En de toko wordt zo succesvol dat Wing Ming haar broers en zussen laat overkomen en bij haar en Hengko in Amsterdam-Noord laat wonen. "Zo ontstaat er een soort Chinese parallelwereld in die toko: en die groeit en groeit."
Veranderingen
Inmiddels hebben de zonen van Hengko en Wai Ming de leiding over de toko. Zij hebben zich enorm aangepast. "Eerst waren het de broers en zussen van Wai Ming die tot 2000 het personeel van de toko vormden. Je ziet nu allemaal jonge Chinese werknemers die heel goed Engels of Nederlands spreken. In die zin is het geen een familiebedrijf meer."
Het is een soort van zelfstandig opererend warenhuis geworden, met bijbehorende groothandel. Aldus Karina: "Het bedrijf is boven de toko uitgestegen."
Niets missen van OVT?
Hou dan de website van OVT in de gaten, of volg het programma via Facebook en Twitter.