'Humor was nodig in Kamp Westerbork'
- Nieuws
- 'Humor was nodig in Kamp Westerbork'
Westerbork, juni 1944. In de ochtend was het zoveelste transport geweest naar het oosten. Familie en vrienden waren weg. 's Avonds was het tijd voor vermaak: een bonte avond voor kampbewoners én kampleiding. Met cabaret, theater, zang en muziek.
Ruim 75 jaar later is één van de uitvoeringen, Ludmilla, of lijken aan de lopende band, opnieuw te zien. Het stuk werd onlangs teruggevonden in het nalatenschap van schrijfster en pianiste Ida Simons, vertelt haar biografe Mieke Tillema in het NOS-radioprogramma Met het Oog op Morgen.
Video niet beschikbaar
Vermaak en Westerbork een vreemde combinatie? Juist niet, zegt Tillema. "Humor was nodig in de kampen. Dat vertelden ook de mensen die ik over die tijd heb geïnterviewd. Eén iemand zei zelfs dat hij wist dat het echt voorbij was toen zijn moeder geen grapjes meer maakte. Een dag later overleed ze."
Ook Ida Simons zelf vond humor belangrijk. "Ze zei altijd dat humor de kleurige lap was die de wond bedekte", vertelt Hillema.
Controle
SS-Obersturmführer Albert Gemmeker, de kampcommandant van Westerbok, controleerde de teksten en voorstellingen voordat ze werden opgevoerd. Maar waarschijnlijk heeft hij over een deel van Ludmilla heen gelezen. Na de pauze kwam een parodistische opera. "Het begint wel met moppen, maar daarna wordt het wrang. Op het einde liggen alle spelers, op één iemand na, dood op het podium."
Ludmilla werd teruggevonden door, Marita Simons de schoondochter van Ida Simons. Marita: "Dat dit werk, zo'n tastbare herinnering aan het leven in Westerbork, opnieuw gaat klinken, is voor mij heel bijzonder. Het is een eerbetoon aan de mannen, vrouwen en kinderen die zich aan hun menselijkheid vastklampten terwijl ze wisten dat ze weggevoerd zouden worden. De meesten van hen zouden niet terugkeren."
Ludmilla werd uitgevoerd op één van de laatste bonte avonden uit Westerbork. "Daarna werd bijna iedereen die meedeed alsnog op transport gesteld", aldus Tillema.