'Iedere keer dat ik mijn browser ververs, zie ik meer tot doodgemaakte mensen'
- Nieuws
- 'Iedere keer dat ik mijn browser ververs, zie ik meer tot doodgemaakte mensen'
Hoe breng je de strijd in Israël en Palestijnse gebieden onder woorden? Na zoveel jaren en zoveel leed, blijft het voor Micha Wertheim een worsteling. ''Waar te beginnen", vraagt hij in OVT.
De column van Micha Wertheim
Conflict: Israël en Palestina
Het verschil tussen grappen en columns is dat ik mijn columns met moeite moet schrijven, terwijl mijn grappen zichzelf vaak als vanzelf aan mij voordoen. Neem de column die ik nu aan u voorlees. Daar heb ik meer dan drie dagen aan zitten schrijven. Iedere keer als ik begon, liep het op niets uit. Toch wist ik maandag al waar het over moest gaan. Of eigenlijk waar ik niet omheen kon. Niet omdat ik daar veel zin in had, maar omdat ik de laatste dagen aan weinig anders kan denken.
Israël dus. Ik heb er vrienden wonen, met wie ik app en bel, en die de wanhoop nabij zijn, maar ik heb er zelf ook gewoond en gestudeerd. Waar te beginnen? Houd het klein, dacht ik bij mijn eerste poging. En dus begon ik te schrijven over de eerste keer dat ik kennis maakte met Benjamin Netanyahu. Dat was dertig jaar geleden tijdens de eerste Golfoorlog. Mijn broer studeerde op dat moment in Jerusalem, en als hij weer eens met zijn gasmasker op een schuilplaats moest zoeken, zat er voor mij en mijn ouders weinig anders op dan machteloos naar CNN te staren.
Benjamin Netanyahu
Op CNN leerden we generaal Norman Schwarzkopf kennen en Colin Powell en Tariq Aziz. Maar ook een jonge Benjamin Netanyahu, toen nog onderminister van Buitenlandse Zaken in de regering van Premier Shamir. Tijdens de persconferenties die Netanyahu gaf, wist hij het conflict in het Midden-Oosten heel overzichtelijk te reduceren tot een simpele strijd tussen goed en kwaad. Ik wilde een column schrijven over de geruststellende diepe bariton waarmee hij de ene na de andere oneliner de wereld in strooide.
Benjamin Netanyahu
Met dat soort voorbeelden wilde ik proberen over te brengen hoe verleidelijk dat wereldbeeld van Netanyahu is. Overzichtelijk en met een duidelijk verschil tussen daders en slachtoffers. Terroristen en Soldaten. Tussen goed en het kwaad. Maar zoals dat gaat wanneer je over het Midden-Oosten schrijft: iedere zin die uit mijn pen vloeide behoefde een bijsluiter die duidelijk maakte dat ik mij juist wel bewust was van de meerstemmige geschiedenis en vooral ook van de andere kant van het verhaal. Alleen al bij het onder woorden brengen van een herinnering van dertig jaar geleden word je door de woorden die je kiest haast vanzelf gedwongen partij te kiezen.
Geweld in Lod
In plaats van CNN is er nu het internet waar ik machteloos over heen dobber, terwijl hier vandaan de oorlog wordt gevoerd. Op de website van 972 magazine kwam ik een filmpje tegen, waarin de Palestijnse journalist en filmmaker Rami Younis in een Israëlische TV programma duidelijk probeert te maken dat het geweld in de stad Lod, niet zomaar uit de lucht is komen vallen. Hij kreeg nauwelijks de kans van de televisiepresentator, die duidelijk niet geïnteresseerd was in wat zijn gast te vertellen had.
Ik was ervan overtuigd dat Younis het wilde hebben over de etnische zuiveringen van 1948, die plaatsvonden in Lod en een van de donkerste bladzijden uit de geschiedenis van de joodse staat vormen. Maar Younis ging veel minder ver terug in te tijd. Hij wilde maar 15 jaar terug, naar de dag dat setlers uit Gaza in Lod neerstreken. Hij wilde het hebben over provocaties van Israëlische soldaten en over een burgemeester die extreemrechtse nationalisten bij hem uitnodigt op het stadhuis. Allemaal even schokkend als waar.
Toch: de column die ik daarover wilde schrijven zou niet beginnen bij de oorlog van 1948 maar bij wat daaraan voorafging. Niet in Israël, niet in Palestina maar hier in Europa. U begrijpt, ook die column zou te lang zijn geworden. Veel eenvoudiger is het met grappen.
Tot doodgemaakte mensen
Donderdag wandelde ik met een vriend van mij over de Oosterbegraafplaats en stonden we opeens voor het imposante graftombe van J.B. van Heutsz, gouverneur generaal van Nederlands-Indië. ''Die heeft ook de nodige doden op zijn geweten'', mompelde mijn vriend. Zo mag je dat niet meer noemen, hoorde ik mijzelf zeggen, tegenwoordig zeggen we: Tot doodgemaakte mensen. De grap was er al uit voor ik hem goed en wel bedacht had. Hij ontsnapte alsof het een boer was. Zoals wel vaker met grappen wist ik niet helemaal wat hij te betekenen had.
Maar toen ik die avond thuis het internet weer openzette om de oorlog tot mij te nemen, zag ik alleen nog tot jood gemaakte mensen tot moslim gemaakte mensen, tot christen gemaakte mensen, tot Palestijn gemaakte mensen, tot Israëliër gemaakte mensen, tot militair gemaakte mensen, tot bezetter gemaakte mensen, tot onderdrukten gemaakte mensen, tot fundamentalist gemaakte mensen, tot wees gemaakte mensen, tot rouwende ouder gemaakte maakte mensen en natuurlijk iedere keer dat ik mijn browser ververs steeds meer tot dood gemaakte mensen.
Niets missen van OVT?
Hou dan de website van OVT in de gaten, abonneer je op de podcast, of volg het programma via Facebook en Twitter.