Hoe Nederland Amerika in 1619 aan haar eerste slaven hielp
- Nieuws
- Hoe Nederland Amerika in 1619 aan haar eerste slaven hielp
1619: ons zegt het weinig, in Amerika staat het voor het begin van de slavernij op Amerikaanse bodem. In dat jaar kwamen namelijk de eerste Afrikaanse slaven aan. En Nederland speelde hierin een grote rol, blijkt uit recent onderzoek van journalist Leendert van der Valk.
slavernij
Aartsvader
Antonio en Isabella behoorden tot deze eerste groep slaven. Van hen is bekend dat ze in Ndongo, het huidige Angola, tot slaaf zijn gemaakt en op een Portugees schip richting Mexico vertrokken. Uiteindelijk kwamen ze door een kaping echter in Virgiana terecht, een toenmalige Engelse kolonie. Het kind dat ze kregen zou als eerste Afro-Amerikaan geregistreerd worden en kan dus worden gezien als de 'aartsvader' van de Afro-Amerikaanse gemeenschap.
Dat deze kaping plaatsvond met een Nederlandse kaperbrief is in Amerika bekend, vertelt Leendert van der Valk. "Het heeft mij altijd heel erg verbaasd dat wij daar in Nederland niks van weten, want dat staat wel in de schoolboekjes in Amerika." Zijn opzet was om een reconstructie te maken voor het Nederlandse publiek, om deze gebeurtenis in 1619 bekender te maken en te onderzoeken hoe groot het Nederlandse aandeel precies was.
Kaperbrief
Om zekerheid te krijgen, ging Van der Valk op zoek naar een bevestiging van de afgifte van deze kaperbrief. Die werd afgegeven in de context van de Tachtigjarige Oorlog. Met zo'n document op zak mocht een schipper Spaanse en Portugeze schepen aanvallen met toestemming van de Prins van Oranje. Het was de burgemeester van Vlissingen, een belangrijke havenstad in die tijd, die deze kaperbrief verstrekte aan de Engelse schipper John Jope.
Prins Maurits van Oranje
"Een Engelsman in Zeeuwse dienst was in die tijd niet uitzonderlijk: Vlissingen had hele sterke Engelse banden", vertelt Van der Valk. "Burgemeester Jan de Moor stuurde deze Engelse kaper erop uit. Hoogstwaarschijnlijk was het niet eens de bedoeling om per se een slavenschip te overvallen, maar vooral om de Portugezen en Spanjaarden flink dwars te zitten."
Buit
Het schip van John Jope, de 'White Lion', treft het schip met daarop Antonio en Isabella in de Golf van Mexico. Samen met een ander Engels schip, de 'Treasurer', nemen ze in totaal 60 slaven mee. "Ze zaten dus met twee keer dertig mensen die ze als buit beschouwden en die ergens verkocht moesten worden. Waarschijnlijk heeft toen de Engelse schipper van de 'Treasurer' gezegd: laten we naar mijn vrienden in Virginia gaan. Uiteindelijk zijn beide schepen daar terechtgekomen."
Noodlijdende kolonie
Virginia is op dat moment een prille kolonie waar plantages nog weinig opleveren, legt Van der Valk uit. "De tabaksplantagehouders hebben nog niet helemaal door hoe het werkt om daar gewassen te kunnen verbouwen. De Afrikaanse kennis is daar heel belangrijk bij geworden. Je ziet dat de kolonie een impuls krijgt door deze groep mensen."
Nederland haalde op dat moment zelf nog geen slaven op uit Afrika. Van der Valk: "Je ziet wel dat kapers door dit acties leren dat mensen ook handelswaar kunnen zijn, maar het is vóór de oprichting van de West-Indische Compagnie (WIC). Dat is het moment dat Nederland veel meer actief betrokken raakt bij het zelf halen van slaven. Tot dan toe, 1619 dus, gaat het vooral via de kaapvaart."
Niets missen van OVT?
Hou dan de website van OVT in de gaten, abonneer je op de podcast, of volg het programma via Facebook en Twitter.